CO2 maakt vissen roekeloos

16 januari 2012 door Eos-redactie
Clownvis zwemt ongeluk tegemoet in water met hoge CO2-concentratie.

Hogere CO2-concentraties doen niet alleen de oceanen verzuren, ze maken het vissen ook lastiger om hun vijanden te traceren. Australische wetenschappers hebben ontdekt hoe dat komt.

De wetenschappers stelden eerder al vast dat vissen roekelozer worden en niet langer de geur van vijanden mijden in water met verhoogde hoeveelheden CO2. Ze lieten clownvissen – bekend van Finding Nemo – opgroeien in water met normale CO2-concentraties en in water met de verhoogde concentraties die tegen het einde van de eeuw worden verwacht. Zodra ze volwassen waren kregen de dieren de keuze tussen een waterstroom waaraan de geur van roofvissen was toegevoegd en een geurloze stroom. Zo'n 90 procent van de bij hoge CO2-concentraties opgegroeide dieren zwom het noodlot tegemoet, tegenover ongeveer 10 procent in de andere groep.

In nieuwe experimenten stelden de onderzoekers de roekeloze vissen bloot aan de chemische stof gabazine. Dat bracht de dieren weer bij zinnen. Een identiek experiment met rifbaarzen leverde hetzelfde resultaat op.

Gabazine blokkeert de GABA-A receptor, die zich op de uitlopers van neuronen bevindt. Als de neurotransmitter GABA zich op de receptor bindt, opent die zich en stromen negatief geladen chloor- en watertofcarbonaationen naar binnen, wat een remmend effect heeft op het neuron in kwestie. Hogere CO2-concentraties veranderen de verdeling van de ionen: die stromen nu de cel uit, in plaats van in, waardoor het neuron wordt gestimuleerd. Dat heeft volgens de onderzoekers ingrijpende effecten op de manier waarop de neurale circuits in het vissenbrein functioneren, met het vreemde gedrag tot gevolg. (ddc)