Nu in Eos

Loopt de eerste mens die 150 jaar wordt al rond?

Onze levensverwachting is sinds de 19de eeuw verdubbeld. Waar bevindt zich het plafond, als dat er al zou zijn? 

Quizvraag: wie sleepte drie Nobelprijzen in de wacht? Niet Marie Curie of Linus Pauling, maar wel het Rode Kruis … én een worm van amper een centimeter lang. Caenorabditis elegans lag aan de basis van doorbraken in het onderzoek naar fluorescente eiwitten, RNA-interferentie en de genetische regulatie van geprogrammeerde celdood. De rondworm is een ideaal model om genetische veroudering te bestuderen. Verschillende labs konden door te sleutelen aan zijn genen het leven van C. elegans – normaal een tweetal weken – met een veelvoud verlengen. Het voorlopige record bedraagt maal tien. Wat als we het ook bij de mens konden realiseren …

Onze levensverwachting is sinds de 19de eeuw, toen men begon met het bijhouden van demografische gegevens, verdubbeld. Per decennium stijgt de levensduur met 2,2 jaar. Het resultaat is een gemiddelde levensverwachting van 80 jaar voor mannen en 84 jaar voor vrouwen. De vraag is waar het plafond zich bevindt, als dat er al zou zijn. Volgens sommige wetenschappers ligt de maximale leeftijd op 125 jaar, iets meer dan wat Jeanne Calment in 1997 bereikte. De Française is met haar 122 jaar de voorlopig oudste geregistreerde mens.

Anderen berekenen vanaf welke leeftijd de ‘kans’ om te sterven sterk toeneemt. Ze zien een plateau op 105 jaar, een grens die door een recente studie weer in twijfel wordt getrokken. Voor dit soort onderzoek is de bestudeerde groep – superbejaarden – vrij beperkt en zijn tal van factoren van tel. Het is sterk onderhevig aan mitsen en maren. Overigens hangt het ervan af wie het hoogste woord voert, statistici of levenswetenschappers. Demografen die afgaan op wiskundige modellen komen vaak tot hogere maxima dan gerontologen of biologen.

Het beeld van ouderlingen die in grote familieverbanden liefdevol werden opgevangen strookt niet met de realiteit

Belangrijker dan de ultieme ouderdomsgrens te berekenen, is na te denken hoe de samenleving met het toenemende aantal superbejaarden omgaat. Lessen liggen misschien in het verleden. In dit nummer rekent historicus Jaco Zuijderduijn af met twee mythes uit de vroegmoderne periode. Ook toen werden mensen oud. Wie erin slaagde de kindertijd te overleven, kon makkelijk zestig of zeventig jaar oud worden. Verder strookt het beeld van ouderlingen die in grote familieverbanden liefdevol werden opgevangen niet met de realiteit. Het was cruciaal dat ze zich nuttig konden maken, door bij te dragen aan het gezinsbudget of mee te helpen in het huishouden.

De opvang van ouderen werd vroeger vooral door economische motieven gestuurd, minder door respect of solidariteit. Vandaag hebben veel mensen na hun pensioen nog een pak gezonde jaren voor de boeg. Deze levensfase wordt steeds langer, en de vraag om ze zo actief en zinvol mogelijk in te richten zal steeds luider klinken.

Loopt de eerste mens die 150 jaar wordt al rond? Mogelijk, maar dan zullen binnen afzienbare tijd wel ingrijpende biomedische doorbraken nodig zijn. Ze zullen verder moeten gaan dan het terugdringen van kanker of alzheimer. Hoeveel rek zit er nog op het onderzoek aan C. elegans en andere modelorganismen?

Meer weten? In de nieuwe Eos vind je een dossier over langer leven.