Gezond eten terwijl we de planeet redden

Ons dieet moet even gezond als ecologisch verantwoord zijn. Wetenschappers gaan na hoe die combinatie er in verschillende delen van de wereld uitziet.

Nabij Kilifi, ten noorden van de stad Mombassa in Kenia, ligt een aantal vissersdorpjes verspreid over de kust. De wateren vormen de natuurlijke habitat van papegaaivissen, octopussen en andere eetbare diersoorten.

Twee jaar geleden gingen volksgezondheidsexpert Lora Iannotti (University of Washington) en collega’s uit Kenia langs bij enkele van de dorpjes. Alle volwassenen zijn er visser, en studies tonen aan dat vis en dierlijke producten de groei kunnen bevorderen. Toch stelden de onderzoekers vast dat de kinderen slechts sporadisch voedsel aten dat uit de zee afkomstig was. Hun dieet bestaat grotendeels uit ugali, maisbloem vermengd met water. Planten vormen hun voornaamste bron van voedingsstoffen.

Bijna de helft van de kinderen heeft er een groeiachterstand, dat is het dubbele van het nationale cijfer in Afrika. Op navraag van Iannotti zeiden de ouders dat het financieel gunstiger was om hun vangst te verkopen dan om de vissen zelf op te eten.

Grote vissen, grote kinderen: twee van de doelstellingen die volksgezond-heidsexpert Lora Iannotti met haar onderzoeks-programma wil bereiken.

De bevindingen zetten de onderzoeker en haar team aan tot een vergelijkende studie. Ze gaven vissers aangepaste netten met kleine openingen waarlangs jonge vissen konden ontsnappen. Die maatregel zou de visbestanden in een overbeviste oceaan bevorderen. Ook de rifgebieden zouden er wel bij varen. En de vissers zelf zouden hun inkomsten zien stijgen.

Voor de studie, die momenteel nog loopt, gaan gemeenschapswerkers bij de helft van de vissersgezinnen thuis langs. Ze geven kookdemonstraties en trachten ouders te overtuigen hun kinderen meer vis voor te schotelen, vooral lokale soorten als ‘tafi’, de witgestippelde konijnvis (Siganus canaliculatus) en octopus. Die komen er veel voor en groeien snel aan. De wetenschappers willen zo te weten komen of de kinderen uit de proefgezinnen beter zullen eten en groeien.

Met het experiment wil Iannotti achterhalen ‘welke types zeevoedsel onschadelijk zijn voor het ecosysteem en tegelijk goed voor de menselijke gezondheid’. Ze voegt eraan toe dat het uiteindelijke dieet ook cultureel geaccepteerd en betaalbaar moet zijn.

Het voorgestelde dieet zou jaarlijks naar schatting 11 miljoen vroegtijdige overlijdens voorkomen

Experiment met grote impact

Iannotti behandelt vragen die erg belangrijk zijn voor onderzoekers, de Verenigde Naties, internationale geldschieters en een hele hoop volkeren die op zoek zijn naar voedingspatronen die goed zijn voor zowel de mens als de planeet.

De wereldbevolking blijft stijgen, en steeds meer mensen leven volgens een westers voedingspatroon. Dat zet de productie van vlees, zuivelproducten en eieren onder druk. Als we alle monden willen voeden, moet de productie volgens de Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) tegen 2050 met 44 procent stijgen.

Bovenop de bestaande gezondheidszorgen creëert dat vooruitzicht een milieuprobleem. Het geïndustrialiseerde voedselsysteem is nu al verantwoordelijk voor een kwart van alle broeikasgasuitstoot. Van alle zoetwaterverbruik gaat 70 procent naar de voedingsindustrie, die ook nog eens 40 procent van het beschikbare land in beslag neemt. Stikstof en fosfor afkomstig uit meststoffen dragen sterk bij tot de vervuiling van rivieren en kusten.

In 2019 kwamen 37 ecologen en andere experts uit zestien landen samen. Na uitvoerig debat publiceerde deze verzamelde EAT-Lancet-commissie een rapport over voeding, gezondheid en de planeet. In de tekst roept ze op tot een drastische verandering in eetgewoontes. Het resulterende EAT-dieet is flexitarisch: het bestaat grotendeels uit plantaardig voedsel, met af en toe een kleine portie vlees of vis.

