Promiscuïteit loont niet altijd

07 juni 2012 door Eos-redactie

Waarom vrouwen vreemdgaan, blijft een evolutionair raadsel.

Mussenvrouwtjes die vreemdgaan, hebben daar geen reproductief voordeel bij. Waarom ze het dan wel doen blijft een evolutionair raadsel.

Waarom mannetjesdieren graag vreemdgaan, ligt voor de hand. Meer partners betekent meer nakomelingen. Waarom vrouwtjes het doen, is minder duidelijk. Een populaire verklaring is dat vrouwtjes paren met meerdere mannetjes om de genetische diversiteit en kwaliteit van hun nageslacht te verhogen. Genetisch gezondere kinderen vergroot in theorie het aantal gezonde kleinkinderen, en dus het blijvend doorgeven van haar genen.

Een nieuwe studie bij mussen stelt die theorie nu in vraag. Onderzoekers bestudeerden gedurende twintig jaar het gedrag van een groep mussen op Mandarte Island in het westen van Canada. De vogels lijken op het eerste zicht behoorlijk monogaam. Een koppeltje blijft een volledig broedseizoen of zelfs meerder seizoenen samen. Uit een analyse van bloedstalen blijkt echter dat bijna drie op de tien nakomelingen verwekt werden door een andere partner. De onderzoekers volgden daarna ook de tweede en derde generatie mussen om het succes van legitieme en bastaardjongen te bestuderen. Tot verbazing van de biologen bleek dat ‘buitenechtelijk’ nageslacht veel minder productief – tot veertig procent minder nageslacht - dan de jongen die door de vaste partner werden verwekt.

Dit resultaat maakt het feit dat vrouwtjes vreemdgaan weer iets mysterieuzer, maar de onderzoekers beklemtonen dat het fenomeen ook nog bij andere diersoorten moet worden bestudeerd. (idr)