‘Door niet te kijken zie je soms meer’

Blinden en slechtzienden gebruiken noodgedwongen hun oren, neus, tastzin en smaak om de natuur te bewonderen. Daardoor ‘zien’ ze vaak meer. Onze redacteur trok een blinddoek aan en ging met de blinde natuurgids Eddy van Oers wandelen op de Kalmthoutse Heide.

Hoe hoog is een boom? Als je al je hele leven blind bent, kan je je daar maar weinig bij voorstellen. Want hoe ziet 25 meter eruit? Hier op de Kalmthoutse Heide bedacht Eddy van Oers een alternatieve manier om de indrukwekkende grootte van een boom te ervaren.

Aan de voet van een hoge boom liet hij een noppentegel plaatsen, zo’n tegel met bultjes die je ook aan oversteekplaatsen en andere drukke of gevaarlijke plaatsen kan zien liggen. Blinden of slechtzienden voelen de noppen op de tegels met hun voeten en kunnen zich zo oriënteren. Hier aan de voet van een hoge boom op de Kalmthoutse Heide ligt dus zo’n noppentegel, en 25 meter verder nog een. Door van de ene tegel naar de andere te stappen, ervaar je hoe hoog een boom is zonder de boom te zien.

De tegels maken deel uit van een 2,7 kilometer lang belevingspad dat vertrekt vanuit het natuureducatiecentrum De Vroente aan de hoofdingang van de Kalmthoutse Heide. Het pad is uniek in zijn soort. Langs de volledige wandelroute liggen gidslijnen, dat zijn afboordingen die blinde of slechtziende wandelaars met hun blindenstok kunnen aantikken en zo het pad volgen.

‘De aanleg was een huzarenstukje’, vertelt initiatiefnemer Eddy van Oers trots. ‘Omdat de Heide een beschermd natuurgebied is, mogen we geen materialen van buiten het gebied gebruiken. De afboording is daarom volledig opgebouwd uit boomstammen die we op de Heide verzamelden. Hier en daar bestaat de gidslijn ook uit begroeiing langs het pad.’

Die natuurlijke gidslijnen vormen een continue uitdaging. ‘Het pad vraagt veel onderhoud. We moeten de gidslijnen vaak controleren. Regelmatig verleggen bezoekers de boomstammen, vallen er afgewaaide takken op het pad of moet de begroeiing langs de kant gesnoeid worden. Ik probeer het pad daarom wekelijks af te wandelen, en ik vraag ook af en toe aan blinden en slechtzienden om het pad te komen testen. Ik ken de weg intussen te goed om mogelijk verwarrende passages te ontdekken.’

Groot zwart vlak

Dat laatste ondervind ik aan den lijve terwijl ik geblinddoekt met Van Oers het pad bewandel. Hij gaf me daarnet een veiligheidsbril waarop in het midden een groot zwart vlak is aangebracht. Als ik die opzet, zie ik bijna niets meer. Enkel helemaal boven, onder, links en rechts in mijn gezichtsveld zie ik flarden van mijn omgeving. Ik kreeg ook een blindenstok om de gidslijnen te volgen.

‘Volg me maar’, zegt Van Oers, maar ik heb de grootste moeite om dat te doen. Ik vind het vermoeiend en zelfs beangstigend om met zo weinig zicht door een bos te wandelen. Intussen merk ik dat de verhalen van Van Oers, over het wandelpad, zijn fascinatie voor vogelgeluiden en zijn nieuwe ideeën, steeds verder weg klinken. Hij wandelt een stuk sneller. We kijken momenteel nochtans min of meer door dezelfde ogen.

Van Oers lijdt aan de ziekte van Stargardt, een erfelijke aandoening waardoor zijn volledige centrale gezichtsveld weg is. De aandoening tast de macula aan, het centrale deel van het netvlies waarmee we lezen of gezichten herkennen. Vanaf zijn negende ging Van Oers’ zicht fel achteruit, op zijn vijftigste begon zijn centraal zicht langzaam te verminderen. Intussen is hij bijna volledig blind.

Van Oers werkte dertig jaar als bakker, maar besloot een paar jaar geleden om zich om te scholen. Hij volgde een opleiding bij de Brailleliga, waaruit een stage bij De Vroente volgde. ‘Ik kreeg de opdracht om ‘iets’ uit te werken voor blinden en slechtzienden. Ik bedacht een expo waarbij bezoekers dieren die op de Heide leven, konden leren kennen door aan opgezette exemplaren te voelen en naar hun geluiden te luisteren. Het is best bijzonder om de klauwen van een buizerd of de tanden en pluimstaart van een vos te betasten.’

