Ons zonnestelsel kreeg aliens op bezoek, stelt astronoom Avi Loeb

Volgens Harvard-professor Avi Loeb hebben buitenaardse wezens het zonnestelsel al bezocht. Dat meent hij in alle ernst. In een nieuw boek licht hij niet alleen zijn opmerkelijke hypothese toe, maar wijst hij ook op een crisis in de wetenschappen. ‘Mijn werk is niet mainstream, maar onderzoek naar de snaartheorie of het multiversum is dat wel? Dat is al te gek.’

Avi Loeb schuwt de controverse niet. De productieve astrofysicus van Harvard University verrichte zowel pionierswerk als provocerend onderzoek naar zwarte gaten, uitbarstingen van gammastraling, het prille universum en andere standaardthema's uit de astronomie. Al meer dan tien jaar verdiept hij zich ook in een meer omstreden onderwerp: buitenaardse wezens en hoe je die opspoort. 

Tot voor kort was zijn meest spraakmakende wapenfeit rond dat laatste zijn betrokkenheid bij Breakthrough Starshot, een project gefinancierd door Silicon Valley-miljardair Yuri Milner, dat lichtzeilen – ultradunne lasergestuurde reflecterende ruimtetuigen – met hoge snelheid op ruimtereis naar nabijgelegen sterren wil sturen. 

Maar in het najaar van 2017 kwam daar verandering in. Overal ter wereld verdrongen astronomen zich om de raadselachtige interstellaire bezoeker te bestuderen die heel even binnen het bereik van hun telescopen was gekomen, de allereerste ooit waargenomen.

De ontdekkers van het object noemden het 'Oumuamua, een Hawaïaans woord dat zoveel betekent als 'boodschapper die van ver komt'. Vroeg onderzoek toonde aan dat deze ruimtepassant verschillende eigenschappen had die een eenvoudige natuurlijke verklaring lastig maakten. De vorm van 'Oumuamua, een soort sigaar of pannenkoek van honderd meter lang, leek in niets op bekende asteroïden of kometen. Ook de helderheid was totaal anders. 'Oumuamua bleek minstens tien keer meer licht te weerkaatsen dan typische ruimterotsen uit ons zonnestelsel. Dit hemellichaam glimde zo hard dat het aan gepolijst metaal deed denken. 

Heel vreemd was ook dat het object, toen het voorbij de zon dook en wegstoof, bijzonder hard versnelde. Die versnelling viel niet te verklaren door de afnemende zwaartekracht van de zon alleen. We zien zulke versnellingen wel bij ordinaire kometen: ze ontstaan door het stuwende effect van de verdampende gassen, die wegschieten wanneer het zonlicht hun ijzige oppervlakte opwarmt. Maar rond 'Oumuamua namen astronomen geen tekenen van dat soort stuwing waar.

De volgens Loeb meest plausibele verklaring is even voor de hand liggend als spectaculair: de merkwaardige versnelling die 'Oumuamua maakt zou perfect logisch zijn als het object een lichtzeil zou zijn. Misschien is het wel een overblijfsel van een of andere galactische cultuur die al lang is verdwenen. Door zijn jarenlange zoektocht naar mogelijke bewijzen voor kosmische beschavingen ergens in het heelal raakte Loeb er steeds meer van overtuigd dat 'Oumuamua zo'n bewijs was. Dit object had óns gevonden. 

Bij zijn korte passage in 2017 beschreef ‘Oumuamua een L-vormig traject doorheen ons zonnestelsel.

In het najaar van 2018 publiceerde Loeb samen met Shmuel Bialy, een postdoctoraatsonderzoeker aan Harvard, een paper in Astrophysical Journal Letters. Daarin betoogden zij dat 'Oumuamua niets minder was dan het eerste contact van de mensheid met een artefact van buitenaardse intelligentie. 

De paper scoorde bij journalisten, maar kon de meeste van Loebs collega-astrobiologen niet bekoren. Zij vinden 'Oumuamua evenzeer merkwaardig, maar klasseren de eigenschappen toch binnen de natuurlijke fenomenen. Iets anders beweren is volgens hen op z’n best tactloos en op z’n slechtst destructief.  Dit onderzoeksdomein kampt al lang met de stigma’s van ontvoeringen door ufo’s en aliens, terwijl het een legitieme plaats binnen de wetenschappen verdient. 

