Te ziek voor school? Onderwijsmogelijkheden voor chronisch zieke kinderen

Wanneer kinderen en jongeren geconfronteerd worden met een chronische ziekte, blijkt naar school gaan niet meer zo vanzelfsprekend. Verschillende organisaties en structuren dragen bij aan de voortzetting van onderwijs voor deze kinderen en jongeren. 

Kinderen en jongeren tussen 6 en 18 jaar hebben leerplicht. De overgrote meerderheid vervult deze leerplicht op school. Ze staan er vaak zelf niet bewust bij stil en ze beschouwen het naar school gaan niet altijd als hun favoriete bezigheid, maar school maakt ongetwijfeld een prominent deel uit van het leven van schoolgaande kinderen en jongeren. Scholen dragen voor een groot stuk ook bij aan het opgroeiproces en de ontwikkeling van leerlingen. We denken daarbij in eerste instantie aan cognitieve ontwikkeling, kinderen doen kennis op in de klas, ze leren steeds abstracter redeneren, etc. Maar ook op sociaal vlak leren zij veel, denk bijvoorbeeld aan vriendschappen sluiten, afspraken maken met klasgenootjes, en leren luisteren naar elkaar.

Wanneer kinderen en jongeren geconfronteerd worden met een chronische ziekte, blijkt naar school gaan niet meer zo vanzelfsprekend. De kinderen zijn vaak niet in staat om naar school te gaan door bijvoorbeeld frequente ziekenhuisopnames, intensieve behandelingen, of fysieke symptomen. Naast een leefwereld die voor niet-zieke kinderen grotendeels bestaat uit twee delen, school en familie, komt er voor deze groep kinderen ook nog de medische wereld bij waarin zij hun weg moeten vinden. Hoewel er vroeger in geval van ernstige, chronische aandoeningen vooral aandacht besteed werd aan medische symptomen en behandeling, wordt er tegenwoordig steeds meer geïnvesteerd in de levenskwaliteit en ondersteuning van deze kinderen en hun familie. Onderwijs vormt hierop geen uitzondering. De verderzetting van onderwijs is belangrijk voor de cognitieve ontwikkeling van deze kinderen en jongeren, maar ook het aspect van ‘kind zijn’ mag niet onderschat worden. Door les te blijven volgen, huiswerk te maken, etc., wordt ook het ‘normale’ leven in de mate van het mogelijke verdergezet. 

Verschillende organisaties en structuren dragen bij aan deze voortzetting van onderwijs voor chronisch zieke kinderen en jongeren. Ze worden samengebracht op het platform PoZiLiV (Platform van Onderwijs aan Zieke leerlingen). Zo is er in bepaalde ziekenhuizen een ziekenhuisschool waar individueel of in kleine groepjes lesgegeven wordt door leerkrachten van deze ziekenhuisschool. Kinderen krijgen les op hun kamer of in de klaslokalen van de ziekenhuisschool om de nodige leerstof onder de knie te krijgen. Af en toe kan er een glimp worden opgevangen van de werking van zo’n ziekenhuisschool in tv-programma’s zoals Helden van de Kinderkliniek of Kinderziekenhuis 24/7. Verder hebben chronisch zieke kinderen onder bepaalde voorwaarden ook recht op thuisonderwijs (bv. TOAH), waarbij leerkrachten aan huis komen om les te geven gedurende een aantal uren per week. Een derde mogelijkheid is het Synchroon internetonderwijs dat wordt aangeboden door Bednet. Bednet zorgt ervoor dat kinderen via het internet kunnen deelnemen aan het klasgebeuren. Het kind volgt live de lessen en kan interageren met leerkrachten en klasgenoten (vragen stellen, antwoorden, …). Een belangrijke meerwaarde is hierbij dat zo ook het contact met klasgenoten wordt gewaarborgd. Naast de cognitieve ontwikkeling, heeft Bednet dus ook een groot sociaal voordeel. De slogan: “Bednet, mee met de les en al de rest” is dus niet uit de lucht gegrepen. Al deze verschillende organisaties ijveren er samen voor om het kind geïndividualiseerd onderwijs op maat aan te bieden waarbij nauw overleg met de thuisschool steeds centraal staat. Op die manier kan er ook aandacht besteed worden aan de terugkeer naar school wanneer jongeren na een lange ziekteperiode terug instappen in hun school en/of klas.

Als we al deze onderwijsmogelijkheden mee in rekening brengen, kunnen we concluderen dat ze elk een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren met een chronische ziekte. Het ‘normale’ leven wordt – alleszins op schools vlak – in de mate van het mogelijke verdergezet, waardoor ook de levenskwaliteit en het welbevinden van deze jongeren wordt bevorderd.

Meer lezen? Deze blog is gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op de volgende websites:

https://www.onderwijsvoorziekekinderen.be/

https://www.vlaanderen.be/nl/onderwijs-en-wetenschap/op-school/onderwijs-voor-langdurig-zieke-leerlingen

https://www.kuleuven.be/uzschool/

https://www.bednet.be/

 

Sofie Prikken is doctoraatstudent psychologie aan de KU Leuven. Deze blog verschijnt ook op https://opgroeienblog.wordpress.com