Gratis wetenschap, nu of nooit?

Wetenschap moet gratis beschikbaar zijn, vinden 11 EU-landen. Vanaf 2020 willen ze dat hun wetenschappers enkel nog open access publiceren. Weg met de dure abonnementen op vakbladen.Dit kan het begin van een revolutie zijn, maar dan moeten alle wetenschappers samenspannen.

Wetenschap hoort niet opgesloten te zitten achter een betaalmuur, vinden ze bij Science Europe, dat financiers van wetenschappelijk onderzoek in 27 landen verenigt. Een coalitie van 11 financiers, waaronder de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) heeft daarom beslist dat wetenschappers die met hun publiek geld onderzoek doen, vanaf 2020 enkel nog in open access bladen mogen publiceren. Die maken het onderzoek in ruil voor hun vergoeding door de universiteiten of financieringsorganisaties toegankelijk voor iedereen.

De gangbare praktijk is vandaag anders. Een wetenschapper stuurt de resultaten van zijn met belastinggeld gefinancierde onderzoek gratis naar een vakblad. Dat vraagt vervolgens aan collega experts om het ingezonden werk te beoordelen, de zogenoemde peer review. Ook zij krijgen daarvoor geen vergoeding. Maar om de publicaties in het vakblad te kunnen lezen, vragen uitgeverijen als Elsevier en Kluwer wel hoge abonnementsgelden.

Dat systeem is wetenschappers en universiteiten al langer een doorn in het oog. De Vlaamse universiteiten geven jaarlijks meer dan 20 miljoen euro uit aan abonnementen op wetenschappelijke tijdschriften. Elk jaar verhogen de kosten bovendien met 7 à 10 procent, zegt Dimitri Mortelmans (Universiteit Antwerpen) die in zijn boek Naar de bron de wetenschappelijke publicatiecultuur onder de loep neemt. Dit is een lovenswaardig initiatief om de macht van de uitgeverijen te breken, vindt Mortelmans.

Samenspannen

Of dat zal lukken, valt te bezien. Het is afwachten hoe de grote uitgeverijen zullen reageren en of ze hun prijzen zullen aanpassen, zegt Mortelmans. Dit kan het begin van een revolutie zijn, maar dan moeten alle wetenschappers samenspannen. Veel vooraanstaande wetenschappers zijn als (hoofd)redacteur verbonden met de topbladen in hun vakgebied. Pas wanneer ook zij overstappen naar open access bladen, zullen die voor vakgenoten een aantrekkelijk alternatief zijn.

Publiceren in topvakbladen met een hoge impactfactor, een maat voor het aantal keren dat artikels in het blad worden geciteerd, is belangrijk voor de carrière van wetenschappers. Wanneer publiceren in dure tijdschriften zoals Science en Nature niet meer mag, zullen we wetenschappers op een andere manier moeten evalueren. Hoe dat kan vragen we ons al langer af, maar niemand heeft een duidelijk antwoord, aldus Mortelmans. Ook bij NWO bekijkt men nog hoe dat kan. We hebben nog tot 2020, aldus voorzitter Stan Gielen in de Volkskrant.

Mortelmans vraagt zich dan ook af of er onder wetenschappers voldoende draagvlak voor dit initiatief zal zijn. Zonder ingrijpende verandering – de open access bladen stijgen in aanzien, of er komen internationale afspraken over de evaluatie van wetenschappers – kan dit carrière van onderzoekers uit de deelnemende landen schaden.

Alternatieve evaluatiemethodes zijn er al, merkt bio-informaticus Lennart Martens (VIB-UGent) op. 'Je kan kijken naar het aantal keren dat een specifieke paper wordt geciteerd, rekening houdend met het gemiddelde aantal citaties in dat onderzoeksdomein. Dat is een betere indicator voor de kwaliteit van iemands werk dan de impactfactor van een topblad.'

Volgens Tim Engels, hoofd van het departement Onderzoek en Innovatie aan de UAntwerpen,  hoeft de impact niet dramatisch te zijn. Dit zal zeker in het begin tot wat onzekerheid leiden, maar dat kan snel veranderen als iedereen de weg naar nieuwe bladen en platformen heeft gevonden.

Gekaapt

'Ook de reactie van de Verenigde Staten zal cruciaal zijn, zegt Engels. Robert-Jan Smits, speciale gezant voor open access bij de Europese Commissie en één van de initiatiefnemers achter de coalitie, gaf al aan de kwestie volgende maand met onderzoeksfinanciers en wetenschapsorganisaties in de VS te willen bespreken. 'Zoals met klimaatbeleid moet er één continent het voortouw nemen, en dat is in dit geval Europa', zegt Smits.

Tot de elf coalitiepartners behoren naast de NWO ook financiers uit Frankrijk, Groot-Brittannië, Zweden, Noorwegen, Oostenrijk, Ierland, Italië, Polen, Slovenië en Luxemburg. Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO) ontbreekt, althans voorlopig. ‘We werken momenteel aan een Beleidsplan 2019-2030’, zegt FWO secretaris-generaal Hans Willems. ‘We buigen ons daarbij ook over de problematiek van open access en open data. We willen niet op dat proces vooruitlopen, maar het is zeker niet uitgesloten dat FWO, in overleg met de Vlaamse universiteiten en onderzoekscentra, later dit jaar de tekst alsnog ondertekent.’

Dat zou een goede zaak zijn, vindt Trudy Noordermeer, hoofdbibliothecaris aan de UAntwerpen. ‘We zijn al lang vragende partij om wetenschap gratis beschikbaar te maken. Daarom bieden de Vlaamse universiteitsbibliotheken de publicaties van hun onderzoekers gratis aan. Maar de grote uitgeverijen hebben die beweging gekaapt. Ze rekenen auteurs 2000 tot 6000 euro aan om hun artikel gratis beschikbaar te maken, bovenop de abonnementsgelden.’ Zo passeren de uitgevers twee keer langs de kassa. De coalitie wil dan ook zo snel mogelijk van dat zogenoemde hybride model af. ‘Dit initiatief was nodig om duidelijk te maken dat het allemaal veel te traag gaat’, zegt Noordermeer. ‘Want iedereen is het zat.’