Zeegrot herbergt historische tsunami-tijdlijn

19 juli 2017 door SST

Met de verwoestende vloedgolf van 2004 in Zuidoost-Azië nog vers in het geheugen, gingen archeologen op zoek naar sporen van eerdere tsunami’s in het gebied. Die vonden ze in een grot voor de kust van Sumatra.

De ontdekking van de grot vlakbij de Indonesische stad Banda Atjeh – de hoofdstad van de provincie Atjeh, die zo zwaar werd getroffen door de tsunami op 26 december 2004 – is in meerdere opzichten uniek. Het is voor de eerste keer dat er in een grot sporen gevonden zijn van een vloedgolf; de grot bevat bovendien het grootste historische overzicht ooit gevonden voor tsunami-activiteit in de Indische Oceaan; én nooit werd er elders in de wereld zo’n onaangeroerde ‘databank’ van sporen van vloedgolven gevonden.

Bij het onderzoek naar de gesteentelagen (de zogenaamde stratigrafie) troffen Amerikaanse en Singaporese archeologen een reeks duidelijk onderscheidbare lagen van materiaal aan dat tijdens een tsunami de grot was ingestroomd – een groot deel van dat ‘tsunamiafval’ bestond trouwens uit uitwerpselen van vleermuizen. De afwisselde zand- en afvallagen vormen een tijdlijn gaande van 7.900 tot 2.900 jaar geleden. De latere lagen (na 2.900 jaar geleden) bleken helaas weggespoeld door de tsunami van 2004.

De archeologen konden welgeteld elf verschillende tsunami’s identificeren en dateren, allemaal het gevolg van zeebevingen in en rond de breuklijn tussen de Indo-Australische aardplaat en de Sunda-plaat. Opvallend: tijdens de vijfduizend jaar van de tijdlijn waren er twee millennia waarin niet één tsunami heeft plaatsgevonden, terwijl de onderzoekers elders op de tijdlijn een eeuw vonden waarin de grot wel vier keer werd getroffen door een vloedgolf. Dat lijkt nogmaals te bevestigen waarvoor geologen al langer waarschuwen: dat tsunami’s een zeer onregelmatig patroon volgen, en dat ze dus erg moeilijk te voorspellen zijn.