Word je creatiever of gelukkiger van reizen?

Van reizen word je een beter mens. Daarover zijn velen het eens, ook wetenschappers. Toch is niet iedereen erbij gebaat en zijn lange, verre reizen altijd een risico. ‘Stop niet al je eieren in één mand.’

Reizen is goed voor ons. Dat lijkt de wetenschap herhaaldelijk te zeggen. Onderzoekers halen een hele rist voordelen aan. Door alle nieuwe indrukken en emoties die je op reis beleeft en opdoet, ga je als vanzelf in het nu leven. Die focus op het heden, zo blijkt overtuigend uit onderzoek, maakt je gelukkiger. Een reis vol verwondering ruimt onze geest op. De prefrontale cortex in ons brein vergeet zonder veel moeite alle dagelijkse verplichtingen en to-dolijstjes, waardoor de druk van stress en overbelasting afneemt.

‘Voor wie aan een depressie lijdt, kan een reis volledig fout uitvallen. Je neemt je problemen mee en laat je sociale netwerk achter. Dat is jezelf in de nesten werken’

Ervaringen geven ons meer voldoening dan spullen. In die eerste categorie vallen onder meer theatervoorstellingen, wellnessdagen en restaurantbezoekjes, maar ook reizen. Een reis vormt een complex geheel van ervaringen die we meestal in gezelschap beleven en delen, en waar we bovendien veel voor- en napret aan hebben.

Reizen kweekt meer begrip voor en vertrouwen in je medemens. Dat moet blijken uit het zogeheten Trust Game, een veelgebruikt instrument in de psychologie om de mate van vertrouwen in onze medemens te meten. Een deelnemer krijgt bijvoorbeeld 10 euro, waarvan hij een deel aan een andere deelnemer mag geven. Hoeveel hij uitdeelt, bepaalt hij zelf. Hij weet dat zijn gift verdriedubbeld zal worden. De deelnemer die de geldsom krijgt (het gegeven bedrag maal drie), mag op zijn beurt beslissen hoeveel van het verhoogde bedrag hij aan de schenker teruggeeft. Als beide deelnemers het spel slim en correct spelen, kunnen ze allebei met 15 euro naar huis gaan. Dat vraagt vertrouwen. Als deelnemer moet je immers eerst je volledige 10 euro durven weg te schenken.

Proefpersonen die naar meer verschillende landen waren geweest, vertrouwden bij het Trust Game meer geld aan de andere deelnemer toe. Reizen, zo besluit psycholoog Ap Dijksterhuis (Radboud Universiteit Nijmegen), leert ons dat mensen onder het laagje vernis van andere gewoontes en gebruiken in wezen overal hetzelfde zijn, met dezelfde diepere behoeften en drijfveren.

Fernweh en heimwee

Toch is reizen niet voor iedereen even zaligmakend. Of de voordelen ervan voor jou gelden, hangt af van jouw karakter. In de psychologie wordt iemands persoonlijkheid weleens beschreven aan de hand van vijf dimensies, die bij iedereen in mindere of meerdere mate aanwezig zijn. Als je een bevolkingsgroep op een klassieke gausscurve weergeeft, zie je dat de meeste mensen voor de vijf dimensies niet te hoog en niet te laag scoren. De profielen aan de extremen zijn uitzonderingen.

Een kleine groep van mensen vertoont een schijnbaar aangeboren hunkering naar verre horizonten – een drang die Duitsers typeren met het woord ‘Fernweh’. Deze minderheid scoort doorgaans hoog op de dimensies ‘openheid tot nieuwe ervaringen’ en ‘extraversie’. ‘Vooral mensen met een open blik, die goed tegen twijfel en onzekerheid bestand zijn, zien hun creativiteit toenemen als ze op reis gaan’, zegt Dijksterhuis, die zelf een hartstochtelijk reiziger is.

Andersom geldt dat mensen die minder graag reizen doorgaans laag scoren op de bovengenoemde dimensies. Andere persoonlijkheidsdimensies zijn bij hen meer uitgesproken. Bij de minder fervente reiziger en bij de echte huismus zijn de dimensies ‘emotionele instabiliteit’ en ‘introversie’ sterker aanwezig. Dijksterhuis: ‘Als deze mensen dan toch eens hun koffers pakken, profiteert hun creativiteit daar niet of nauwelijks van.’

Ad Vingerhoets is hoogleraar emoties en welbevinden aan de Universiteit van Tilburg. Hij is gespecialiseerd in stress, emoties en huilen en deed ook onderzoek naar heimwee, het fenomeen dat sommigen zelfs helemaal van reizen afhoudt. Zelf is hij geen enthousiast reiziger. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat heimwee vaak samenhangt met de dimensie ‘introversie’. Als je extravert bent, heb je juist minder last van heimwee. Je bent meer geneigd om te exploreren en contact te zoeken.’

