Zijn bossen echt onmisbaar voor de zuurstof die we inademen?

Het Amazonewoud wordt ook wel de ‘groene long’ van de aarde genoemd. Hoe cruciaal zijn bossen voor onze zuurstofvoorziening? 

Er zijn duizend-en-één argumenten om onze bossen te beschermen. Ze zijn cruciaal voor de biodiversiteit, koolstofopslag, waterhuishouding, ecosysteemdiensten, recreatie, ons welzijn, en ga zo maar door. Een veelgehoord argument om bossen te beschermen is dat ze zuurstof produceren, en op die manier levensnoodzakelijk zijn voor ons voortbestaan. In diezelfde adem wordt het Amazonewoud ook wel de ‘groene long’ van de aarde genoemd. Maar ook het microscopisch plankton in de oceanen zou verantwoordelijk zijn voor vijftig procent van onze zuurstofproductie. Hoe zit dat precies?

Onze atmosfeer bevat bijna 21 procent zuurstof. Koolstofdioxide of CO2, de grootste aandrijver van de klimaatverandering, heeft momenteel een concentratie van zo’n 0,04%. Vóór de industriële revolutie schommelde die honderdduizenden jaren lang tussen de 0,017% en 0,03%. Ook de zuurstofconcentratie kende variaties. De voorbije 500 miljoen jaar schommelde het gehalte grotendeels tussen 15% en 30%.

Een grote piek tot 35 procent vond plaats in het Carboon, het tijdperk van de uitgestrekte steenkoolwouden. Dood plantenmateriaal dat in die moerassige wouden wegzonk en later omgevormd zou worden tot steenkool, werd niet afgebroken door micro-organismen en schimmels. Dat leidde tot een netto zuurstoftoename. Het illustreert hoe bossen ook vandaag bijdragen tot de zuurstofproductie. Die is een gevolg van een onbalans, waarbij er netto meer organisch materiaal moet worden geproduceerd dan afgebroken in het ecosysteem.

Omwenteling

Historisch gezien waren oceanen dan weer uitermate belangrijk voor het zuurstofgehalte op aarde. Bomen bestaan pas 385 miljoen jaar (zie ook: Zijn haaien echt ouder dan bomen?), toen het zuurstofgehalte in de atmosfeer al vlot boven de 15 procent uitkwam. Maar liefst twee miljard jaar eerder, lang voordat er van planten of dieren sprake was, begonnen ééncellige cyanobacteriën aan fotosynthese te doen. In wat we nu de grote zuurstofcrisis noemen, vulde hun zuurstof eerst de oceanen, om zich daarna gestaag op te hopen in de atmosfeer. Aan het eind van het Precambrium steeg het zuurstofgehalte in de atmosfeer tot meer dan tien procent. Dat was een omwenteling die volgens sommigen de aanleiding gaf tot de ‘Cambrische explosie’ zo’n 540 miljoen jaar geleden, de spectaculaire verschijning en diversificatie van de talrijke groepen van het dierenrijk.

Vandaag staan oceanen nog steeds in voor de helft van de zuurstofproductie. Nagenoeg alles daarvan wordt ook weer opgebruikt door het oceaanleven zelf. De zuurstofproductie in de atmosfeer blijkt voornamelijk afkomstig van het land zelf. De grootste bijdrage komt van tropische graslanden, savannes en regenwouden, samen goed voor zo’n 60 procent van de zuurstofproductie op land. Gematigde bossen dragen slechts acht procent aan bij. Het gaat om – vanuit menselijk perspectief - heel trage processen. De atmosfeer is een gigantisch reservoir: valt de zuurstofproductie morgen volledig stil, dan nog kunnen we millennia verder.

Conclusie: op de geologische tijdschaal zijn tropische bossen vandaag inderdaad de groene long van de aarde. Maar het beschermen van bossen, zelfs het Amazonewoud, zal op menselijke tijdschaal geen effect hebben op onze zuurstofbeschikbaarheid. Uiteraard blijven de andere redenen waarom ze onze bescherming verdienen wel overeind.