Sporen van industriële revolutie terug te vinden in Himalaya

Een spraakmakend nieuw veldonderzoek legt een verband tussen industriële stofdeeltjes in een Himalayagletsjer en… de eerste fabrieken in onder meer Gent en Luik.

Veroorzaakte de eerste industriële revolutie alleen milieuschade in West-Europese fabriekssteden? Toch niet. En werd de natuur op de meest afgelegen plekken op de wereld pas aangetast toen de mens ze bereikte? Al evenmin, zo blijkt uit een studie van een onderzoeksteam van Ohio State University. De nevenproducten van het verbranden van steenkool, die eind achttiende, begin negentiende eeuw vrijkwamen in industriesteden als Londen, Gent en Luik, bereikten namelijk de Dasuopugletsjer, zo’n 8000 kilometer verderop in de Himalaya. Dat kwam aan het licht na een analyse van boorstalen onder leiding van Paolo Gabrielli. 

Gabrielli specialiseert zich al tien jaar in de studie van ijskernen, met bijzondere aandacht voor paleomilieu- en paleoklimaatreconstructie, van Antarctica tot de Alpen. En toch was hij verrast door de onderzoeksresultaten: ‘We troffen verhoogde waarden van giftige metalen aan die hoger lagen dan normaal: onder meer cadmium, nikkel en zink. En dat, en daar gaat het om, in ijslagen die zich begonnen te vormen rond 1780. Met andere woorden: de allereerste industriële stofdeeltjes zijn daarheen getransporteerd, wellicht door winterwinden die van west naar oost over de hele wereld waaien.’ 

Een tweede factor, die even hedendaags lijkt maar ook in vorige eeuwen al blijkt te spelen, is bevolkingsaangroei en ontbossing.  ‘Parallel met de industriële revolutie groeide de bevolking explosief. Daardoor was er ook een proportionele hogere nood aan landbouwgrond, die verkregen werd door wouden en bossen te rooien met branden. Gevolg: bijkomende verbrandingsresten die we ook in de ijskern aantroffen. De hoogste waarden vonden we terug in lagen die dateren van rond 1810 tot 1880. Een kleine honderd jaar voordat de eerste mens een Himalayatop zou bereiken, waren de eerste industriële verbrandingsresten daar al aangekomen.’

Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences