Column

De zin en onzin van astrologie

De geschiedenis van de huidige wetenschap van de sterren, de astronomie, is niet los te denken van de astrologie. Hoe zit dat?

Tijdens mijn opleiding fysica leerde ik Karin kennen. Ze vertelde me dat ze van rare dingen hield, zoals astrologie. Onze vriendschap stond helaas niet in de sterren geschreven, want zij was een Boogschutter en ik een Stier, wat volgens haar boeken niet de beste match was.

Als tiener had ik me ook verdiept in waarzeggerij, maar in die boeken over het bovennatuurlijke had ik weinig bevredigende antwoorden gevonden. Juist die teleurstelling had me dichter bij de fysica gebracht: ik was nog steeds op zoek naar verwondering, maar dan in natuurfenomenen. Toch wist ik ook niet waar de scheidingslijn precies lag tussen echte verschijnselen die wetenschappelijk nog niet verklaard zijn en pure onzin. Voor Karin meanderde die lijn anders dan voor mij en dat was prima.

Sommige professoren besteedden wel aandacht aan het verschil tussen wetenschap en pseudowetenschap. Met behulp van klassieke mechanica berekenden we bijvoorbeeld de zwaartekracht van Jupiter op de massa van een baby tijdens de geboorte. Die krachten waren vergelijkbaar met de gravitationele aantrekking van een extra persoon in de verloskamer, dus onmerkbaar klein. De oefening moest aantonen dat andere hemellichamen ons niet noemenswaardig beïnvloeden bij onze geboorte.

Maar volstaat die berekening als argument tegen horoscopen? Mensen geloven heus niet in astrologie omdat ze denken dat de zwaartekracht van een verre planeet het babyhoofdje iets meer naar links of rechts trekt tijdens de bevalling. Het idee dat de sterren ons leven beïnvloeden is veel ouder dan de Newtoniaanse fysica en moet dus niet in termen van krachten begrepen worden.

De geschiedenis van de huidige wetenschap van de sterren, de astronomie, is niet los te denken van de astrologie. Viktor Blåsjö is historicus van de wiskunde in Utrecht. Hij stelt zich voor hoe primitieve mensen nieuwsgierig hebben gekeken naar de patronen aan de nachthemel. Vruchtbare vrouwen moeten de overeenkomst gemerkt hebben tussen de maanfasen en hun menstruatiecyclus. Mensen aan de kust moeten verbanden gezien hebben tussen de maan en de getijden. En welke sterrenbeelden ze zagen hing af van de seizoenen, waardoor de sterren als eerste kalenders fungeerden.

De geschiedenis van de huidige wetenschap van de sterren, de astronomie, is niet los te denken van de astrologie

Bovendien bewegen de hemellichamen schijnbaar vanzelf, net zoals levende wezens. Het is dan ook geen onredelijke hypothese dat onze ziel een fragment van de hemel zou kunnen zijn. In zijn cursus formuleert Blåsjö het ‘fundamentele principe van persoonlijke astrologie’ als volgt: ‘de ziel, op haar weg door de planetaire sferen op het moment van geboorte, krijgt haar specifieke karakter afhankelijk van de posities van de planeten op dat moment’.

Bij het vak sterrenkunde leerden we ons sterrenbeeld berekenen. De schijnbare positie van de zon beweegt in de loop van het jaar door de dierenriem. Hiermee kunnen we een geboortedatum koppelen aan een sterrenbeeld, zoals astrologen al doen sinds de oudheid. Er zijn echter twee complicaties.

De aardas heeft namelijk geen vaste stand ten opzichte van het vlak waarin de aarde om de zon draait, maar tolt zeer traag (precessie), met een periode van 26 millennia. Astrologie begon meer dan twee millennia geleden: lang genoeg om dit effect duidelijk te merken. De schijnbare positie van de zon ten opzichte van de dierenriem loopt nu ongeveer één teken achter. Volgens de sterrenkundige berekening stond de zon bij mijn geboorte bijvoorbeeld in het sterrenbeeld Ram, terwijl mijn ‘traditionele’ sterrenbeeld Stier is.

Mijn vriendin kwam voor haar geboorteteken ook niet uit bij Boogschutter, maar evenmin bij een van de andere elf traditionele sterrenbeelden. Haar resultaat toonde het tweede probleem aan: de schijnbare positie van de zon doorloopt niet twaalf maar dertien sterrenbeelden. Haar nieuwe teken bleek Ophiuchus te heten: de Slangendrager.

Het grootste probleem is echter dat astrologie niet werkt. Haar voorspellingen doen het niet beter dan je op basis van toeval kunt verwachten: fysicus Shawn Carlson publiceerde in 1985 in Nature een statistische analyse, die sterk tegenbewijs levert tegen de astrologische hypothese over het verband tussen individuele eigenschappen en het geboorteteken. Dit treft het fundamentele principe van de astrologie in de kern. Die hypothese was op zich niet onzinnig, maar is met de kennis van nu niet langer houdbaar.

Het laatste tegenbewijs dank ik aan Karin zelf, want een kwarteeuw later zijn wij nog steeds bevriend.

Doe mee met #eosleeft

Met artificiële intelligentie is het eenvoudiger dan ooit om massaal misinformatie viraal te laten gaan op sociale media. Eos Wetenschap vzw wil een baken zijn voor iedereen die op zoek is naar wetenschappelijk onderbouwde journalistiek.


Dankzij de financiële steun van onze community kunnen we dit onafhankelijk blijven doen zonder beïnvloeding van politieke of commerciële spelers.


Wij verstoppen ons niet achter een paywall, omdat we geloven dat open, kwaliteitsvolle wetenschapsjournalistiek leidt tot een vrijere en betere wereld.
Wil je meer weten over de missie van Eos? Klik hier.
 

Deel je onze missie? Help mee om onze impact te vergroten.

Doneer hier