Loeb brengt zijn verhaal nu ook naar een breder publiek met Extraterrestrial: The First Sign of Intelligent Life Beyond Earth. Het boek vertelt niet alleen het levensverhaal van de auteur maar buigt zich ook over de fundamentele mysteries van 'Oumuamua. Een gesprek over zijn controversiële hypothese en de crisis die de wetenschap volgens hem doormaakt. 

Avi Loeb

Abraham Loeb (°1962) is een Israëlisch-Amerikaans theoretisch fysicus, gespecialiseerd in astrofysica en kosmologie. Hij is hoogleraar aan Harvard University, waar hij het Black Hole Initiative oprichtte. Voorts zit hij in de adviesraad van het Breakthrough Starshot-project van de Israëlisch-Russische miljardair Yuri Milner, dat ruim- tevaartuigen met lichtzeilen naar sterren wil bren- gen. In 2012 selecteerde het magazine Time Loeb als een van de vijfentwintig meest invloedrijke per- sonen in de astronomie. Hij schreef acht boeken.

Hoe gaat het?

‘Goed, al slaap ik te weinig om te kunnen ingaan op alle persaanvragen. Om 1.50 u 's nachts en om 3 u 's ochtends had ik noog interviews. Tel daar nog heel wat televisieoptredens bij. De komende weken moet ik zo'n honderd podcastinterviews doen. Ik heb al lange gesprekken gehad met Lex Fridman en Joe Rogan voor hun shows. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt, de interesse voor mijn boek is enorm. De voorbije weken ben ik door tien filmmakers en producers uit Hollywood gecontacteerd! (Lacht:) Als hier een film van komt, wil ik door Brad Pitt gespeeld worden.’

De gelijkenis is treffend. Gezien uw productiviteit heb ik altijd al de indruk gehad dat u nooit veel slaapt.

‘Gewoonlijk sta ik elke ochtend om vijf uur op en ga ik joggen. Het is prachtig als er buiten nog niemand is – alleen ik en de vogels, eenden en konijnen. Door de pandemie zijn de voorbije tien maanden inderdaad de productiefste uit mijn carrière geweest. Ik hoef niet naar het werk te pendelen. Ik heb geen afspraken met massa's mensen. En het belangrijkste: ik hoef me niet bezig te houden met alle foute uitspraken van anderen!’

Over één ding zijn we het alvast eens: in de wetenschappen moeten we eerlijk met elkaar omgaan. Dat zeg ik omdat u in uw boek beweert dat u niet in de schijnwerpers wil staan en niet geïnteresseerd bent in zelfpromotie. Hoe rijmt u dat met dit gesprek?

‘Met de pers praten is belangrijk, omdat ik op die manier mijn boodschap, die anders niet zoveel aandacht zou krijgen, met een breed publiek kan delen.’

Wat is uw boodschap precies? Ik vermoed dat u het niet alleen over 'Oumuamua wil hebben.

‘Mijn boodschap is dat het tegenwoordig niet meer zo goed gesteld is met de gezondheid van de wetenschappelijke wereld. Al te veel wetenschappers worden nu in de eerste plaats gedreven door hun ego, door eretitels en awards, of door hun neigen om aan collega’s te demonstreren hoe slim ze wel niet zijn. Zij behandelen wetenschap meer als een monoloog over zichzelf dan als een dialoog met de natuur. Ze bouwen echokamers met studenten en postdocs die hun mantra's herhalen, zodat hun stem steeds luider klinkt en hun imago wordt gepromoot. Dat is niet het doel van wetenschap. De essentie van wetenschap is proberen de wereld te begrijpen. Dat is bedoeld als leerervaring, waarbij je onderweg risico's neemt en fouten maakt. Als je in de frontlinie staat, kun je nooit op voorhand zeggen welke weg vooruit de juiste is. Dat leer je alleen door feedback uit experimenten.’

