Malaria teisterde ook de Romeinen

06 december 2016 door Eos-redactie

Het Oude Rome was gebouwd op drooggelegde moerassen. Het is dus niet zo verwonderlijk dat de malariamug er zich goed thuis voelde.

Het Oude Rome was gebouwd op drooggelegde moerassen. Het is dus niet zo verwonderlijk dat de malariamug er zich goed thuis voelde.

Malaria of moeraskoorts is nog altijd een van de meest dodelijke ziekten ter wereld. Elk jaar sterft een half miljoen mensen aan de hevige koortsaanvallen die doorgaans volgen op een infectie met de parasiet Plasmodium falciparum – de gevaarlijkste van alle Plasmodia-soorten. De dodelijke slachtoffers, die vooral in tropische regio’s vallen, zijn voornamelijk kinderen jonger dan vijf en mensen met een verzwakt immuunsysteem. De overlevenden kampen vaak nog jarenlang met de gevolgen van ‘chronische malaria’.

De malariamug die de parasiet verspreidt komt niet meer voor in Europa, maar dat was vroeger wel anders. Wetenschappers hebben altijd sterke vermoedens gehad dat de ziekte ook de oude Grieken en Romeinen trof, maar totnogtoe vonden ze daarvoor geen hard bewijs. Het enige wat ze hadden zijn opgetekende diagnoses van genezers die verhalen van ernstige en terugkerende koortsaanvallen – wat wellicht op malaria wijst. Pittig detail: tot niet zolang geleden werd gedacht dat malaria veroorzaakt werd door het inademen van slechte lucht – vandaar ook de naam.

Tastbaar bewijs

Nu heeft een internationaal team van medici in Italië echter – eindelijk – tastbaar bewijs gevonden dat de gevreesde ziekte ook endemisch was in het Romeinse Rijk toen zich dat op z’n hoogtepunt bevond (de eerste eeuwen na Christus). In de tanden van skeletten opgegraven op drie verschillende oude Romeinse kerkhoven vonden ze mitochondriaal DNA terug dat ooit toebehoorde aan de P. falciparum–parasiet.

In totaal groeven de onderzoekers de resten van bijna zeventig Romeinen op – waaronder tien kinderen

In totaal groeven de onderzoekers de resten van bijna zeventig Romeinen op – waaronder tien kinderen. Bij slechts twee individuen vonden ze sporen van de malariaparasiet terug. Dat wil echter niet zeggen dat de ziekte weinig voorkwam in het Romeinse Rijk. Omdat de parasiet zich voornamelijk ophoudt in de bloedsomloop en de organen is het sowieso al een geluk hem aan te treffen binnenin de beschermende omgeving van de tanden. (sst)

Bron: Hendrik Poinar, McMaster University, Hamilton, Canada in Current Biology