Duizend bodembacteriën geven genoom prijs

13 juni 2017 door SST

In een handje zand zitten meer bacteriën en microben dan er sterren zijn in onze Melkweg. Toch weten we nauwelijks iets over hun genetische samenstelling. Daar komt nu langzaamaan verandering in.

"De bacteriën werden uit de ondergrond gehaald, maar kwamen ook uit zeewater, plantenresten en zelfs uit koeienvlaaien en uitwerpselen van termieten"

Amerikaanse genetici hebben voor de tweede keer een informatiegolf losgelaten omtrent het Genomic Encyclopedia of Bacteria and Archaea-project, een initiatief met als doel het DNA van zoveel mogelijk verschillende bodemmicroben te karakteriseren. De huidige wetenschap kijkt – logischerwijze, vanuit medisch standpunt – in de eerste plaats immers naar bacteriën die in dieren en mensen leven (zoals in de darmen), en daardoor dreigt het onderzoek naar de wereld van de op zichzelf levende eencelligen wat vergeten te worden.

De onderzoekers komen nu met de volledig geanalyseerde genomen van niet minder dan 1.003 bacteriën en archaebacteriën (oerbacteriën). Dit terwijl bij de eerste informatiegolf, in 2009, het nog slechts om 56 genomen ging. De bacteriën in kwestie werden niet alleen gehaald uit de ondergrond, maar kwam ook uit zeewater, plantenresten en zelfs koeienvlaaien en uitwerpselen van termieten.

Het belang van het onderzoek draait niet zozeer rond het kennen van de genetische code van de bacteriën, maar wel rond de gestage aanwas van de database met ‘referentiegenomen’ van bodembacteriën. Die is immers nodig om contaminatie door bacteriën in DNA-analyses met honderd procent zekerheid te kunnen herkennen.  Handig bij bijvoorbeeld archeologische vondsten en het herkennen van forensisch materiaal op plekken waar een misdaad is gepleegd.