‘Snaartheorie, het multiversum: tegenwoordig houden gerenommeerde wetenschappers zich te veel bezig met zaken die niet te toetsen zijn’

‘Zo komen we bij het volgende actuele probleem in de wetenschap: mensen worden niet alleen door de verkeerde motivatie gedreven, maar laten zich ook niet meer leiden door bewijzen. Bewijzen houden je bescheiden, omdat je iets voorspelt en dat toetst, waarop de bewijzen soms aantonen dat je fout zit. Vandaag houden heel wat gerenommeerde wetenschappers zich echter bezig met wiskundige gymnastiek over allerlei zaken die niet te toetsen zijn: snaartheorie, het multiversum, zelfs de theorie van de kosmische inflatie. Ooit vroeg ik aan Alan Guth, de bedenker van die theorie, of kosmische inflatie falsifieerbaar is. Waarop hij antwoordde dat dat een dwaze vraag was, omdat er voor alle mogelijke kosmologische data die een experiment kan opleveren altijd wel een inflatiemodel is dat hierbij past. En daarom bevindt inflatie zich in een heel sterke positie, omdat het alles kan verklaren. Ik zie dat net als een zwakke positie, omdat de theorie van alles soms een theorie van niets is. Misschien is er wel geen verschil tussen die twee.’

‘Die bubbel van imaginaire dingen voelt voor mij als trippen op drugs: je kunt high worden en je inbeelden dat je rijker bent dan Elon Musk. Je kunt je daar geweldig bij voelen en er met je vrienden over praten. En als je in een grote gelijkgezinde gemeenschap zit, kunnen jullie elkaar steunen en respecteren, en elkaar met awards belonen – fantastisch, toch? Het is pas wanneer je je geld wil opvragen en effectief wil spenderen dat je beseft dat je eigenlijk niets hebt. Experimenten kunnen dienen als reality check, net zoals naar de bankautomaat gaan. Die toetsing is essentieel in de wetenschappen – voorspellingen doen die getoetst kunnen worden en waarbij je iets op het spel zet – omdat we anders nooit iets nieuws leren. Ik denk dat dit niet meer voldoende erkend wordt.’

Speculeren over de snaartheorie en multiversums is slecht, maar speculeren over buitenaardse beschavingen en hun artefacten die door het zonnestelsel passeren mag wel? Je kunt toch ook zeggen dat een beroep doen op 'aliens' alles kan verklaren?

‘Het verschil is dat je voor dat laatste voorspellingen kunt doen die je kunt toetsen; deze speculaties komen vanuit een voorzichtig-conservatieve positie.’

‘Als 'Oumuamua één van de vele objecten zou zijn die zich op een willekeurige baan voortbewegen, dan kun je wel schatten dat we heel binnenkort elke maand nog gemiddeld één ander dergelijk object zullen vinden, zodra de Vera C. Rubin Observatory (spiegeltelescoop met immense digitale camera onder constructie in Chili, red.) online gaat. We kunnen een systeem van instrumenten uitbouwen die de hemel afspeuren, en die ook in staat zijn om te reageren wanneer zulke objecten naderen. Zo kunnen we foto’s nemen zodra ze binnenkomen, in plaats van ze achterna te zitten wanneer ze weer weggaan, want ze bewegen heel snel. Bovendien hoeft niet al het werk in de ruimte te gebeuren: je kunt ook denken aan meteoren van interstellaire oorsprong en daarnaar op zoek gaan. Als je er dan ergens een vindt die op het aardoppervlak aan zijn eind is gekomen, kun je die misschien zelfs met je eigen handen onderzoeken.’