Het rapport vestigde heel wat aandacht op duurzame diëten. Maar critici betwijfelden of het vooruitgeschoven dieet wel voor iedereen praktisch haalbaar was. Daarom voeren sommige wetenschappers nu tests uit met duurzame diëten op lokaal niveau, die even voedzaam zijn zonder dat ze bestaande levensgewoontes in het gedrang brengen.

‘Het is belangrijk dat we een dieet gaan volgen met een kleine ecologische voetafdruk. Anders zal over minder dan een eeuw de biodiversiteit volledig ineenstuiken, het land uitgeput zijn en nog veel meer’, zegt Sam Myers, directeur van de Planetary Health Alliance, een wereldwijd consortium dat de impact van ecologische veranderingen op de gezondheid bestudeert.

Broeikasgassen op het menu

De voedselproductie genereert massaal veel broeikasgassen. Zoveel dat het onmogelijk wordt om de temperatuurstijging te beperken tot de afgesproken limiet van 1,5 graden – zelfs als geen enkele andere industrie nog broeikasgassen zou uitstoten. Zo’n 30 à 50 procent van die uitstoot komt van de veeteelt, omdat dieren inefficiënt zijn in het omzetten van voer in voedsel.

Michael Clark, die voedselsystemen bestudeert aan de University of Oxford, schat dat de verstedelijking en de bevolkingsgroei de uitstoot door voedselproductie wereldwijd met 80 procent zal doen stijgen tegen 2050, vergeleken bij 2010.

Als iedereen meer plantaardig gaat eten en als alle andere sectoren niets meer uitstoten, dan is de kans 50 procent dat we het klimaatdoel van 1,5 graden opwarming alsnog halen. Die kans stijgt tot 67 procent als er brede veranderingen worden aangebracht in de voedingssystemen, zoals een vermindering van de afvalproductie.

De vleesindustrie is niet blij met die bevindingen en projecties. In 2015 overwoog het Amerikaanse ministerie van Landbouw na lobbywerk van bezorgde onderzoekers om zijn voedingsrichtlijnen te herzien. Het idee werd verworpen, naar verluidt onder druk van de industrie. Toch had de mislukte poging om duurzaamheid op de agenda te plaatsen een zekere impact op het debat. ‘Ineens werd veel aandacht geschonken aan duurzaamheid’, zegt expert voedselsystemen Timothy Griffin, die mee lobbyde voor de wijzigingen.

De variatie aan voeding die het EAT-Lancet adviseert is voor miljoenen mensen ontoegankelijk

De EAT-Lancet-commissie werkte het dossier verder uit. Voedingsdeskundigen bestudeerden de wetenschappelijke literatuur om een gezond basisdieet samen te stellen bestaande uit onbewerkte natuurproducten. Vervolgens stelde het team de milieugrenzen van het dieet op, onder andere voor broeikasgassen, biodiversiteitsverlies en het gebruik van zoet water, land, stikstof en fosfor. Als die grenzen worden overschreden, kan de planeet voor mensen onleefbaar worden.
De commissie stelde een divers en voornamelijk plantaardig maaltijdplan op. Een dertigjarige met een gemiddeld gewicht mag volgens het dieet nog 100 gram rood vlees per week eten, grofweg één portie. Ultrabewerkte voeding als diepvriesmaaltijden, frisdranken en gereconstitueerde vleeswaren, suikers en vetten zijn te vermijden.

De commissie schat dat het dieet jaarlijks zo’n 11 miljoen vroegtijdige overlijdens kan voorkomen. ‘Het is haalbaar om 10 miljard mensen gezond te laten eten zonder dat we daarbij verdere schade toebrengen aan ecosystemen’, zegt voedselbeleidexpert Tim Lang, die meewerkte aan het EAT-Lancet-rapport. ‘Verandering is onvermijdelijk, of de harde kern van de vee- en zuivelindustrie dat nu leuk vindt of niet.’

Veel wetenschappers zeggen dat het EAT-Lancet-dieet uitstekend is voor rijke landen, waar gemiddeld 2,6 keer meer vlees wordt gegeten dan in lage-inkomenslanden en waar de eetgewoontes niet duurzaam zijn. Anderen vragen zich af of het dieet wel voedzaam genoeg is voor mensen in omgevingen met weinig middelen. Uit een eerste analyse blijkt dat het dieet voldoet aan 78 procent van de aanbevolen zinkinname, 86 procent van de calciuminname voor individuen ouder dan 25 jaar en aan slechts 55 procent van de ijzerbehoefte voor vrouwen op een vruchtbare leeftijd.

