Rwandese ‘ceremoniespringers’ waren wereldtop

03 juli 2015 door Eos-redactie

Rwandese atleten die in het begin van de 20ste eeuw tijdens lokale ceremonieën hun kunnen lieten zien, hadden moeiteloos de wereldtop in het Olympische hoogspringen bereikt.

In het begin van de twintigste eeuw getuigden Europeanen die uit Rwanda terugkwamen over atleten die ontzettend hoog konden springen. Wetenschappers van de Universiteit Gent analyseerden historisch beeldmateriaal en geven de getuigen nu gelijk: de Rwandese hoogspringers hadden moeiteloos de wereldtop kunnen bereiken.

Nochtans was het hoogspringen voor de Rwandezen geen echte sport. Jonge mannen voerden de hoge sprongen uit tijdens lokale ceremonieën en feestelijkheden. Zij noemden het Gusimbuka Urukiramende. Dat we van ‘hoogspringen’ spreken komt door de Europese kolonisten die destijds bij hun terugkeer in Europa over het evenement getuigden en de vergelijking met het Olympische hoogspringen maakten. Ze waren sterk onder de indruk en claimden zelfs dat de Rwandese hoogspringers wel 2,50 meter hoog sprongen - een pak meer dan het wereldrecord van toen: 1,94 meter.

Exacte metingen van de sprongen werden echter nooit gedaan. Daarom voerden bewegingswetenschappers Ine Van Caekenberghe Dirk De Clercq van de Universiteit Gent nu biomechanische en bewegingsanalyses uit op historische foto's en filmpjes van de sprongen, en berekenden daaruit de spronghoogte van de Rwandese hoogspringers. Professor Dirk De Clercq analyseerde eerder trouwens ook al de sprongen van Olympisch kampioene Tia Hellebaut tijdens haar voorbereiding op de Olympische Spelen.

Een eerste overduidelijke vaststelling is dat de Gusimbuka Urukiramende-springers in vergelijking met Westerse hoogspringers allesbehalve een efficiënte manier van springen hadden. De hoogspringers liepen loodrecht richting de lat, stootten zich blootvoets af op een steen en sprongen over de lat bijna net zoals atleten over de horden lopen. Die techniek is daardoor minder gunstig om hoogte te halen dan de ‘buikrol’ en Fosbury-flop van het Westerse hoogspringen.

Toch blijkt uit de biomechanische analyse dat de Rwandezen ongeveer even hoog sprongen als de wereldtop uit hun tijd, zelfs wanneer de verhoogde afstoot mee in rekening wordt gebracht. De Gusimbuka Urukiramende-springers hadden zich moeiteloos geplaatst voor de finale van de Olympische Spelen en de beste atleten hadden zelfs voor de medailles gestreden. (kv)