Bejaarde en vleeskip dragen zelfde resistente bacteriën

14 juli 2015 door DDC

Bij rusthuisbewoners, vleeskippen en varkens komen grotendeels dezelfde resistente bacteriën voor. Dat blijkt uit onderzoek van Karel Jacobs (Universiteit Gent). (2012)

Bij rusthuisbewoners, vleeskippen en varkens komen grotendeels dezelfde resistente bacteriën voor. Dat blijkt uit onderzoek van Karel Jacobs (Universiteit Gent), dat bekroond werd met de prijs voor de beste masterproef over antibioticaresistentie door AMCRA, het Belgische expertisecentrum rond antibioticagebruik bij dieren.

Jacobs verzamelde stalen van uitwerpselen in een rusthuis en bij veebedrijven in en rond Aalter. Daarin ging hij op zoek naar antibioticaresistente Escherichia coli. Het aandeel resistente bacteriën dat hij aantrof bij mens, kip en varken bleek sterke overeenkomsten te vertonen.

Wat opvallend vaak voorkwam, was resistentie tegen antibiotica die de Werelgezondheidsorganisatie (WHO) ‘van kritisch belang’ voor de humane geneeskunde beschouwt, zoals cefalosporines van de 3de en 4de generatie en fluoroquinolonen. ‘Vooral de resitentie tegen fluoroquinolonen zagen we vaker dan verwacht’, zegt Jeroen Dewulf (UGent), die het onderzoek begeleidde. Ook tegen andere belangrijke antibiotica, zoals tetracyclines en aminoglycosiden, kwam resistentie vaak voor – 97 procent resistentie tegen aminoglycosiden bij de mens, respectievelijk 100 en 93 procent bij kip en varken.

Multiresistente bacteriën waren talrijk aanwezig. Bij de bejaarden bleek 66 procent van de bacteriën bestand tegen meerdere antibiotica. Bij kippen en varkens was dat respectievelijk 82 en 91 procent.

Toch is er ook goed nieuws. ‘We troffen geen resistentie aan tegen carbapenems en polymyxines, die bekendstaan als laatste redmiddel tegen multiresistente bacteriën’, zegt Dewulf.  Wel troffen de onderzoekers bij kippen en varkens resistentie aan tegen tigecycline en fosfomycine. Beide antibiotica zijn ook laatste redmiddelen en enkel toegestaan in de geneeskunde. ‘Toch hoeft dat niet op illegaal gebruik te wijzen’, zegt Dewulf. ‘Verschillende antibiotica werken volgens hetzelfde mechanisme, zodat resistentie tegen het ene ook resistentie tegen het andere oplevert.’

Aandacht verwatert

Het hoge antibioticagebruik, zowel in de geneeskunde als in de veehouderij is een oud zeer. Hoe meer antibiotica worden gebruikt, hoe sneller bacteriën resistentie ontwikkelen, met als gevolg dat bepaalde infecties moeilijk of niet meer te behandelen zijn.

Overdracht van resistente bacteriën uit de veehouderij is onder meer mogelijk via (rauw) vlees, eieren en groenten die met dierlijke mest zijn bemest. Resistente bacteriën kunnen resistentiegenen doorgeven aan andere, potentieel gevaarlijkere, bacteriën in de bodem of het oppervlaktewater.

Na een daling met 6,5 procent in 2012 en 2013, is het antibioticagebruik in de Belgische veehouderij in 2014 opnieuw licht gestegen, met één procent. Een ‘zeer teleurstellend’ resultaat, aldus het recentste AMCRA-rapport. Het gebruik van de meest kritische producten ging met 3,2 procent omhoog. ‘Dat komt in elk geval niet doordat er in 2014 uitzonderlijk veel problemen met ziektes waren’, zegt Dewulf, tevens voorzitter van AMCRA. ‘Ik vrees dat de aandacht voor de problematiek verwatert.’

Een uitgebreid artikel over dit onderwerp, gepubliceerd in Eos 4, 2012, kan je hier lezen.