De supersoldaat in elke mier

05 januari 2012 door Eos-redactie
Mieren hebben de genetische bagage om 'supersoldaten' te worden, maar slechts enkele soorten benutten die.

Mieren hebben de genetische bagage om 'supersoldaten' te worden, maar slechts enkele soorten benutten die.

Mieren van het wereldwijd voorkomende geslacht Pheidole leven in kolonies die uit twee sociale groepen bestaan: werkers en soldaten. Bij enkele van de ruim duizend soorten die tot het geslacht behoren, komen ook 'supersoldaten' voor, grote mieren die met hun gigantische kop de ingangen van het nest blokkeren en verdedigen tegen indringers.

Een internationaal team wetenschappers heeft ontdekt dat het vermogen om supersoldaten voort te brengen ontstond bij een een gemeenschappelijke voorouder van alle Pheidole-soorten, en dat alle soorten vandaag nog over die genetische bagage beschikken.

Door mierenlarven bloot te stellen aan een bepaald groeihormoon slaagden de onderzoekers erin supersoldaten te creëren. Dat betekent volgens de wetenschappers dat omgevingsfactoren de oude genetische machinerie op elk moment weer kunnen opstarten.

Waarom dat slechts bij zo'n beperkt aantal soorten het geval is, is niet helemaal duidelijk. 'De soorten die supersoldaten produceren, leven allemaal in hetzelfde gebied', zegt Ehab Abouheif van McGill University. 'Daar moet dus een bepaalde selectiedruk aanwezig zijn die supersoldaten nuttig maakt. Mogelijk is dat de aanwezigheid van de roofmier, die Pheidole-nesten aanvalt. Anderzijds komen bij andere Pheidole-soorten in het gebied geen supersoldaten voor. Sommige hebben echter andere strategieën ontwikkeld en evacueren het hele nest bij een aanval. Dat toont mooi het samenspel aan tussen natuurlijke selectie, gedrag en genetisch potentieel.' (ddc)