Het juiste recept voor de oersoep

03 oktober 2017 door SST

Meteorieten lijken een cruciale factor te zijn geweest in het ontstaan van het eerste leven.

Biologen gaan er min of meer vanuit dat het leven op aarde is ontstaan uit zichzelf replicerende RNA-moleculen – een simpelere vorm van DNA die eveneens een soort van genetische code draagt. Dat zou gebeurd zijn ergens tussen 4,5 en 3,7 miljard jaar geleden, niet lang na het ontstaan van onze planeet.

Ten tijde van het ontstaan van dat ‘RNA-leven’ was de aardkorst helemaal geen ‘levensvatbare’ plek. Continenten kwamen tevoorschijn of verdwenen in de oceanen, het regende meteorieten en er was ook nog geen ozonlaag om de uv-straling van de zon tegen te houden.

Toch kon er in die helse omstandigheden dus leven ontstaan, en dat is volgens Canadese en Duitse wetenschappers vooral te danken aan de inslag van meteorieten, en het feit dat deze ruimtestenen in ondiepe poelen belandden waar het waterpeil continu varieerde. Daardoor konden nucleotiden zoals adinine, cytosine, guanine en uracil – de vier bouwstenen van RNA – zich aan elkaar klinken én konden de RNA-moleculen zich uiteindelijk ook gaan vermenigvuldigen.

De onderzoekers kwamen tot hun conclusie na intensieve berekeningen en simulaties, onder andere van ondiepe poelen en de chemische reacties die daarin kunnen plaatsvinden.

Volgens de vorsers was de korte opeenvolging van droge en natte cycli in die poelen cruciaal in de ontwikkeling van het RNA-leven, alsook (natuurlijk) de aanvoer van chemische bouwstenen vanuit de ruimte via de meteorietenregen. Op die manier kon zich in de ondiepe poelen de befaamde ‘oersoep’ vormen waaruit alle leven zou zijn ontstaan.

Het onderzoek plaatst ook vraagtekens bij een andere, rivaliserende theorie voor het ontstaan van het leven, waarin zogenaamde hydrothermale bronnen (onderzeese ‘schoorstenen’) centraal staan. Die missen helaas de afwisseling tussen natte en droge omstandigheden, die cruciaal blijkt te zijn.