Heimwee heeft te maken met gehecht zijn aan een bestaande omgeving, een veilige basis waarnaar je altijd terug kunt. ‘Onderzoek naar het zogenoemde huilen van cavia’s lijkt die definitie te bevestigen’, zegt Vingerhoets. ‘Jonge cavia’s huilen als ze even van hun moeder verwijderd zijn. Datzelfde gedrag vertonen ze nog sterker als ze zich daarbij ook in een vreemde, niet-vertrouwde omgeving bevinden.’

Voor sommige mensen staat reizen haaks op hun drang om bij het bekende te blijven. Als ze hun vertrouwde omgeving en hun sociale netwerk verlaten, geeft dat stress. ‘Vooral reizen naar landen waar je de gewoontes niet goed kent, betekent dat je controle verliest’, zegt Vingerhoets. ‘Dat gevoel is de belangrijkste stressbezorger. Je hoort vaak dat mensen op vakantie gaan om de accu weer even op te laden, maar door vakantiestress is er eerder sprake van energieverlies. Bij mensen met een depressie kan dat zelfs helemaal fout uitvallen: je neemt je problemen mee en laat je sociale netwerk achter. Dat is jezelf in de nesten werken.’

Verwondering

Stel je voor dat je rondwandelt in een wereld waar andere wetten van de fysica gelden. Je ziet een tafel met een koffer. Maar zodra je naar de tafel toestapt, wordt die koffer kleiner. En als je weer weggaat, wordt de koffer opnieuw groter. Of beeld je in dat je bij elke stap die je zet plots anderhalf keer zo snel opschiet. En de fles die door een speelgoedauto wordt geramd, valt niet op de grond, maar stijgt langzaam op.

Het zijn scènes uit een virtual reality-experiment dat polst naar de invloed van verwondering op creativiteit. Deelnemers bleken achteraf inderdaad beter te scoren op standaard creativiteitstests. Besluit: onverwachte, buitengewone gebeurtenissen maken ons brein leniger. ‘Ze prikkelen onze geest, leiden tot verwondering en dwingen ons brein om zich aan te passen’, zegt Dijksterhuis.

‘Van twee goed gespreide vakanties van een week geniet je meer dan van één break van twee weken’

Volgens hem kan reizen hetzelfde effect teweegbrengen als de VR-test. Hij ziet het als een goede manier om je brein even ‘op te schudden’. Je komt in aanraking met een cultuur die ver van je eigen leefwereld afstaat en verbaast je over grandioos natuurschoon en wonderlijke bouwwerken. Al die nieuwe informatie prikkelt je brein. ‘Het mooie aan reizen is dat die prikkeling vanzelf gaat. Zodra je in Mumbai of Kampala uit het vliegtuig stapt, begint de verwondering. Je hoeft er verder niets voor te doen.’

Onze hersenen hebben prikkels nódig: ons brein is in essentie een orgaan dat zintuiglijke input verwerkt en daarop een passende reactie in gang zet. Als zintuiglijke stimuli lang ontbreken, kan dat leiden tot extreme angsten, hallucinaties of depressie. Zover komt het zelden. Wat wel aanspreekt, is een prikkelarme periode van nietsdoen na een drukke periode. ‘Bij elke prikkel past je brein zich een klein beetje aan: je maakt wat nieuwe synapsen of zenuwcelverbindingen en dat houdt je hersenen fit’, aldus neurobioloog Dick Swaab. ‘Relatieve rust mag dus niet te lang duren, lijkt me. Als iets routine wordt, stimuleert dat je hersenen niet meer en krijg je al die positieve effecten – creativiteit, geluksgevoel, een fitter brein – dus niet.’

In aanraking komen met een cultuur ver van de eigen leefwereld blijkt goed voor de creativiteit.

Maar de hoeveelheid en aard van de prikkels die iemand kan en wil verdragen, verschillen sterk. Sommigen komen in een roes als hun zintuigen en hersenen overuren draaien om al die nieuwe informatie te verwerken, terwijl anderen er net humeurig, rusteloos, teruggetrokken of ongeconcentreerd van worden.
Bovendien hoeven de nieuwe prikkels niet per se van reiservaringen te komen. Een boek, concert, theatervoorstelling, sportwedstrijd, of wandeling in de natuur kunnen evengoed verwondering oproepen. ‘Met een langere reis vol variatie en contact met een andere cultuur krijg je die prikkels misschien makkelijker en is het effect intenser’, zegt Dijksterhuis. ‘Maar je hebt niet noodzakelijk zoveel nodig.’

