Voorouders Amerikaanse indianen bleven 10.000 jaar plakken op de Beringlandbrug

10 maart 2014 door Eos-redactie

Amerikaanse onderzoekers beweren dat de oer-indianen wellicht enkele duizenden jaren op de landbrug doorbrachten alvorens verder te migreren naar Noord-Amerika.

Dat de voorouders van de Amerikaanse indianen uit Azië komen, weten we al langer. Ruwweg 25.000 jaar geleden trokken ze richting Beringlandbrug, een landbrug die Alaska en Siberië tijdens de ijstijden verbond. Wat er daarna gebeurde, is nog onduidelijk. Van de eerste mensen op het Amerikaanse continent duiken pas 15.000 jaar geleden sporen op.

Een groep wetenschappers van de universiteiten van Utah, Colorado en Londen komt nu in het vakblad Science op de proppen met een nieuwe hypothese. Ze maakten een synthese van recent genetisch en paleo-ecologisch onderzoek en kwamen tot de conclusie dat de oer-indianen wellicht enkele duizenden jaren op de landbrug doorbrachten alvorens verder te migreren naar Noord-Amerika.

De wetenschappers vertrokken van onderzoek van oude grondlagen onder de Beringzee en langs de kusten van Alaska, waaruit bleek dat in tegenstelling tot wat vroeger verondersteld werd, delen van de landbrug ijsvrij waren, en begroeid met struikgewas en bomen. Een geschikte plek met een redelijk leefbaar klimaat, en voldoende beschutting en voedsel om de laatste ijstijd door te komen, aldus de wetenschappers. Dat zou meteen ook kunnen verklaren waarom het genoom van de Amerikaanse indianen verschilt van dat van hun Aziatische voorouders. Mogelijk ontwikkelde het zich in isolatie op de Beringlandbrug.

Archeologisch materiaal om deze hypothese te bevestigen, is tot op heden echter niet boven water gekomen. Dat laatste mag letterlijk genomen worden: het gebied waarover het hier gaat, ligt nu grotendeels onder water. (aa)