Brusselse parkieten hebben een eigen dialect

Monniksparkieten in Europese steden houden er opvallend verschillende manieren van roepen op na, een fenomeen dat in hun oorspronkelijke leefgebied haast niet voorkomt. Het dialect van de Brusselse populatie is het meest afwijkend.

De monniksparkiet doet het goed in Europa. De soort, oorspronkelijk afkomstig uit Zuid- en Centraal-Amerika, wordt nog steeds in grote getale geïmporteerd als siervogel. In heel wat Europese steden vormden ontsnapte exemplaren omvangrijke kolonies. Ook in België en Nederland, want dankzij zijn nest- en foerageergewoontes kan de monniksparkiet best tegen koude winters.

Deze succesvolle exoot heeft een rijk repertoire aan getjilpt en gekwetter. Van alle vocalisaties die de monniksparkiet maakt, is de contactroep het best bestudeerd, vertelt gedragsbioloog Simeon Smeele, verbonden aan het Max Planck Institute of Animal Behavior. Samen met collage Stephen Tynde vergeleek hij verschillen in vocalisaties bij populaties monniksparkieten in een aantal Europese steden. 'Deze contactroep heeft drie mogelijke functies. Het kan een soort van individuele naam zijn, of een manier om de kolonie terug te vinden. Een derde functie is het aftasten tussen individuen of groepjes uit verschillende kolonies.'

Smeele vond opmerkelijke verschillen in de contactroep van zwermen monniksparkieten in Europese steden, afwijkend genoeg om van aparte dialecten te spreken. Opvallend, want in hun oorspronkelijke leefgebied komen dergelijke uitgesproken dialecten nauwelijks voor, verduidelijkt Smeele. 'Omdat monniksparkieten in het wild met elkaar in contact staan, vlakken deze verschillen uit. Dat is niet het geval in Europa. De kolonies houden zich op in grote steden, er is geen contact tussen bijvoorbeeld monniksparkieten uit Barcelona of die in Brussel. Die isolatie in verschillende stedelijke eilanden maakt dat afwijkingen in vocalisaties zich voortzetten of uitvergroten.'

Brussels gebrabbel

Onder soorten die in van elkaar gescheiden populaties leven, kunnen dialecten zich op twee manieren vormen. 'Het kan gaan om een actief proces, waarbij verschillen in vocalisaties zoals de contactroep ontstaan om groepen binnen een geografisch geïsoleerde populatie te onderscheiden. Of het gaat om een passief proces. Bij een populatie die op een nieuwe locatie ontstaat vanuit een beperkt aantal exemplaren kunnen afwijkingen in vocalisaties van individuen makkelijker behouden blijven en zich zelfs versterken zodra de populatie groeit. We vermoeden dat dit zogenoemde founder effect aan de basis ligt van de verschillen tussen steden. Mocht het om een actief proces gaan, dan zouden we ook verschillen tussen kolonies binnen een bepaalde stad gevonden hebben, en dat lijkt niet het geval te zijn.'

Dat founder effect verklaart waarom het dialect van de Brusselse monniksparkieten sterk afwijkt van dat van andere Europese populaties. Het verschil is groot genoeg dat het zelfs een leek opvalt, vertelt Smeele. 'Het klinkt een beetje als een alarmklok, gevolgd door een golvend deuntje. Heel anders dan in andere steden. Dat lijkt erop te wijzen dat de ontsnapte individuen die aan de basis liggen van de Brusselse populatie al een aparte contactroep hadden, die zich vervolgens voortgezet heeft in huidige populatie.'