Maar met het dieet staat wel de zorg voor het milieu op de voorgrond. ‘Zonder het EAT-rapport zouden beleidsmakers minder prioriteit geven aan duurzaamheid in gesprekken over eetpatronen’, zegt expert voedselsystemen Anne Elise Stratton (University of Michigan).

Enkel voor de rijken

Het EAT-Lancet-team benadrukt dat het dieet geen universele aanbeveling is. Sinds de publicatie van het rapport onderzoeken volksgezondheidswetenschappers wereldwijd hoe ze een dieet kunnen samenstellen dat voor iedereen realistisch is, van een volwassene met overgewicht tot een ondervoed kind.

Voedingswetenschappers weten dat de meeste personen geen voedingsrichtlijnen volgen. Dus proberen ze andere manieren te vinden om mensen ervan te overtuigen gezonder en duurzamer te eten.

Patricia Eustachio Colombo, voedingswetenschapper aan het Karolinska Instituut in Stockholm, test samen met haar collega’s een duurzaam dieet uit in scholen. Ze surfen mee op de recente aandachtsgolf voor The New Nordic Diet, een dieet waarin traditioneel, duurzaam voedsel zoals seizoensgebonden groenten en scharrelvlees centraal staat.

Eustachio Colombo en haar collega’s gebruikten een algoritme om maaltijden te analyseren op een lagere school met ongeveer tweeduizend leerlingen. De software deed voorstellen om de maaltijden voedzamer en milieuvriendelijker te maken, zoals een stoofpot met minder vlees en meer bonen en groenten.

Volgens de onderzoekers wisten de ouders en kinderen dat hun maaltijden werden verbeterd, maar ze kregen geen verdere details. De meeste kinderen hadden niets in de gaten, en er werd niet meer eten weggegooid dan voordien. Hetzelfde experiment voeren ze nu uit bij 2.800 kinderen. ‘Via schoolmaaltijden krijgen we een unieke kans om duurzamere voedingsgewoontes te creëren. De eetgewoontes die we aangeleerd krijgen als kind behouden we vaak ons hele leven lang’, aldus Eustachio Colombo.

Het dieet varieert sterk van het EAT-Lancet-dieet, zegt de wetenschapper. Het is goedkoper en bevat meer zetmeelproducten zoals aardappelen, die kenmerkend zijn voor de Zweedse keuken. Het is volgens haar ook voedzamer en beter aanvaard in de Scandinavische cultuur. ‘Dit toont hoe belangrijk het is dat we het EAT-Lancet-dieet aanpassen aan de specifieke omstandigheden van een land’, zegt ze.

In de VS proberen academici en restauranteigenaars het EAT-Lancet-dieet te introduceren op plaatsen waar mensen met lage inkomens wonen. In Baltimore ontstond een samenwerking tussen een cateringbedrijf en een restaurant. De initiatiefnemers bereidden maaltijden volgens het EAT-Lancet-dieet en gaven die gratis weg aan gezinnen die in zogeheten ‘voedselwoestijnen’ wonen, waar de toegang tot betaalbaar en voedzaam eten zeer beperkt is.

In zo’n maaltijd zaten bijvoorbeeld zalmcakejes, een mengeling van seizoensgebonden groenten, Israëlische couscous en een romige pestosaus. Tijdens de pandemie zagen het restaurant en cateringbedrijf zich verplicht de deuren te sluiten.

Onderzoekers aan de Johns Hopkins University in Baltimore ondervroegen vijfhonderd mensen die de maaltijden probeerden. Liefst 93 procent van de 242 deelnemers die de enquête invulden zeiden dat ze het lekker of zelfs heel lekker vonden. De keerzijde? De maaltijden, die nu nog gefinancierd werden door donaties, kostten normaal elk 10 dollar. Voor veel gezinnen is dat onbetaalbaar.

‘Een grote verandering in eetgewoontes kan een positief ecologisch effect hebben, dat is duidelijk. Maar er zijn culturele en economische obstakels’, besluit Timothy Griffin.

