Priesters tegen 'pornografie'

04 februari 2015 door JL

Tot ver in de 20ste eeuw legde de Katholieke Kerk in België op wat gelovigen wel of niet mochten lezen, en greep ze geregeld actief in. Nogal wat schrijvers kunnen daarover meespreken.

Tot ver in de 20ste eeuw legde de Katholieke Kerk in België op wat gelovigen wel of niet mochten lezen, en greep ze geregeld actief in. Nogal wat schrijvers kunnen daarover meespreken.

In 1842 werkt de schrijver Hendrik Conscience (1812-1883) als ‘griffier’ in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Enkele jaren eerder heeft hij De Leeuw van Vlaenderen gepubliceerd. In Vlaamsgezinde kringen is Conscience een gevierd man, maar in de ogen van de Kerk is hij verdacht. Romans, zo menen veel priesters, zijn een product van de liberale Franse geest. Voor de gelovigen zijn ze gevaarlijk omdat ze tot de verbeelding spreken zonder daarom per se de waarheden van het geloof te propageren.

Leeuw zonder tanden

Bovendien heeft Conscience in zijn debuutroman In ‘t Wonderjaer (1837) openlijk de lof gezongen van de geuzen die in de 16de eeuw in opstand komen tegen Spanje. Alsof dat niet erg genoeg is bevat De Leeuw niet alleen gewelddadige taferelen, maar vertelt de roman ook over de liefde tussen (de fictieve) Machteld, dochter van de graaf van Vlaanderen, en de heldhaftige ridder Adolf van Nieuwland.

Omdat de uitgeverij in Vlaanderen nog nergens staat, moeten auteurs de drukkosten zelf dragen. Groot is dan ook Consciences blijdschap wanneer ‘inspecteur van de gevangenissen’ T. Sorlus na bemiddeling van Consciences vriend en Academiedirecteur Gustaaf Wappers overweegt beide boeken aan te kopen voor de bibliotheken van de strafinrichtingen in het Nederlandstalige landsgedeelte. Maar dat is gerekend buiten de invloed van kanunnik Jan-Baptist Van Hemel (sic), hoofd van het Klein Seminarie in Mechelen en censor librorum van het aartsbisdom.

Ondanks de bepalingen van de grondwet en de scheiding van kerk en staat weegt de clerus zwaar op de besluitvorming –waaronder die in het gevangeniswezen. Van Hemel verzet zich tegen een eventuele aankoop van In ‘t Wonderjaer en De Leeuw, tenzij de schrijver zich bereid toont om veranderingen aan te brengen. Conscience, die sowieso geen sterk karakter heeft, staat met zijn rug tegen de muur. Toegeven, maakt Van Hemel hem duidelijk, betekent niet alleen dat de bestelling voor de gevangenisbibliotheken doorgaat, maar ook dat zijn romans door de zeshonderd leerlingen van het Mechelse Klein Seminarie zullen gelezen worden.

Conscience gaat door de knieën. Van Hemel buigt zich over de gewraakte boeken. In ‘t Wonderjaer zal voortaan Het Wonderjaer heten; de priesters in het boek krijgen een mooiere rol en het behoud van het katholieke geloof komt centraal te staan. In De Leeuw sneuvelen bloeddorstige uitlatingen van opstandelingenleider Breydel, en Machteld bemint haar ridder niet langer ‘met onrustige drift’, maar als een zuster. Beide romans verliezen ook hun Vlaamsgezinde voorwoord. De nieuwe versie van Het Wonderjaer verschijnt in 1843, weldra gevolgd door de ‘gecastreerde’ Leeuw. Voor Conscience is het pad naar succes geëffend, maar zijn geloofwaardigheid ligt aan diggelen. Voortaan legt hij een voorzichtigheid aan de dag die zijn oeuvre niet ten goede komt.

Dit artikel is een deel uit een uitgebreid artikel over censuur in België dat verscheen in het laatste nummer van Eos Memo, het geschiedenisblad van Eos. In het artikel komen ook nog aan bod: de herschrijving van de roman Pallieter van Felix Timmermans, de beschuldigingen van 'pornografie' aan schrijver Gerard Walschap en het boek "Gangreen 1 Black Venus" van Jef Geeraerts, dat ondanks felle tegenkanting van kerk en staat, omwille van de expliciete seks in het boek, een bestseller werd.