‘Mensen vragen mij waarom ik al die media-aandacht krijg. De enige reden is dat mijn collega's hun gezond verstand niet gebruiken’

‘Mensen vragen mij waarom ik al die media-aandacht krijg. De enige reden daarvoor is dat mijn collega's hun gezond verstand niet gebruiken. Plaats de snaartheorie en multiversums eens tegenover wat ik en vele anderen zeggen, gebaseerd op data van de Kepler-missie van NASA: ruwweg de helft van de zonachtige sterren in de Melkweg heeft een planeet met ongeveer dezelfde grootte als de aarde. Die planeten bevinden zich bovendien op ongeveer dezelfde afstand van de aarde tegenover de zon. Vloeibar water op het oppervlak en de chemie van het leven zoals wij dat kennen, zijn dus mogelijk. Als je miljarden keren de dobbelstenen over het leven in de Melkweg gooit, hoe groot is de kans dan dat we alleen zijn? Hoogstwaarschijnlijk is die miniem. Zeggen dat je een soortgelijke uitkomst krijgt als je soortgelijke omstandigheden voorziet, is volgens mij het meest conservatieve standpunt denkbaar.’

‘Mijn werk is niet mainstream, maar onderzoek naar de snaartheorie of het multiversum is dat wel? Dat is al te gek’

‘Ik zou dan verwachten dat de meeste mensen dit onderschrijven, mij omhelzen en zeggen: ‘Fantastisch, Avi, je hebt gelijk. We zouden naar die dingen moeten kijken omdat zij heel waarschijnlijk zijn.’ In de plaats zie ik een tegenreactie die getuigt van een dolgedraaid intellectueel kompas. Hou kun je anders verklaren dat er aan extra dimensies van de snaartheorie of het multiversum gewerkt wordt, terwijl er geen enkele aanwijzing is voor hun bestaan? Maar dát wordt dus als mainstream beschouwd? Dat is al te gek.’

‘Vandaag zie ik astronomen praten over toekomstige telescopen die miljarden kosten. Hun belangrijkste motivatie: leven vinden door in de atmosfeer van exoplaneten naar zuurstof te zoeken. Maar als je naar de eerste 2 miljard jaar van de aarde kijkt, zie je dat onze planeet niet veel zuurstof in zijn atmosfeer had, terwijl er toch al veel microbieel leven was. En zelfs als er zuurstof is, kan die ook afkomstig zijn van natuurlijke processen, zoals het uiteenvallen van watermolecules. Dus zelfs als je al die miljarden uitgeeft en zuurstof vindt, dan nog zullen mensen daar eeuwig over blijven redetwisten. Kijk maar hoeveel discussie er is over de mogelijke vondst van fosfine op Venus, een heel ongewone molecule in vergelijking met zuurstof.’

‘Mijn punt is dat je met dezelfde instrumenten en zonder extra investeringen eigenlijk sluitend bewijs kunt vinden voor leven, intelligentie en technologie. Wat zou dat bewijs kunnen zijn? Industriële vervuiling in de atmosfeer. Je zou kunnen zoeken naar chloorfluorkoolstofverbindingen (cfk's), de complexe molecules die enkel op aarde worden geproduceerd voor koelinstallaties. Als je die op een andere planeet zou vinden, weet je dat die molecule onmogelijk op een natuurlijke manier geproduceerd kon worden. Dan zou je een onweerlegbaar bewijs hebben dat er leven – en meer – heeft bestaan.’

‘Wat is dus het probleem met zeggen dat zoeken naar industriële vervuiling de moeite loont? Is dit niet gewoon een psychologische barrière die sommige wetenschappers tegenhoudt om toe te geven dat zij eigenlijk willen dat de zoektocht naar technologische signalen van buitenaardse beschavingen een randfenomeen blijft, met heel weinig fondsen? Ik vind dat we van dit soort zaken een prioriteit moeten maken. Het zou zelfs conservatief zijn om te doen, want het zou ons de meeste informatie opleveren over het bestaan van buitenaards leven. Toch doen we nu precies het omgekeerde.’

De LSS-telescoop aan het Vera C. Rubin Observatory in Chili zal tien jaar lang om de zoveel nachten de hemel fotograferen.

Geloven dat 'Oumuamua een buitenaards artefact is, kan volgens u leiden tot een revolutie in de ruimtewetenschappen. De focus zou dan komen te liggen op de zogeheten search for extraterrestrial intelligence (SETI). Maar uw critici zeggen dat u meer kwaad dan goed doet. U zit in een van de populairste podcasts ter wereld, die van Joe Rogan. Hij staat erom bekend foute informatie in zijn podcasts te verspreiden. Waar trekt u de grens voor publieke optredens die het risico op hoongelach verhogen en zo alle vooruitgang van SETI dwarsbomen?

