Redding voor vergeelde da Vinci

03 juni 2014 door Eos-redactie

Leonardo da Vinci’s Turijn-portret is op sterven na dood. Om het werk te redden, gingen chemici na onder welke omstandigheden het kunstwerk het snelst vergeelt.

Leonardo da Vinci’s Turijn-portret is op sterven na dood. Om het werk te redden, gingen chemici na onder welke omstandigheden het kunstwerk het snelst vergeelt.

Het gaat niet goed met het bekende portret – vermoedelijk een zelfportret – dat Leonardo da Vinci rond 1515 tekende. In de loop der eeuwen is de afbeelding flink aangetast, waardoor het papier vergeelde en de tekening amper nog zichtbaar is. Italiaanse onderzoekers wilden nagaan of de beroemde rode krijttekening ook vandaag nog aftakelt, en hoe ze die aftakeling kunnen afremmen. Daarvoor ontwikkelden ze een techniek die ze ook op andere kunstwerken en historische documenten kunnen toepassen.

De oorzaak van vergeling zijn chromoforen: moleculaire bestanddelen die in het papier zitten en licht opnemen. Dat licht zetten ze om in gele en bruine verkleuringen op het papier. Om te weten aan welke snelheid die chromoforen tewerk gaan, maten de onderzoekers de concentratie aan chromoforen door middel van spectroscopie, een techniek die het kleurenspectrum van stoffen analyseert. Zo berekenden ze de staat van ontbinding van het bekende zelfportret van da Vinci. Die resultaten vergeleken ze dan weer met kunstmatig verouderde papierstalen. Op die manier kwamen ze tot de vaststelling dat het Turijnse portret van da Vinci in de loop der eeuwen bewaard werd onder te vochtige omstandigheden en in een besloten ruimte. Willen restauratoren voorkomen dat het werk helemaal verdwijnt, dan moeten ze het dus opslaan in een droge, open ruimte.

De chemici, onder meer verbonden aan de Universiteit van Rome Tor Vergata (Italië) en de Jagiellonische Universiteit in Krakau (Polen), publiceerden hun onderzoeksresultaten in het vakblad Applied Physics Letters. (adw)