Nieuwe focus

Na zijn succesvolle stage ging Van Oers aan de slag bij De Vroente om samen met de gemeente Kalmthout en het Agentschap voor Natuur en Bos het wandelpad voor blinden en slechtzienden uit te werken. ‘De wandeling is een aangepaste versie van het bestaande wandelpad Vlinder, dat de Withoefse Heide doorkruist. Dat is een klein maar prachtig bos bij de parking van De Vroente. Je vertrekt vanuit de Vroente en kan je laten gidsen door een speciaal voor de wandeling ontwikkelde app.’

Langs het pad liggen zeven infopunten die de andere zintuigen dan het zicht aanspreken. ‘Het zijn plaatsen waar je iets kan voelen of ruiken. Zo kan je de leeftijd van een kleine dennenboom bepalen door aan de stam te voelen. Het pijpenstrootje, de kenmerkende grassoort op de Heide, hoef je niet te zien om te weten dat het er is, de geur is overweldigend.’

Ik ruik het ook, en geef aan Van Oers toe dat ik nog nooit zo gefocust de natuur heb staan ruiken. ‘Dat is normaal’, antwoordt hij. ‘Mensen die een goed zicht hebben, kijken alleen maar naar de natuur. Ze genieten uiteraard ook, maar hun beleving van de natuur beperkt zich tot wat hun ogen registreren.’

‘Onlangs was ik op pad met een groep schoolkinderen. De dag ervoor had een storm een paar bomen geveld. Ik vertelde hen dat ik de omgewaaide bomen kon ruiken. De kinderen vonden dat straf. Ze hadden de boom wel gezien, maar geroken? Neen dat niet. Ik liet hen vervolgens een blinddoek aandoen om verder te wandelen. Wat verder lag nog een omgewaaide den, en ze roken hem allemaal.’

Van Oers houdt daarom niet van de uitspraak dat blinden beter zouden horen en ruiken. ‘Dat is een misverstand. Ik gebruik mijn andere zintuigen gewoon beter, maar iedereen kan dat. Wanneer ik met andere blinden en slechtzienden op pad ben, dan klinkt het voortdurend van ‘Welke vogel was dat? Welke plant ruik ik nu?’ Goedziende mensen stellen zich die vragen amper. Zij kijken gewoon. Het zicht slorpt alles op. Probeer het maar eens tijdens een volgende uitstap in de natuur: door je zicht uit te schakelen zie je meer.’

Simulatiewandeling

In dat idee ontwikkelde Van Oers ook een manier waarop mensen zonder visuele beperking het blindenpad kunnen beleven. In de Vroente kunnen geïnteresseerden een tas uitlenen met daarin blindenstokken en negen brillen die elk een andere veel voorkomende oogaandoening simuleren.

Voor veel mensen is het Vlinderpad een echte eyeopener. ‘Vaak gaat het om familieleden of vrienden van iemand met een oogaandoening. Ook studenten uit een opleiding toerisme of zorg komen het pad met een geblindeerde bril wandelen. Tijdens de wandeling gaan we verder dan enkel de natuur beleven. Ik probeer met de deelnemers te bespreken hoe zij met blinden en slechtzienden omgaan. Geef je een blinde persoon die de trein wil opstappen een arm, of voelt die zich dan betutteld? Dat soort gesprekken vinden mensen heel interessant.’

Intussen zijn Van Oers en ik terug aan de Vroente aangekomen. We hebben er ongeveer dubbel zo lang over gedaan als wanneer hij het pad in zijn eentje zou wandelen. Ik zeg hem dat ik moe ben, niet van de fysieke inspanning maar van het onafgebroken concentreren om nergens tegenaan te lopen. Maar ik heb vooral genoten van de bijzondere ervaring. Ik zal er nog vaak aan terugdenken wanneer ik in de natuur ben, om dan met al mijn zintuigen van de natuur te genieten. ‘Daar draait het uiteindelijk om: genieten van de natuur’, besluit Van Oers. ‘Dat wil ik voor iedereen mogelijk maken. Ik hoop dat dit pad daar een steentje aan kan bijdragen.’