‘In grote lijnen financiert het publiek de wetenschappen. En dat publiek is bijzonder geïnteresseerd in de zoektocht naar buitenaards leven. Als wetenschappers door het publiek gesteund worden, hoe durven zij die vraag dan uit de weg te gaan, terwijl zij daar met de technologieën die ze ontwikkelen wél kunnen op ingaan?’

‘Er zijn natuurlijk sciencefictionverhalen over aliens en heel veel ongegronde ufomeldingen. Stel dat er wat literatuur zou bestaan over de magische eigenschappen van covid-19 die niet gestoeld zijn op de realiteit. Zou dat dan betekenen dat wetenschappers niet aan een vaccin voor deze pandemie moeten werken? Natuurlijk niet! Ik beschouw de zoektocht naar tekenen van buitenaardse technologie niet als iets anders dan de zoektocht naar de aard van zwarte materie. We hebben honderden miljoenen dollars geïnvesteerd in speuren naar massieve partikels die zwak interageren, omdat het belangrijke kandidaten zijn voor zwarte materie. Tot dusver heeft dat niets opgeleverd. Dat betekent niet dat al die investeringen een verspilling waren. Doodlopende sporen horen nu eenmaal bij de wetenschappelijke methode.’

‘In de wetenschappen worden we verondersteld om alles open op tafel te gooien, wat de risico’s ook inhouden. We kunnen ideeën niet zomaar uit de weg gaan gewoon omdat we vrezen voor de discussie die erover zou ontstaan. Want ook dat houdt grote risico's in. Het zou hetzelfde zijn als Galileo verbieden iets te zeggen over de aarde die rond de zon draait, of om door een telescoop te kijken, omdat dat gevaarlijk is voor de op dat moment heersende filosofie. We hebben een open dialoog tussen wetenschappers nodig, waarbij mensen verschillende opvattingen voorstellen en we de bewijzen laten bepalen wat er klopt. In de context van 'Oumuamua zeg ik dat de beschikbare bewijzen doen vermoeden dat dit specifieke object artificieel is. De manier om dat te testen is om meer voorbeelden van hetzelfde te vinden en die te onderzoeken. Zo eenvoudig is dat.’

‘Hoe kun je die situatie veranderen? Volgens mij is het antwoord: door ze zoveel mogelijk naar het grote publiek te brengen.’

In uw boek linkt u uw openheid over 'Oumuamua aan een zinsnede, een ethos dat u tijdens uw dienstplicht voor het Israëlische leger leerde: ‘Je lichaam op de prikkeldraad leggen.’ Persoonlijke offers brengen voor het grotere goed. Moet u voor dit doel dan een martelaar zijn? Heeft u hierdoor vrienden of respect verloren?

‘Niemand heeft me agressief aangevallen of zo. Maar misschien praten mensen wel achter mijn rug. Dat lijkt me logischer, gezien mijn leidende posities. Maar ik weet het dus niet. Ik laat nul sporen achter op sociale media. Al moet ik waarschijnlijk zeggen dat de critici die zich het luidst met giftige opmerkingen op Twitter of elders laten horen vrij middelmatige wetenschappers zijn. De meeste goede wetenschappers zouden zich niet op die manier gedragen – zij zouden argumenten formuleren voor of tegen mijn beweringen en dat zou volstaan. Gemene opmerkingen hebben weinig zin, behalve dat het mij niet zou verbazen dat veel van die critici, diep vanbinnen, eigenlijk wel geïntrigeerd zijn door de idee dat 'Oumuamua artificieel is. Maar dat willen ze niet toegeven. Dus verkondigen ze met veel lawaai het tegenovergestelde.’

