Waarom je zo lang op die nieuwe PlayStation moet wachten

Auto’s, camera’s, spelconsoles: allemaal hebben ze te kampen met leveringsproblemen. Sommige chips waarop ze draaien zijn bijzonder moeilijk te krijgen. De schuld van het coronavirus? Ja en neen.

De PlayStation 5 waarnaar je zo hunkert? Die zal je wellicht pas volgend jaar in de winkel vinden. De AV-receiver waarmee je een thuisbioscoop wil bouwen? Wachttijden van een half jaar zijn niet uitgesloten. Ook je nieuwe wagen zie je misschien pas over vele maanden op de oprit blinken. Zelfs alledaagse toestellen als wasmachines en elektrische tandenborstels zijn moeilijker te vinden of veel duurder geworden. Het gaat dan vooral om de ‘slimme’ varianten die bijvoorbeeld sensors bevatten of werken met een app.

Het zijn allemaal gevolgen van een wereldwijde schaarste aan chips. Dat heeft natuurlijk voor een stuk te maken met de coronacrisis. Veel producenten hebben fabrieken in Aziatische landen, die vorig jaar strenge maatregelen namen om de pandemie af te remmen. De productie schakelde een versnelling lager. Daardoor viel ook in andere landen de logistieke keten stil. Het klassieke vrachtverkeer kwam op een laag pitje te staan en luchttransport vormde een duur alternatief.

Wat ook niet helpt, is dat veel van de resterende chipvoorraden naar een klein aantal sectoren vloeiden. Autofabrikanten zagen hun verkoop in 2020 afnemen en zetten chipbestellingen on hold. Nu ze opnieuw elektronische onderdelen willen aankopen, komen ze achteraan in de rij te staan. Sectoren waarin de terugval vorig jaar veel minder groot of zelfs onbestaande was, durfden toen wel chips in te slaan. Zij komen nu als eersten aan de beurt.

Denk bijvoorbeeld aan bouwers van televisietoestellen, laptops en tablets. Zij verkochten vorig jaar net heel veel producten aan de vele thuiswerkers. En omdat ze nu eenmaal elk jaar gigantische hoeveelheden bestellen voor hun smartphones krijgen ook Apple en Samsung voorrang.

Kettingreactie

Toch zou het wat te gemakkelijk zijn om het huidige chiptekort enkel en alleen op het coronavirus af te schrijven. De fabricage van hoogtechnologische chips vereist veel kennis en dure apparatuur. Dat heeft ertoe geleid dat de productie door de jaren heen geconcentreerd kwam te zitten bij enkele spelers. Die vind je hoofdzakelijk in Taiwan, China en Japan. Dat geldt nog meer voor chips die zeer in trek zijn, bijvoorbeeld vanwege hun uitzonderlijk kleine formaat.

Als dat handjevol fabrikanten niet kan leveren heb je een probleem. Het Japanse Asahi Kasei Microdevices (AKM) is gespecialiseerd in chips die analoge signalen omzetten van en naar digitale signalen. Ze worden gebruikt in talloze apparaten, onder meer in digitale camera’s en audioapparatuur. Maar eind vorig jaar brandde een AKM-chipfabriek af. Verwacht wordt dat de productie pas in 2022 kan hervatten.

Talloze fabrikanten zitten met de handen in het haar. De resterende voorraden AKM-chips zijn peperduur geworden. Dat heeft veel bedrijven ertoe verplicht hun productdesigns aan te passen, zodat ze compatibel zijn met andere chips. Je kunt namelijk niet zomaar de ene gespecialiseerde chip vervangen door de andere. En uiteraard zijn er van die andere chips ook weer geen oneindige voorraden beschikbaar. Waardoor ook daar schaarste dreigt en prijzen de hoogte ingaan. Een kettingreactie.

De AKM-brand en de grote honger naar laptops zijn twee factoren die de chipschaarste verder op de spits drijven. En zo zijn er nog. Bepaalde chips, zoals GPU’s, worden opgeslokt door een groeiende groep cryptominers, wat pc-bouwers in de problemen brengt. En Taiwan kampt met een waterschaarste die ook de fabrieken niet onberoerd laat: er gaat verbazingwekkend veel water naar het spoelen van de siliciumwafers waarop chips worden gemaakt.

Het wordt nog niet meteen beter

Keren we eind dit jaar terug naar de oude situatie, waarbij we consumentenelektronica zonder problemen kunnen aanschaffen? Dat lijkt niet het geval te zijn. Net omdat het tekort meerdere oorzaken kent, zal ze niet zomaar verdwijnen. Steeds meer apparaten worden ‘slim’ en zijn verbonden met het internet. Dat zal niet helpen om de huidige piek af te vlakken.

De meeste chipbakkers maken plannen om nieuwe fabrieken te bouwen, ook in Europa. Helaas kost het al snel twee à drie jaar voordat zo’n hoogtechnologische faciliteit er staat. Kenners denken dan ook dat de schaarste nog wel even kan duren. Misschien tot volgend jaar, maar evengoed tot 2023.