Column

Shared decision making: samen sterk

Wat maakt het vak van psychiater waardevol en interessant? Columnist Ebtisam El Filali schrijft erover in haar eerste column voor Psyche&Brein. 

Onlangs werd bij een patiënte – laten we haar Laura noemen - de diagnose bipolaire stoornis gesteld. Na jarenlange episodes van depressie kreeg Laura op middelbare leeftijd een hypomane episode.

Een bipolaire stoornis wordt gekenmerkt door wisselingen in de stemming, waarbij er sprake is van periodes van onder andere neerslachtigheid, vermoeidheid en concentratieverlies. Deze periodes worden een depressie genoemd. Daarnaast hebben de patiënten periodes waarbij ze verhoogde stemming ervaren, vol zelfvertrouwen zitten en zich superieur voelen, maar ook actievere gedachten en gedrag vertonen. Deze periodes worden een hypomanie of manie genoemd. Het verschil tussen de twee zit hem in de ernst en duur van deze periode.

Ondanks deze duidelijke definitie zijn er grote verschillen in de frequentie van de stemmingswisselingen, hoe en hoe ernstig die tot uiting komen en wat de impact op het leven van de patiënt en de naasten is. Dat komt onder andere door verschillen in de leefstijl of gebeurtenissen die plaatsvinden in het persoonlijk leven, zoals een verhuizing, verdriet om een verlies van een dierbare, maar ook de mate waarin iemand een rol kan, mag en wil spelen in de maatschappij. Daarnaast heeft niet elke patiënt genoeg baat bij de behandeling die volgens de richtlijnen is opgesteld.

Als psychiater op de afdeling bipolaire stoornissen krijg ik vaak te maken met patiënten die dezelfde diagnose hebben, maar de aandoening verschillend beleven, met een andere impact op hun persoonlijke leven. Niet alleen ziet de bipolaire stoornis er anders uit bij verschillende patiënten, ook reageren ze verschillend op dezelfde behandeling.

Aandacht hebben voor de gehele persoon, en niet alleen voor de stoornis, is essentieel in de behandeling van psychiatrische patiënten

Aandacht hebben voor de gehele persoon, en niet alleen voor de stoornis, is van essentieel belang in de behandeling van mensen met een psychiatrische aandoening. Want alleen dan is het mogelijk om samen tot een besluit te komen over de beste behandeling en begeleiding. In de zorg staat dat bekend als shared decision making (SDM): samen beslissen.

Terug naar Laura. In het verleden werd zij behandeld met een antidepressivum, maar dat is geen verstandige keuze bij bipolaire stoornis. Hoe moesten we nu verder?

Het medicijn dat volgens de richtlijn wordt geadviseerd is lithium, een natuurlijk voorkomend metaal, dat in hoge concentraties in tabletvorm bij ruim twee van de drie patiënten met een bipolaire stoornis kan helpen toekomstige stemmingswisselingen te voorkomen. Als Laura daarvoor kiest, zal ze regelmatig bloed moeten laten afnemen om te onderzoeken wat het effect is van lithium op haar schildklier en nieren, twee organen die ontregeld kunnen raken. Als alternatief kan ze ook kiezen voor lamotrigine. Dat middel helpt bij een grote groep patiënten goed om een depressie te voorkomen, maar niet bij het voorkomen van een hypomanie.

Na een gesprek besluiten Laura en ik om te starten met lamotrigine. Ze vindt bloed prikken te belastend en maakt zich meer zorgen om de bijwerkingen van lithium dan om die van lamotrigine. En aangezien ze last heeft van depressies en maar één hypomanie heeft gehad, is dat een reële keuze waar ik als arts achter kan staan.

Samen met de patiënt proberen te achterhalen welke factoren invloed hebben op het verloop van zijn of haar aandoening en samen een plan opstellen om de behandeling en begeleiding te optimaliseren, dat is wat mijn vak waardevol en interessant maakt.