Transplantatie varkenshart stapje dichterbij

Bavianen kunnen na transplantatie van een varkenshart tot zes maanden in leven blijven.

Bavianen die een varkenshart ingepland kregen, bleven tot zes maanden in leven, melden Duitse wetenschappers in het vakblad Nature. Dat is veel beter dan het vorige record van 57 dagen.

Door een tekort aan menselijke donorharten zoeken wetenschappers naar alternatieven. Transplantatie van varkensharten - die sterk op ons hart lijken - is een optie die al lang wordt onderzocht maar met meerdere problemen kampt.

Varkensharten - die sterk op ons hart lijken - zijn een alternatief voor het tekort aan menselijke donorharten

Eén daarvan is de afstoting van het varkenshart door het immuunsysteem. In hun experimenten met zestien bavianen hebben de Duitse onderzoekers daarvoor een oplossing gezocht. Met genetisch modificatie zorgden ze ervoor dat de varkensorganen een minder sterke immuunrespons uitlokten. Daarbovenop hielden ze het immuunsysteem van de bavianen met medicatie onder controle.

De wetenschappers ontwikkelden ook een betere procedure om de varkensharten na verwijdering uit de rechtmatige eigenaar in betere conditie te houden, door ze niet zoals gebruikelijk op ijs te bewaren maar er een zuurstofrijke bloedoplossing door te pompen.

De wetenschappers stelden hun werkwijze stapsgewijs op punt. De eerste apen stierven na enkele dagen tot weken, maar de laatste twee verkeerden meer dan zes maanden in goede gezondheid, tot het experiment werd stopgezet.

‘Dit brengt transplantatie van varkensharten een stapje dichterbij’, zegt hartchirurg Yves Van Belleghem (UZ Gent). ‘Tegelijk blijft dit nog verre toekomstmuziek. Zo is nog onvoldoende duidelijk wat de gevolgen van de zware afweeronderdrukkende medicatie op langere termijn zijn. Daarnaast is de overdracht van virussen bij transplantatie van varken naar mens nog een reden tot bezorgdheid.’

Vraag en aanbod

Intussen groeien de wachtlijsten met mensen die een donorhart nodig hebben. ‘We zien de vraag naar donorharten toenemen’, zegt Michel De Pauw, diensthoofd cardiologie aan het UZ Gent. ‘Door betere behandelingen komen meer patiënten in aanmerking voor een transplantatie. Tegelijk daalt het aanbod aan goede donorharten. Vooral omdat – gelukkig maar – het aantal jonge verkeersslachtoffers afneemt. Ondanks de groeiende vraag is het jaarlijkse aantal transplantaties sinds begin jaren 1990 ongeveer gehalveerd.'

Een deel van de patiënten kan worden geholpen met een kunsthart dat het hart niet vervangt maar ondersteunt. 'Daarvan worden er in België jaarlijks een zestigtal ingeplant', zegt Van Belleghem. 'Dat helpt bij meer dan de helft van de mensen op de wachtlijst.'