‘Waarom zoeken we op planeten altijd naar zuurstof en niet naar tekenen van industriële vervuiling? Dat zou onweerlegbaar bewijs vormen’

‘Helaas verschilt mijn situatie van die van jonge postdoc-onderzoekers met wie ik heb gewerkt, omdat zij voor een job moeten solliciteren. Ik ben er zeker ven dat zij al benaderd werden met 'kijk, dit is gevaarlijk voor je', waarop zij elk onderzoek staakten dat ook maar ergens in die richting ging. Dat verbaast mij niet. Als je een vijandige intellectuele cultuur creëert, waarin SETI niet wordt gewaardeerd, zullen verstandige jonge mensen die weg ook niet inslaan. Maar je kunt niet op het gazon stappen en dan klagen dat het gras niet groeit op de plek waar je staat. Houd briljante onderzoekers niet tegen om zich in te zetten voor SETI en dan te zeggen: ‘Kijk, we vinden niets. SETI is een mislukking!’’

‘Dit alles betekent niet dat álle ruimtewetenschappen zich met hetzelfde moeten bezighouden. Kijk maar eens naar de commerciële wereld van Bell Labs vroeger of Google nu: zij moedigen hun personeel aan en laten hen vernieuwende 'onrendabele' research te doen, die dus niet meteen tot concrete winst leidt. Maar als je naar de academische wereld kijkt, zie je dat zij conservatiever zijn dan de commerciële sector. Dat klopt niet.’

Kwatongen zouden kunnen zeggen dat u vooral hard probeert om rijke weldoeners, zoals Yuri Milner, gunstig te stemmen. U bent ook adviseur van zijn Breakthrough Initiatives-programma, dat onderzoek financiert verwant aan SETI en lichtzeilen.

‘Het klopt voor mij – en voor iedereen, denk ik – dat mijn verbeelding begrensd wordt door wat ik weet. Ik kan niet ontkennen dat mijn betrokkenheid bij Breakthrough hier een invloed had. Ik was het die het lichtzeil (voorgesteld door natuurkundige Philip Lubin, red.) in de eerste plaats aan Yuri Milner suggereerde als concept voor een interstellair ruimtetuig. Het zat dus in mijn woordenschat en bijgevolg stelde ik me dit voor toegepast op 'Oumuamua. Nu kun je je afvragen of dat geen bevooroordeelde visie is. Maar ze komt regelmatig voor in de fysica en in SETI. In het kader van SETI zijn we de hemel beginnen afspeuren met radiosignalen zodra we die radiotechnologie hadden ontwikkeld. Hetzelfde voor lasers. Zodra je aan een bepaalde technologie werkt, is het heel normaal dat je denkt dat die misschien al ergens bestaat en zoek je ernaar.’

‘Ik ontken dus niet dat de reden waarom het lichtzeilconcept in mijn hoofd zat was dat ik er eerder al had aan gewerkt. Maar dat heeft niets te maken met pogingen om Yuri aan te sporen. Waarom zou ik dat op die manier doen, als ik hem op elk moment ook gewoon rechtstreeks kan benaderen om mijn visie te verdedigen? Mijn werk over 'Oumuamua werd ook niet gecoördineerd of gefinancierd door Breakthrough Initiatives. Zij hebben geen persberichten over mijn ideeën verspreid. Integendeel, misschien zijn ze zelfs ongerust. Omdat ze hun eigen reputatie moeten bewaken enzovoort. Ik heb over het thema geen enkele steun of communicatie met hen gehad. Ik heb 'Oumuamua niet gebruikt als een of ander politiek vehikel in het kader van Breakthrough. Dat heeft niets met mijn motivatie te maken.’

Wat komt er voor u na dit? Heeft u plannen?

‘Ik heb net mijn voorzitterschap van het departement astronomie aan Harvard neergelegd. Ik kan nu dus inderdaad naar de volgende fase overgaan. De vraag is: wat wordt die? Een andere leidende positie zou wel aanlokkelijk zijn, omdat ik zou kunnen proberen de realiteit anders vorm te geven dan vele anderen. Zoiets zou ik niet aan mij voorbij kunnen laten gaan. Maar misschien krijg ik geen aanbiedingen meer door mijn opvattingen over ‘Oumuamua. In dit geval zou ik meer boeken schrijven, meer onderzoek doen en nog steeds elke ochtend gaan joggen.’