Nieuwe soort ontdekt ... in het museum

19 januari 2015 door Eos-redactie

In museumcollecties wachten nog onbestudeerde soorten op ontdekking.

Je hoeft niet per se in een of ander ondoordringbaar woud rond te banjeren om nieuwe diersoorten te ontdekken. Dat blijkt uit een studie in het vakblad ZooKeys waarin Italiaanse onderzoekers vier nieuwe krekelsoorten beschrijven, ‘ontdekt’ in museumcollecties.

De krekels zijn afkomstig uit Centraal-Afrika. Een van de diertjes lag al honderd jaar stof te vergaren en is toepasselijk Arostratum oblitum gedoopt (‘oblitum’ is Latijn voor ‘vergeten’).

De onderzoekers bestudeerden krekels afkomstig uit verschillende Europese musea voor natuurwetenschappen. Het onderzoek maakt deel uit van het Synthesys-project, dat het onderzoekers makkelijker wil maken om toegang te krijgen tot de ongeveer 390 miljoen specimens die worden bewaard in Europese musea. Volgens de Italiaanse wetenschappers zitten daar nog veel nieuwe soorten tussen.

Ook het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) is betrokken bij het Synthesys-project. De collectie van het KBIN levert geregeld een nieuwe ontdekking op. In 2012 werd in het KBIN nog een nieuwe soort lieveheersbeestje ontdekt dat al 175 jaar in de collectie zat. Bij een nazicht van de collectie werd duidelijk dat het diertje aanvankelijk onterecht tot een al bekende soort was gerekend. En de schedel van de 'hond van Goyet', die door KBIN-onderzoekster Mietje Germonpré in 2008 als één van de oudste restanten van een gedomesticeerde hond werd geïdentificeerd, was al sinds eind jaren 1860 in handen van het museum.

Dat museumkasten nog zoveel onbestudeerde planten en dieren bevatten, heeft te maken met tijdsgebrek. ‘Daarnaast hebben musea niet voor alle planten- en diersoorten specialisten in huis’, zegt Wouter Deconinck, curator van de insectencollectie van het KBIN. ‘Het is dan wachten tot een expert terzake zich over de collectie buigt.’ (ddc)