Deeltjesdetector is mogelijk donkere materie op het spoor

03 april 2013 door RVDH

De deeltjesdetector Alpha Magnetic Spectrometer (AMS) heeft een overvloed aan positronen in de kosmische straling uit het heelal gemeten.

De deeltjesdetector Alpha Magnetic Spectrometer (AMS) heeft een overvloed aan positronen in de kosmische straling uit het heelal gemeten. Zij kunnen afkomstig zijn van reacties van donkere materie. Deze bevindingen werden vandaag bekend gemaakt door het team van wetenschappers achter AMS.

AMS, die aan de buitenkant van het internationale ruimtestation ISS is bevestigd, heeft sinds 2011 zo’n 25 miljard hoog energetische deeltjes uit de kosmos waargenomen. Daartussen zaten ongeveer 400.000 positronen, het positief geladen antideeltje van het elektron. De meting representeert de grootste hoeveelheid antimaterie die ooit is waargenomen in de ruimte.

Hoewel al zo’n 20 jaar duidelijk is dat er grote hoeveelheden positronen uit het heelal de aarde bereiken is niet precies bekend waar ze vandaan komen. Een theorie stelt dat ze afkomstig zijn van twee deeltjes donkere materie die met elkaar reageren. Daarbij komt een positron vrij. Als dat klopt, dan zou dat een prima manier zijn om donkere materie indirect te detecteren. Deze materie zou volgens de huidige inzichten wel vier tot vijf keer meer moeten voorkomen dan gewone materie, maar is nog nooit waargenomen.

De positron-metingen van AMS laten geen variaties in de tijd zien. Ook lijkt er geen voorkeursrichting te zijn van waar de positronen vandaan komen. Dit ondersteunt de theorie dat de positronen afkomstig zijn van donkere materie, die gelijkmatig om ons heen verdeeld zou zijn.

De wetenschappers laten weten dat AMS in de komende maanden definitief moet kunnen vaststellen of de positronen inderdaad afkomstig zijn van reacties tussen donkere materie.