Bestaande medicatie verhelpt trauma-effecten bij muizen

Het medicijn amiloride verhelpt paniekreacties en een hogere pijngevoeligheid bij muizen. Deze effecten hadden ze ontwikkeld doordat ze meteen na hun geboorte bij hun moeder weggehaald waren. Opvallend was dat de effecten gedurende twee generaties bleven aanhouden.

Door gescheiden te worden van hun moeder kan het neurologisch functioneren van pasgeboren muisjes veranderen. Dat blijkt uit Canadees onderzoek. De onderzoekers scheidden een generatie muizen van hun moeder en plaatsten hen gedurende hun eerste levensweek elke dag bij een nieuwe surrogaatmoeder. Sommige muizen ervaarden op hogere leeftijd verhoogde paniek- en angstreacties, en een hogere pijngevoeligheid. Opvallend is dat die effecten ook gevoeld werden door de twee volgende generaties.

‘De kernboodschap van dit onderzoek is dat stress op heel jonge leeftijd een blijvende impact kan hebben’, zegt Jeroen Pasterkamp, voorzitter van het UMC Utrecht Hersencentrum en hoogleraar translationele neurowetenschappen aan de Universiteit Utrecht. ‘Het lichaam herinnert zich onbewust dat het weggehaald is geweest. Dat dit vervolgens een effect heeft op de twee volgende generaties die dit niet hebben meegemaakt is erg interessant. Het toont aan dat stoornissen kunnen ontstaan over de generaties heen, zonder dat je er zelf invloed op hebt. Het kan dus voor een groot deel gewoon in je zitten.’

Hooggevoeligheid

De muizen die weggehaald werden bij hun moeder waren niet alleen gevoeliger voor pijn, maar begonnen ook te hyperventileren als ze blootgesteld werden aan zes procent CO2-verrijkte lucht. Ze vertoonden verder een verhoogde expressie van het ASIC1-gen, het ASIC2-gen, en het ASIC3-gen in de medulla oblongata en periaqueductale grijze massa in de hersenen. Dat zijn hersengebieden verantwoordelijk voor sensorische processen en pijnprocessen, zoals bijvoorbeeld de ademhaling.

‘Die genen zijn ionkanalen die de zuurgraad meten en zenuwcellen activeren. Dit verklaart de reactie op de verhoogde hoeveelheid CO2 in het bloed en de pijnprikkels’, legt Pasterkamp uit. ‘Als reactie op het weghalen van de muisjes bij de moeder veranderden die kanalen in hun expressie. De muizen begonnen te hyperventileren als de CO2 in het bloed steeg. Ook werden ze gevoeliger voor allerlei pijn- en warmtestimuli in een heel breed spectrum. Je zou kunnen zeggen dat het een vorm van over- of hooggevoeligheid is.’

Het bestaande medicijn amiloride, en specifiek een enkele dosis van het inhalatiemiddel, zou de paniekreacties en hogere gevoeligheid voor pijn volledig kunnen omkeren. Maar of het ook een effect heeft op de mentale gezondheid van de muizen is onduidelijk. ‘We kunnen het hen jammer genoeg niet vragen. Dit onderzoek is nu eenmaal uitgevoerd op muizen, dat is een belangrijke kanttekening. Of het bij de mens ook zo zou werken, moet onderzocht worden. Mensen gaan bijvoorbeeld op een andere manier om met hun kinderen en kunnen op bepaalde stimuli anders reageren. Het is een te complexe materie om zomaar te zeggen dat pakweg pleegkinderen en hun nageslacht dit ook allemaal zouden ervaren. Maar dat iets van generatie tot generatie kan overgedragen worden, is duidelijk’, besluit Pasterkamp.