Staycation

Dat doet de vraag rijzen: blijven we niet beter gewoon thuis? Is reizen beter voor ons subjectieve geluksgevoel dan een zogeheten staycation, een thuisblijfvakantie? In 2016 voerde een team van wetenschappers, met onder meer psycholoog Jessica de Bloom (Rijksuniversiteit Groningen en University of Tampere in Finland) en docent toerisme Jeroen Nawijn (NHTV Breda) onderzoek uit naar die vraag.

Ze vergeleken bij 24 mensen enkele weken lang de vrije weekends – een minivakantie – in eigen huis met weekendjes weg in eigen land. Hun voorzichtige conclusie: om je batterijen op te laden, maakt het niet zoveel uit of je nu een verre reis maakt of een vakantie dicht bij huis houdt. Ander onderzoek bevestigt die bevinding.
Het belangrijkste zit ‘m in de mentale afstand die we creëren van werk, routine en dagelijkse beslommeringen. Geografisch hoef je daarvoor niet weg te gaan, al zal het veel mensen wel makkelijker vallen om afstand te nemen als ze niet thuisblijven. ‘Als het je lukt om thuis je alledaagse zorgen en je werk achter te laten, is dat prima’, zegt De Bloom. ‘Laat anderen maar in eindeloze files zweten en ‘s ochtends in de rij staan voor verse broodjes.’

Bovendien zijn nieuwe prikkels en verwondering slechts twee elementen die een vakantiegevoel kunnen triggeren. Veel vaker gaat het ook om andere positieve ervaringen. De Bloom heeft het vooral over een pauze waarbij je kunt opgaan in activiteiten waaraan je plezier beleeft. Dat kan met een sportieve vakantie, maar net zo goed door te luieren op het strand of in de tuin.

Beide onderzoekers wijzen verder op het sociale aspect. Je brengt meer tijd door met je partner, je gezin of vrienden. Nawijn: ‘Je hebt zelf de keuze met wie je optrekt, met mensen die je graag mag. Mensen die je niet graag ziet, kun je tijdens je vakantie mijden.’

Vakantie-effect

Filestress, blaren, onvriendelijk personeel en saaie busreizen: we vergeten het allemaal vlotjes als we weer terug thuis zijn. Wat overblijft in onze herinneringen is een geïdealiseerde versie. Hoe komt dat?

Om te beginnen zijn we geconditioneerd om vakantie fijn te vinden. Als we in een sociale context vakantieverhalen en –foto’s uitwisselen, valt de nadruk sneller op aangename dingen. Van de vervelende momenten maken we geen snapshots. Door achteraf fijne herinneringen op te roepen, kneden we die opnieuw en zorgen we ervoor dat de vakantiesouvenirs nog beter worden opgeslagen.

Nieuwe prikkels onthouden we beter dan routineuze autoritten of dat vertrouwde vakantiehuis, zeker als er een emotionele ervaring aan vasthangt of als het met veel zintuiglijke input gepaard gaat. Beelden van een kleurrijke markt of indrukwekkende canyon, gewaarwordingen van geurige specerijen en levendige bedrijvigheid in een vreemde taal: dat soort ervaringen nestelt zich erg makkelijk in ons geheugen.

Niet alleen de onaangename dingen van een reis vergeten we vrij snel. Ook het vakantie-effect verliezen we gauw genoeg – volgens onderzoek al na een paar dagen tot hooguit twee weken. De berg werk die we achterlieten, kan weer snel voor extra stress zorgen. En thuis vervallen we meestal makkelijk opnieuw in onze oude gewoontes.

Is het slimmer om verschillende kortere breaks per jaar te houden, opdat je op die manier vaker van het vakantie-effect geniet? Volgens Nawijn wel. ‘Een deel van het vakantiegeluk heeft te maken met anticipatie. Plannen maken en uitkijken naar je vakantie geeft veel mensen een boost. Dat effect kan zelfs al acht weken voor je break beginnen. Van twee goed gespreide vakanties van een week geniet je wellicht dus meer dan van één break van twee weken.’

Met meerdere breaks doe je ook aan risicospreiding. ‘Je stopt niet al je eieren in één mand in de hoop de perfecte vakantie te beleven’, zegt De Bloom. ‘Met een paar extra lange weekends erbij kun je een goede balans vinden tussen werken en vrije tijd, die je het hele jaar door energie geeft.’

Kies je toch voor een langere vakantie, dan stop je die het best vol variatie en nieuwe ervaringen. Volgens de Amerikaans-Israëlische psycholoog Daniel Kahneman wordt ons geheugen immers niet gelukkiger van een vakantie waarin de tweede week niets meer is dan een doorslagje van de eerste. In die tweede week voeg je geen nieuwe verwonderingen toe die tot nieuwe herinneringen kunnen leiden.

Misschien is dat maar wat we van al dat reis- en vakantie-onderzoek moeten onthouden: het gaat om verwondering en plezier, de kleine piekmomenten en inspirerende ontmoetingen. Die kun je overal vinden, ook in je eigen tuin.