Te weinig liefde? Het ligt alvast niet aan je leeftijd

Jongeren slagen er niet beter in om liefde, bevestiging en status te ontvangen dan ouderen, luidt de verassende conclusie van een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Hoe vaak je affectie krijgt, hangt van jezelf en je sociale vaardigheden af.

Iedereen heeft bepaalde sociale behoeftes. De een is op zoek naar affectie en liefde, de ander wil dan weer liever status. Wanneer deze behoeften maar moeilijk vervuld raken, als iemand zich eenzaam voelt bijvoorbeeld, kent dit een negatieve weerslag op de (mentale) gezondheid van de persoon in kwestie. De gevolgen van eenzaamheid zijn soms even verregaand als die van roken of obesitas. Daarom is het uiterst belangrijk dat we zo goed mogelijk aan deze sociale behoeftes proberen te voldoen.

Gepensioneerden compenseren verlies van status niet met extra portie liefde

Wat maakt dat de ene persoon zoveel beter in is in het bevredigen van zijn sociale behoeftes dan de andere? Dat onderzochten wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen aan de hand van een vragenlijst afgenomen bij elfduizend mensen. De resultaten verrasten de onderzoekers. ‘We hadden verwacht dat mensen die bijvoorbeeld met pensioen gaan, het verlies aan status zouden willen goedmaken door meer affectie te genereren’, ste’t universitair docent en coauteur van de studie Bertus Jeronimus. In de praktijk veranderen de sociale behoeftes van een mens nauwelijks doorheen het leven. 

Mensen zijn onderling zo divers dat generatieverschillen helemaal wegvallen

Ook hoe goed we zijn in het vervullen van deze sociale behoeftes, wijzigt amper. ‘Een persoonlijkheid is geen vast gegeven. Jonge twintigers en dertigers zijn gemiddeld extraverter dan zestigplussers. Status piekt typisch op middelbare leeftijd. Extraverte personen met hoog aanzien doen het doorgaans beter op sociaal vlak. Toch zien we vrijwel geen verschil in de mate waarin jongere en oudere generaties hun sociale behoeftes weten te bevredigen’, stelt Jeronimus. Dit lijk te suggereren dat mensen onderling zo divers zijn dat generatieverschillen op dit vlak helemaal wegvallen. 

Kleinkindjes vervangen de duizend Facebook-vrienden

Daarnaast kan het zijn dat verschillende generaties hun sociale behoeftes anders invullen. ‘Het kan natuurlijk dat ouderen gemiddeld minder nood hebben aan de grote sociale kring die typisch is voor jongeren. Een oudere zou zijn honger naar affectie ook perfect kunnen stillen met het gezelschap van kleinkindjes en een handvol innige vriendschappen’, vervolgt Jeronimus.

'Het stereotype beeld van de succesvolle bankier die later op de avond in een lege loft thuiskomt en eenzaam is, klopt niet'

Een andere mogelijkheid is dat mensen zichzelf steevast vergelijken met hun leeftijdsgenoten wanneer het aankomt op zaken als status. Jongeren kijken sneller naar het succes van hun andere jonge vrienden dan naar dat van hun gepensioneerde buurvrouw. Dat kan natuurlijk ook verklaren waarom de onderzoekers weinig verschil aantroffen tussen de generaties. ‘Beide perspectieven op waarom generaties op dit vlak weinig verschillen, zullen we in de toekomst verder uitdiepen’, besluit Jeronimus.

Hoe groter het succes, hoe warmer de liefde

Wat ook opviel was dat mensen ofwel heel goed of heel slecht zijn in het bevredigen van hun sociale behoeftes. ‘Het stereotype beeld van de succesvolle bankier die later op de avond in een lege loft thuiskomt en eenzaam is, klopt dus niet’, stelt Jeronimus. Wie er goed in slaagt om te voldoen aan één sociale behoefte, bijvoorbeeld door als bankier een redelijk hoge status te genieten, is meestal ook succesvol op vlak van affectie en bevestiging.

Dit komt doordat de eigenschappen en omstandigheden die helpen om één sociale behoefte te vervullen, ook van pas komen bij de andere. Uiteindelijk komt het voor een groot stuk neer op je sociale vaardigheden. ‘Dat wil concreet zeggen dat als je een gezellige, extraverte persoon bent, je er waarschijnlijk meer en vlottere sociale contacten op nahoudt. Dat vertaalt zich vaak al snel naar de werkvloer, waar die kwaliteiten ook geapprecieerd worden. Voor zo’n persoon is het natuurlijk makkelijker om de behoefte aan affectie, bevestiging en status te bevredigen’, besluit Jeronimus.