Nu in Eos

Wetenschappelijk racisme

Hoewel het concept ras zijn wetenschappelijke betekenis verloren heeft, wordt het in de praktijk al dan niet bewust nog steeds gebruikt om te discrimineren.

Openingsbeeld: Charles Darwin

Kort na het overlijden van de befaamde Amerikaanse bioloog E.O. Wilson eind vorig jaar publiceerde gezondheidsexpert Monica McLemore een veelbesproken opiniestuk op de website van Scientific American. Wetenschappers die een deel van hun werk op racistische ideeën hebben gebouwd, laten een complexe erfenis na. We mogen die niet met de mantel der liefde bedekken, betoogde ze. Sommige foute aannames blijven hardnekkig circuleren en bepalen nog steeds hoe we de wereld bekijken.

McLemore doelde vooral op Wilsons boek Sociobiology uit 1975. Daarin krijgen menselijk gedrag en sociale verschillen een genetische en biologische verklaring. Het volgens haar valse nature versus nurture-debat kreeg daarmee nieuwe vleugels. McLemore raakte een gevoelige snaar, getuige daarvan de vele haatmails en bedreigingen die ze tot op vandaag ontvangt.

Wetenschappelijk racisme heeft een lange geschiedenis, zo lees je in de nieuwe Eos. Het kent vele herauten, van filosofen als David Hume en Immanuel Kant tot vroege naturalisten als Linnaeus en Buffon. Vorig jaar kwam Charles Darwin even in opspraak voor vermeend seksisme en racisme. Dat was bij de viering van honderdvijftig jaar Descent of Man, een invloedrijk boek over de menselijke evolutie. Voor hem geldt hetzelfde als voor Wilson. Beoordeel hun ingewikkelde erfenis zonder taboes. Waardeer hun aanzienlijke wetenschappelijke verdiensten, maar vergoelijk hun foute of achterhaalde ideeën niet. Corrigeer ze en vervang ze door nieuwe inzichten.

Vandaag is er onder wetenschappers een grote consensus dat ras een sociale constructie is, en geen biologisch gegeven. Begin deze eeuw liet Craig Venter met het Human Genome-project zien dat alle mensen over de rassen heen voor 99,9 procent genetisch identiek zijn. Sindsdien is het concept ras zijn wetenschappelijke betekenis verloren.

Veel symptomen worden in kleur uitgedrukt, bijvoorbeeld rode ringvormige vlekken bij lyme. Op een donkere huid zien die er anders uit

Discussie gesloten, zou je denken. Maar in de praktijk wordt de indeling in rassen al dan niet bewust nog steeds gebruikt om te discrimineren. Vooral in de gezondheidszorg is dat niet zonder gevolgen, zoals de covid-crisis recent nog aantoonde. Door het geïnstitutionaliseerde racisme in de VS liepen gekleurde mensen twee keer meer risico om te sterven aan covid.

We staren ons blind op afkomst en huidskleur, zegt socioloog Alana Helberg-Proctor (KU Leuven). Net als McLemore onderzoekt zij de diversiteit en ongelijkheid in de gezondheidszorg en de geneeskunde. Sommige richtlijnen maken nog het onderscheid tussen witte, Aziatische en Afrikaanse mensen, terwijl binnen die populaties een enorme genetische diversiteit heerst. Aan de andere kant is er de focus op de cultureel bepaalde ‘standaard patiënt’, de witte man. Ze geeft een voorbeeld uit de dermatologie. Veel symptomen worden in kleur uitgedrukt, bijvoorbeeld rode ringvormige vlekken bij lyme. Op een donkere huid zien die er anders uit.

Belangrijker dan etnische afkomst is de context waarin specifieke gezondheidsproblemen opduiken. Zijn patiënten opgegroeid in armoede, zijn ze het slachtoffer van discriminatie, krijgen ze een vlotte toegang tot gezonde voeding of goede zorgen? Voor bijna alle aandoeningen zijn deze factoren doorslaggevender dan een of ander label, dat gebaseerd is op achterhaalde ideeën.