Menselijk embryo gekloond voor stamcellen

17 mei 2013 door Eos-redactie

Amerikaanse wetenschappers hebben met de Dolly-techniek menselijke embryo’s gekloond en embryonale stamcellen geoogst.

Op stamcellen is grote hoop gevestigd. De cellen kunnen nog nagenoeg tot alle weefseltypes uitgroeien en zouden dus ingezet kunnen worden bij onder meer weefselschade. Wetenschappers zochten het voorbije decennium verwoed naar een manier om de cellen zelf aan te maken. Eerst golden menselijke embryo’s als de beste bron, en dus was onderzoek naar het kloneren van embryo’s hot. In 2004 verklaarde de Zuid-Koreaanse wetenschapper Hwang Woo-Suk dat hij er als eerste in geslaagd was embryonale stamcellen te klonen, maar de man bleek zijn onderzoek vervalst te hebben. Het succesvol klonen van embryo’s leek veraf.

Afgelopen woensdag was het dan eindelijk toch zo ver. Een team wetenschappers van Universiteit of Oregon kondigde met trots in het vakblad Cell aan dat het ze gelukt was. Met dezelfde techniek die het levenslicht schonk aan het schaap Dolly creëerden ze een kloon van een menselijk embryo. De wetenschappers namen huidcellen van een acht maanden oude baby met een genetische ziekte en brachten ze in twee menselijke eicellen in waar het DNA uit verwijderd was. Uit de kloonembryo’s konden menselijke stamcellen geoogst worden.

Voor stamceltherapie is het belangrijk dat de cellen genetisch identiek zijn aan de cellen van de patiënt. Een embryo dat gekloond werd met DNA van de persoon die stamcellen nodig heeft, bevat compatibele stamcellen. Denk bij embryo echter niet aan een halfvolgroeide menselijke baby. Het gaat hier om een blastocyst, een hoopje van een 150-tal cellen, ontstaan na ongeveer vijf dagen celdeling. Voorheen geraakten wetenschappers niet voorbij de stadium van 6 naar 12 cellen. 150 cellen is nog altijd niet veel, maar genoeg om te gebruiken voor stamceltherapie.

Voorbijgestreefd?

De doorbraak van de wetenschappers in Oregon zou wereldnieuws zijn, ware het niet dat andere onderzoekers in 2007 al een handigere manier ontdekten om stamcellen te verkrijgen. Cellen - bijvoorbeeld huidcellen - kunnen via manipulatie ‘terug in de tijd gestuurd worden’, tot stamcellen. Die stamcellen hebben dan, net zoals embryonale stamcellen, een genetische code die identiek is aan die van de patiënt-donor.

Die laatste techniek heeft twee grote voordelen. In tegenstelling tot klonen is er geen nood aan eiceldonoren, en de ethische kwestie omtrent het gebruik van embryo’s voor geneeskundige doeleinden wordt omzeild. Dat besefte de wetenschappelijke wereld ook: de ontwikkelaars van de alternatieve techniek kregen in 2012 al een Nobelprijs.

Toch is de doorbraak in het kloneren niet voor niets. Stamcellen gemaakt via huidcellen kunnen vergeleken worden met embryonale exemplaren, wat een heleboel informatie kan opleveren.

Tegenstanders van het kloneren van menselijke embryo’s – zij redeneren dat alle embryo’s leven zijn, en dat je met leven niet mag experimenteren – hebben al opgeroepen de techniek internationaal te verbieden. (ma)