Meer regen, meer stikstof, meer problemen

28 juli 2017 door SST

In noordelijke regionen zal de klimaatopwarming voor meer neerslag zorgen. Hierdoor zal veel meer stikstof naar rivieren en zeeën stromen. Een extra bedreiging voor de ecosystemen in het water.

Zowat tachtig procent van de lucht bestaat uit stikstof. Dat wordt door bodembacteriën continu omgezet in voedingsstoffen voor planten en dieren op het land, waardoor stikstof eigenlijk een soort van natuurlijke meststof is. De landbouw is dan ook zeer afhankelijk van de zogenaamde stikstofkringloop.

Bij veelvuldige regen kunnen grote hoeveelheden stikstof (in de vorm van oxiden en ammoniak) wegspoelen van het land, waardoor ze in waterlopen en rivieren belanden en uiteindelijk de zee bereiken. Daar kunnen ze grote milieuschade veroorzaken, bijvoorbeeld door het stimuleren van een ongebreidelde algengroei.

Amerikaanse wetenschappers vrezen dat er in de komende decennia veel meer stikstof naar de zeeën en oceanen zal vloeien dan nu al het geval is. Ze wijten dit voornamelijk aan de verhoogde neerslag die voorspeld wordt door verschillende modellen van de klimaatopwarming. Opgelet: deze voorspelling geldt voornamelijk voor regio’s die nu al behoorlijk wat neerslag ontvangen, zoals het noorden van Noord-Amerika en Europa.

Voor hun eigen land – de Verenigde Staten – kwamen de wetenschappers in het ergste bestudeerde scenario uit op een stijging van de ‘stikstofvervuiling’ in rivieren en zeeën – ook weleens eutrofiëring genoemd – met 20 procent, en dit tegen 2100. Ze raden overheden daarom dringend aan werk te maken van strenger toezicht op het gebruik van kunstmest, én om te investeren in zuiveringstechnologieën die de stikstofconcentratie in bijvoorbeeld de Mississippi naar beneden kunnen halen.