Nu in Eos

Ontdek de wildernis in je huis

In elk huis houden zich honderden fascinerende wezens op. Velen van hen blijven voor het grootste deel van de tijd aan het menselijke oog onttrokken. Tijd om daar verandering in te brengen.

Door de coronapandemie bleven ook wetenschappers thuis. Veel biologisch onderzoek dat afhangt van veldwerk in afgelegen gebieden lag noodgedwongen stil. Sommigen maakten van de nood een deugd. Zo schortte Nederlands evolutiebioloog Menno Schilthuizen vorig jaar reeds geplande expedities naar het tropische regenwoud op en trok naar Amsterdam. Zijn team bivakkeerde in binnentuinen aan de grachten, maar ook in een natuurtuin en de stedelijke Wilmkebreekpolder. In twee weken tijd documenteerde het bijna duizend kleine diertjes. Er zaten exemplaren bij die ze nooit eerder in de stad hadden aangetroffen. In het dagblad NRC noemde Schilthuizen de onderzochte stadstuinen ‘schatkamers van biodiversiteit’. 

Ook in en rond jouw huis wemelt het van petieterig leven. Eos-redacteur Kim trok op onderzoek in zijn eigen woning. Hij trof gelukkig voor hem weinig of geen knaagdieren aan. Wel vond hij genoeg levend materiaal om voor te leggen aan een keur van specialisten, van entomologen over vleermuizenexperts tot schimmelonderzoekers en microbiologen. Insecten en spinnen zijn de meest voorkomende bewoners in onze huizen. Soms tref je ook een zeldzamer geleedpotige aan. Het overkwam Kim, die in zijn gootsteen en spinduizendpoot ontwaarde, een snel en roofzuchtig dier dat jaagt op luizen, muggen en spinnen. 

Veel van het kleine grut dat we in onze huizen aantreffen is goed onderzocht. Sommige diertjes vinden we ook in laboratoria terug, zoals de fruitvlieg die als proefdier meewerkte aan zes Nobelprijzen. Maar we delen ons huis evengoed met gisten, schimmels en veel meer micro-organismen waarvan we het bestaan niet bevroeden. Enkele jaren geleden maakten Amerikaanse wetenschappers een schatting van het aantal bacteriën, virussen, protozoa, schimmels en chemicaliën waaraan mensen werden blootgesteld – het zogenoemde exposoom. In drie maanden tijd waren vijftien proefpersonen met meer dan 2.500 biologische soorten in contact gekomen, binnen- en buitenshuis. Op huishoudelijke oppervlakken, in de vachten van onze huisdieren en op onze huid krioelt het van bacteriën.

Aan het huidige tempo van ontdekking, beschrijving en classificatie zullen we pas in de 23ste eeuw een idee hebben van de werkelijke biodiversiteit

‘De aarde is een vrijwel onbekende planeet’, schrijft bioloog Edward O. Wilson in een van zijn boeken over biodiversiteit. Wanneer je aan de bekende soorten fauna en flora ook de nog onontdekte ongewervelden, schimmels en micro-organismen toevoegt, kom je aan schattingen die variëren van 5 miljoen tot 100 miljoen soorten. Aan het huidige tempo van ontdekking, beschrijving en classificatie zullen we pas in de 23ste eeuw een idee hebben van de werkelijke biodiversiteit. 

Schilthuizen neemt op zijn expedities in binnen- en buitenland ook amateurwetenschappers mee. Bij het in kaart brengen van biodiversiteit kan iedereen een steentje bijdragen. Exploratie op Borneo is misschien wat exclusiever en komt met een stevig prijskaartje. Voor lokaal burgeronderzoek, zoals bijvoorbeeld #HOMEsafari, is de drempel veel lager. Meer citizenscienceprojecten vind je op iedereenwetenschapper.be. Ga er kijken en ontdek de wetenschapper in jezelf.