Communicatie tussen hersenen en milt beïnvloedt bloeddruk

28 september 2016 door Eos-redactie

Bloeddrukverlagers zijn populaire medicijnen, maar ze werken niet bij iedereen even goed. Medici hebben nu een mogelijk nieuw doelwit in het vizier om chronische hypertensie te behandelen.

Bloeddrukverlagers zijn populaire medicijnen, maar ze werken niet bij iedereen even goed. Medici hebben nu een mogelijk nieuw doelwit in het vizier om chronische hypertensie te behandelen.

Een (te) hoge bloeddruk is een samenspel van vele factoren, zowel aangeboren als uit de leefomgeving. Dat ook ons immuunsysteem én ons zenuwstelsel invloed uitoefenen op onze bloeddruk, werd eerder al gesuggereerd door verschillende wetenschappers, maar die invloed kon nooit hard worden gemaakt.

Een Italiaanse wetenschapper is daar nu wel in geslaagd – althans bij muizen. Hij ontdekte dat er bij de diertjes tijdens de eerste stadia van de bloeddrukverhoging een verhoogde communicatie plaatsvindt tussen de hersenen en de milt (het orgaan dat weleens de lymfeklier van de bloedsomloop wordt genoemd). Die communicatie – het is eerder een bevelvoering, want de signaaloverdracht gebeurt voornamelijk in één richting – heeft als gevolg dat de milt plotseling extra immuuncellen gaat aanmaken. Die immuuncellen zoeken vervolgens de nieren en de aorta op, organen die erom bekendstaan dat ze de bloeddruk in het lichaam mee reguleren.

Door roet te gooien in die communicatie wilde de Italiaan zien wat er gebeurde. Dat deed hij door de miltzenuw bij proefmuizen met hypertensie lokaal te verhitten, waardoor de signalen van de hersenen minder goed doorkwamen. En waardoor de bloeddruk verlaagde.

Of het onderzoek daadwerkelijk tot nieuwe therapieën zal leiden om hypertensie te verhelpen, moet nog verder worden onderzocht. Eerst moet bijvoorbeeld nog duidelijk worden dat met de blokkade van de brein-miltcommunicatie geen andere vitale functies uitvallen. (sst)

Giuseppe Lembo, IRCCS Neuromed, Pozzilli, Italië in Nature Communications