Weet jij of je X- of O-benen hebt? De stand van je benen bepaalt mee het risico op pijnlijke knieën! Met gepersonaliseerde computermodellen brengen we de belasting van jouw knieën in kaart.
De eindejaarsperiode is mijn favoriete tijd van het jaar: té warme ovenhapjes, goede voornemens en een familielid dat uitgebreid vertelt over het laatste bezoek aan de kniechirurg. Vroeg of laat vragen ze mijn mening: 'Is het al tijd voor een knieprothese of bijt ik toch nog even door?'. Mijn antwoord is nooit zwart-wit. De meeste patiënten zijn tevreden na zo’n ingreep, maar bijna één op vijf blijft nadien toch klachten ervaren. Precies daarom werk ik als onderzoeker aan de Universiteit van Gent met slimme technologieën die de knie beter in kaart brengen – zodat we de nood aan een prothese hopelijk kunnen uitstellen.
Een knieprothese komt in beeld wanneer het kraakbeen zodanig versleten is dat de pijn niet meer weggaat. Kraakbeen is die gladde, stevige maar toch flexibele laag die de uiteinden van je botten bedekt. Het werkt als een schokdemper: elke stap vangt het de schok op en laat het je gewrichten soepel bewegen zonder dat de botten tegen elkaar schuren. Tienduizend stappen per dag? Dat zijn meer dan een miljoen schokken per jaar die je knieën moeten opvangen. Gelukkig kan kraakbeen wel tegen een stootje. Maar eenmaal beschadigd, herstelt het niet vanzelf – er lopen geen bloedvaten doorheen die het voeden of repareren.
Hoe recht moet een knie zijn?
X-benen (knieën die naar binnen wijzen) en O-benen (knieën die naar buiten staan) ontstaan door een samenspel van aanleg en omgeving. Sommige mensen erven van hun ouders een neiging tot een bepaalde beenstand. Daarnaast spelen ook omgevingsfactoren een rol, zoals de belasting van de knieën tijdens de kindertijd. Kinderen die lopen, spelen en sporten, zetten hun groeiende dij- en scheenbenen voortdurend onder druk.
Bij rechte knieën wordt de belasting mooi verdeeld over het hele gewricht. Het kraakbeen vangt die belasting moeiteloos op. Maar bij X‑ of O‑benen verandert dat beeld. De druk stapelt zich op aan één kant van de knie. Daar slijt het kraakbeen sneller. Het gevolg: pijn, stijfheid en soms zelfs een knieprothese.
Wie nu bezorgd naar zijn eigen knieën kijkt, mag gerust zijn: niet iedereen met X- of O-benen belandt automatisch op de operatietafel. Leeftijd, gewicht, spierkracht en hoe intensief je je knieën gebruikt, spelen ook een rol. Ontstaan er toch pijnklachten, dan kan oefentherapie vaak verlichting bieden. Door de bovenbeenspieren te versterken, krijgt de knie meer stabiliteit en wordt de druk opnieuw gelijkmatiger verdeeld.
Blijven de klachten aanhouden, dan zijn er ook operatieve mogelijkheden zoals een osteotomie. Daarbij corrigeert een kniechirurg de stand van het been operatief. Zo wordt de druk herverdeeld over de binnen- en buitenkant van het kniegewricht en kan de knie vaak nog jarenlang goed functioneren. Maar hoe recht moet een knie dan precies staan? Helemaal recht, of toch nog een beetje scheef? Daarover bestaat nog discussie.
In mijn onderzoek gebruik ik nieuwe computertechnologie om dat beter te begrijpen. Met 3D‑beelden van de knie, denk aan een CT‑ of MRI‑scan, maak ik een digitaal model. Daarmee kan ik simuleren hoe het dijbeen op het scheenbeen drukt wanneer iemand rechtstaat. Zo zie ik meteen of de knie vooral aan de binnen- of buitenkant te veel belast wordt.
Vandaag gebruiken we deze modellen vooral om na een operatie de belasting voor en na de ingreep te vergelijken. Binnenkort willen we ze ook inzetten vóór de operatie. Zo kunnen we vooraf verschillende scenario’s testen en beter voorspellen welke correctie het beste resultaat geeft.
Een blik vooruit
In een ideale wereld kunnen zorgverleners deze modellen zelfs inzetten voordat er klachten zijn. Stel je voor: huisartsen die jongeren doorverwijzen naar de kniechirurg om hun drukprofiel te laten meten. Zo kunnen we jongeren met een ongelijke drukverdeling vroegtijdig herkennen, nog vóór kraakbeenslijtage optreedt. Een vroege correctie kan dan ernstige kraakbeenschade voorkomen.
Voorlopig blijft dit toekomstmuziek. We gebruiken de modellen vandaag enkel in een onderzoekscontext. Maar ze geven ons wel een beter beeld van hoe de knie werkt en hoe kniechirurgen hun operaties verder kunnen verfijnen. Het doel is duidelijk: de druk evenwichtig verdelen, slijtage vertragen en knieën langer gezond houden, zodat een prothese niet meteen nodig is.
En wie weet, tijdens de volgende eindejaarsperiode, tussen de ovenhapjes en de goede voornemens, gaat het gesprek aan de feesttafel niet meer over 'wanneer komt die knieprothese?', maar over hoe slimme technologie ons kan helpen om kniepijn te voorkomen.