Microbe van de maand

Deze roofbacterie is minuscuul, megasnel en dodelijk

Bdellovibrio bacteriovorus is een nachtmerrie voor andere bacteriën, maar kan een bondgenoot van de mens worden.

Een supersnel roofdier dat zich door de huid van zijn prooi heen boort en het zich daarbinnen comfortabel maakt.

Een jager die zijn prooi injecteert met een groot assortiment aan stoffen die alle ingewanden van de prooi in een zachte smurrie doen veranderen.

Een predator die de smurrie rustig oppeuzelt, groeit en zich vermenigvuldigt totdat al zijn nakomelingen uit de resten van de prooi barsten.

Dit is geen monster in een sciencefictionserie, maar de beschrijving van een bacterie: Bdellovibrio bacteriovorus. Deze roofbacterie is minuscuul, megasnel en dodelijk – als je een andere bacterie bent, tenminste. Voor ons zou B. bacteriovorus wel eens de nieuwe bondgenoot in de strijd tegen antibioticaresistentie kunnen zijn.

Bdellovibrio bacteriovorus betekent zoiets als ‘bewegende bloedzuigerachtige bacterie-eter’. De eerste B. bacteriovorus werd in de jaren 1960 uit de grond geïsoleerd, maar later werden er meer Bdellovibrio-achtige bacteriën gevonden in zoetwatermeren, oceanen, in wortels van planten en recentelijk zelfs op de huid en in het darmstelsel van zoogdieren. Elke Bdellovibrio-achtige heeft zo zijn eigen voorkeur voor prooi. Zonder te weten wat een nieuwe Bdellovibrio-achtige graag eet, is het moeilijk om ze in het lab te laten groeien. Daardoor wordt waarschijnlijk onderschat hoe wijdverspreid deze bacteriegroep is in de natuur. B. bacteriovorus is een van de varianten die we wel in het lab kunnen laten groeien: het is geen kieskeurige eter. Op zijn menu staat de darmbacterie E. coli, maar ook de veroorzakers van ziektes als cholera, longontsteking en salmonella-infecties.

Om andere bacteriën te doden en op te eten produceert de bacterie een heel arsenaal aan actieve stoffen, zoals enzymen die eiwitten in stukjes hakken

Om andere bacteriën te doden en op te eten, produceert deze bacterie een heel arsenaal aan actieve stoffen. Dit zijn bijvoorbeeld enzymen die de celwand veranderen, DNA afbreken of eiwitten in stukjes hakken. Het grootste deel van die stoffen is nog nooit onderzocht en alleen voorspeld op basis van de DNA-volgorde van B. bacteriovorus. Een handjevol onderzoekers, waarvan één groep in België, is druk bezig om te achterhalen hoe de bacterie groeit en eet. Zo zijn de laatste jaren een aantal enzymen ontdekt die B. bacteriovorus in zijn prooi injecteert om de celwand te veranderen, mogelijk om zelf makkelijker binnen te dringen, of juist om andere indringers buiten te houden. Al deze informatie is niet alleen nodig voor het gebruik van B. bacteriovorus als potentiële therapie, maar zou ook kunnen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe antibacteriële middelen.

Zebravislarven

Niet zo gek dus dat onderzoekers de laatste twintig jaar steeds meer geïnteresseerd raakten in deze roofbacterie. B. bacteriovorus eet namelijk ook ziekteverwekkers die niet meer op antibiotica reageren en is ongevaarlijk voor mensen. In Nottingham is het onderzoekers in 2016 gelukt om zebravislarven te genezen van Shigella (een bacterie die darminfecties veroorzaakt bij de mens) door toediening van B. bacteriovorus. Toch zijn er nog veel hordes te nemen voordat zoiets in mensen ooit denkbaar is. Want hoe krijg je een rondzwemmende bacterie op de juiste plek in een lichaam? Blijven de roofbacteriën na gedane zaken in het lichaam rondhangen? Een van de grootste problemen is misschien dat we nog heel weinig weten over hoe deze bacterie zijn prooi doodt en opeet.

Beeld: Shutterstock