Leven heeft genoeg aan 437 genen

29 maart 2016 door Eos-redactie

De synthetische biologie en haar peetvader, Craig Venter, hebben voor een nieuw exploot gezorgd.

De synthetische biologie en haar peetvader, Craig Venter, hebben voor een nieuw exploot gezorgd.

De bekende moleculair bioloog Craig Venter, die in 2010 als eerste een kunstmatige cel op de wereld zette, heeft het ‘m nog maar eens gedaan. Samen met zijn team draaide hij de natuur een fameuze loer door aan te tonen dat een bacterie in staat is te leven en zichzelf voort te planten (delen) met slechts 437 genen in zijn DNA. Dit terwijl de microbe met de zuinigste genetische code in de natuur, Mycoplasma genitalium, er een pak meer heeft, 525 om precies te zijn. Dat wil zeggen dat de natuur de ondergrens voor het leven niet nauwkeurig heeft vastgelegd.

Venter en co gaan er prat op dat ze nu het absolute minimum hebben bereikt, hoewel concurrenten – de synthetische biologie is een bikkelharde wereld – nu wellicht gaan proberen levende cellen te maken met minder dan 437 genen. Vreemd is wel dat de kunstmatig gecreëerde bacterie, JCVI-syn3.0 genoemd, nog geheimen meedraagt – alsof ze toch niet door de mens maar door natuur werd gecreëerd. Van een derde van de 437 genen is bijvoorbeeld niet geweten wat de specifieke functie is, behalve dan dat die levensnoodzakelijk is. Venter concludeert daaruit dat ook in het menselijke genoom er nog talloze genen zijn waarvan we niet precies weten wat ze doen, terwijl ze wel het verschil uitmaken tussen leven en dood. Het onderzoek is gepubliceerd in Science. (sst)

Wanneer staat er echt complex 
leven op uit het lab? In het mei-nummer, 2014, van Eos brachten we al een langer stuk over synthetische biologie. U kunt het hier herlezen.