Moeilijk te verteren

Wetenschappers die onderzoek doen naar mogelijke diëten in landen met een laag of gemiddeld inkomen stuiten vaak op hetzelfde obstakel: ze weten niet wat de mensen er eten. ‘We tasten in het duister’, zegt P­urnima Menon (Internationaal Onderzoeksinstituut voor Voedselbeleid in Delhi). De beschikbare data over de voedselgewoontes zijn al tien jaar oud, zegt ze.

Het is cruciaal dat die data een update krijgen. In de Wereld Honger Index staat India op plaats 101 van 116 landen. Het land heeft het hoogste aantal kinderen die te mager zijn voor hun lengte.

Abhishek Chaudhary, die deel uitmaakte van het EAT-Lancet-team, gebruikte een computerprogramma en lokale milieugegevens over water, uitstoot, landgebruik en fosfor- en stikstofgebruik om diëten te ontwerpen voor alle deelstaten van India. Het algoritme stelde diëten voor die aan de voedingsbehoeften voldoen, de voedselgerelateerde uitstoot met 35 procent verminderen en andere milieurijkdommen niet belasten.

Maar om de vereiste hoeveelheid voedsel te kunnen telen, moeten lokale boeren meer kunnen oogsten. Dat, of ze hebben 35 procent meer land nodig. Dat ligt niet voor de hand in het overbevolkte India. Bovendien zouden de voedselprijzen 50 procent hoger liggen.

Gezonde en duurzame diëten zijn elders ook duur. De variatie aan voeding die het EAT-Lancet adviseert – noten, vis, eieren, zuivelproducten en meer – is voor miljoenen mensen ontoegankelijk, zegt Iannotti.

In 2011, het recentste jaar waarvan gegevens over voedselprijzen bekend zijn, zou het EAT-Lancet-dieet wereldwijd gemiddeld 2,04 euro per dag kosten. Dat is ongeveer 1,6 keer meer dan wat een voedzame basismaaltijd gemiddeld kost.

Er zijn nog andere obstakels. Zo zijn er mensen die geen of slechts enkele dierlijke producten eten. En op plaatsen met een tekort aan voedingsstoffen en waar de aanbevolen voedingsmiddelen niet beschikbaar zijn, zijn dierlijke producten net een cruciale bron van gemakkelijk beschikbare biologische voedingsstoffen naast planten, zegt Iannotti.

Op veel plaatsen in lage-inkomenslanden zijn de landbouwsystemen kleinschalig en omvatten ze zowel gewassen als gedomesticeerde dieren. Die kunnen worden verkocht in tijden van nood, zegt Jimmy Smith, de directeur-generaal van de Internationale Onderzoeksinstelling voor Vee in Nairobi.

‘Een zuivelboer in de hooglanden van Ethiopië heeft drie of vier dieren in zijn of haar achtertuin, en elk van die dieren is een lid van de familie. Ze hebben namen’, aldus Smith.

Menon zegt dat wetenschappers in lage- en middeninkomensgebieden zich vooralsnog meer zorgen maken over de voedselzekerheid dan over milieubehoud. De FAO heeft een comité opgericht dat een veel uitgebreidere analyse moet maken dan die van EAT-Lancet. De nieuwe analyse zal globaler zijn en onderwerpen omvatten als voedselzekerheid en duurzaamheid, zegt Iannotti, die deel uitmaakt van de commissie. De analyse moet in 2024 worden gepubliceerd. ‘We willen er daarbij voor zorgen dat we input hebben van over heel de wereld’.

Volgens wetenschappers kunnen we duurzame diëten creëren in arme landen door nauw samen te werken met gemeenschappen en boeren, zoals in Kilifi. Michael Clark, die met modellen het voedingspatroon op wereldschaal in kaart heeft gebracht, denkt dat wetenschappers nu vooral lokale oplossingen moeten vinden om mensen beter te doen eten.

‘Onderzoekers die werken rond duurzame voeding moeten aan gemeenschappen de vraag stellen: ‘Wat is er haalbaar?’, zegt hij. ‘Dat moet de basisvraag zijn. Pas als we daarop een antwoord hebben, kunnen we toewerken naar uitkomsten die interessant zijn voor die gemeenschappen.’