Uitgeverijen trekken meer dan 120 fake papers terug

25 februari 2014 door RV

Twee grote uitgeversbedrijven moeten meer dan 120 papers terugtrekken die door een computerprogramma werden gegenereerd en vol nonsens staan. Dat meldt Nature.

Springer en IEEE, twee uitgeverijen voor wetenschappelijke tijdschriften, moeten meer dan 120 artikelen uit hun tijdschriften en databases terugtrekken nadat de Franse computerwetenschapper Cyril Labbé ontdekte dat de papers door een computer werden gegenereerd en volstrekte nonsens bevatten. Het gaat om papers die in meer dan 30 tijdschiften – zogenaamde ‘conference proceedings’ – terechtkwamen tussen 2008 en 2013. Zestien ‘artikelen’ verschenen in tijdschriften van het Duitse uitgeversbedrijf Springer, honderd werden gepubliceerd door het Amerikaanse Institute of Electrical and Electronic Engineers (IEEE). Beide werden door Labbé op de hoogte gebracht en gaan de nonsens-papers verwijderen. Het zou vooral gaan om Chinese auteurs en de papers waren meestal bedoeld voor conferenties in China, aldus de computerwetenschapper.

SCIgen

Labbé zocht de voorbij twee jaar naar artikelen die gegenereerd werden door het computerprogramma SCIgen. Dat programma, in 2005 ontworpen door onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology en gratis te gebruiken, combineert willekeurig woorden tot ‘papers’ over computerwetenschap. De MIT-onderzoekers hadden het gemaakt om te bewijzen dat je organisatoren van wetenschappelijke conferenties om de tuin kunt leiden met nonsens-papers. Nu blijken ook de wetenschappelijke tijdschriften die uit die conferenties voorvloeien, vatbaar. Springer-uitgeverij, die de zaak nog onderzoekt en haar databases verder uitkamt naar SCIgen-papers, geeft nochtans aan dat de artikelen peer review ondergaan, dus door een editor en door vakgenoten worden nagelezen. Springer brengt per jaar 2.200 vaktijdschriften en 8.400 boeken uit.

In oktober vorig jaar bewees wetenschapsjournalist John Bohannon nog dat de peer review van vele zogenoemde open access tijdschriften tekortschiet. Open access wil zeggen dat de tijdschriften gratis te raadplegen zijn maar dat wetenschappers een vergoeding betalen om erin te publiceren. Bohannon kreeg meer dan 150 fake artikelen in open access tijdschriften.

Mazen

De SCIgen-zaak bewijst dat de mazen in sommige klassieke, ‘gesloten’ tijdschiften van gerenommeerde uitgeverijen even groot kunnen zijn. ‘Er zijn geen aanwijzingen dat open-access-tijdschiften minder goede peer review zouden hebben dan de klassieke tijdschiften’, zegt Labbé op de website van Nature.

Een van de eersten die met een onzinnige paper de zwakke plekken van academische controle aantoonde, was Alan Sokal, natuurkundige van New York University. Hij kreeg in 1996 een fake paper gepubliceerd in het vaktijdschrift Social Text.