Hoewel natuurwetenschappelijke collecties in het verleden vaak een ietwat stoffig imago hadden, vormen ze een onschatbare bron van kennis. Digitalisering en de opbouw van een geïntegreerde Europese kennisbank zorgen ervoor dat deze rijkdom zichtbaar, toegankelijk en bruikbaar wordt voor onderzoekers wereldwijd.
Een tijdje geleden kreeg ik een e-mail van een collega op zoek naar stukken voor een tentoonstelling. Ze zocht een kikker op sterkwater. Niet eender welke kikker, maar eentje van de soort Xenopus laevis. Tussen de jaren 1930 en 1960 werden deze Afrikaanse Klauwkikkers in labo’s gebruikt als een voorloper van onze huidige zwangerschapstest: na een inspuiting met de urine van een zwangere vrouw beginnen deze kikkers onder invloed van de aanwezige hormonen eitjes te produceren. Zo’n kikkervrouwtje zocht mijn collega dus om op een tentoonstelling over medisch erfgoed te plaatsen.
Vragen zoals deze krijgt onze dienst wel vaker. Niet enkel in het kader van tentoonstellingen, ook wetenschappers zijn vaak op zoek naar dieren van een bepaalde soort, een welbepaald mineraal, een specifiek fossiel. Een databank of digitale catalogus met informatie over collectiestukken is in zo’n geval makkelijk en laat toe om snel op te zoeken of er een dergelijke plant, vis of opgezette vogel in onze universitaire collecties aanwezig is. Of beter: in dat deel van onze collecties dat we reeds registreerden in de databank, want dit registratieproces rollen we momenteel langzaam uit over alle verschillende (deel)collecties. En dat is een werkje van lange adem.
Snel en efficiënt opzoeken is niet de enige reden waarom we onze natuurwetenschappelijke collecties digitaliseren. Het is ook een cruciale eerste stap om deze collecties beter zichtbaar en toegankelijk te maken, en om hun inzetbaarheid voor wetenschappelijk onderzoek te vergroten.

De rijkdom van natuurwetenschappelijke collecties
Meer dan 1,1 miljard specimens. Zoveel opgezette dieren, gedroogde plantenstalen, fossielen, mineralen, gesteenten en andere collectiestukken bevinden zich volgens een recente schatting (https://www.science.org/doi/10.1126/science.adf6434) in de collecties van 73 van de grootste natuurwetenschappelijke musea en herbaria. De omvang van de natuurwetenschappelijke collecties bewaard aan Vlaamse instellingen en universiteiten alleen al bedraagt meer dan 5,7 miljoen (https://dissco-flanders.be/about/).
Deze collecties vormen een ware schatkamer aan informatie. Ze weerspiegelen de geologische en biologische rijkdom en variatie van onze planeet. Als geheel vormen ze een gigantisch archief met referentiemateriaal ingezameld op verschillende plaatsen en verschillende tijdstippen, dat de geschiedenis van de aarde en het leven op aarde documenteert. Zo kunnen schelpen die in de vroege 20ste eeuw werden ingezameld ons vandaag meer vertellen over het klimaat en milieu van toen op de plek waar ze werden ingezameld.
Tegenwoordig worden natuurwetenschappelijke collecties door onderzoekers meer en meer gebruikt om antwoorden te bieden op de grote uitdagingen van deze tijd. Denk bijvoorbeeld aan biodiversiteitsverlies, klimaatsverandering, de opkomst van invasieve soorten, voedselzekerheid en de uitputting van minerale grondstoffen.
Ondanks het enorme potentieel dat in deze collecties schuilt, is gedetailleerde informatie over de collectiestukken die zij bevatten in vele gevallen erg moeilijk om te vinden. Bovendien is deze erg verspreid. Zo zal een ornitholoog die de uitgestorven Carolinaparkiet (Conuropsis carolinensis) bestudeert, de online databanken van verschillende natuurwetenschappelijke musea en andere instellingen wereldwijd één voor één moeten doorzoeken om te weten te komen op welke plaatsen exemplaren van deze bijzondere vogel worden bewaard.
Een erg gefragmenteerd landschap dus, met daarbovenop een grote digitalisatieachterstand. Want lang niet alle stukken zijn reeds geregistreerd in zo’n databank. Op Vlaams niveau is naar schatting 45,6% van de specimens in natuurwetenschappelijke collecties niet of slechts minimaal gedigitaliseerd (https://dissco-flanders.be/about/).
Van een digitaal record in een databank…
In de meest algemene zin verstaan we onder digitaliseren de aanmaak van een digitaal record dat verwijst naar een welbepaald fysiek specimen. Elke opgezette vogel, opgepind insect, elk fossiel krijgt op deze manier een digitale tegenhanger. Naast het unieke identificatienummer bevat dit digitale record ook andere gegevens zoals inzamellocatie en -datum, naam van de verzamelaar, wetenschappelijke naam, enzovoort. Deze informatie vinden we doorgaans terug op het label dat bij het specimen hoort. Om de uitwisselbaarheid van deze gegevens mogelijk te maken, wordt deze info in dit digitale record steeds op dezelfde wijze geregistreerd. Wanneer mogelijk voegen we daarbij ook links toe naar open kennisbanken zoals Catalogue of Life (https://www.catalogueoflife.org/), Mindat (https://www.mindat.org/), Wikidata (https://www.wikidata.org), ORCID (https://orcid.org/), enzovoort. Ook beeldmateriaal zoals foto’s of 3D scans van het collectiestuk kunnen aan het record worden toegevoegd.

…naar een Europese kennisbank voor natuurwetenschappelijke collecties
Om voldoende vindbaar en toegankelijk te zijn, volstaat het niet dat deze records en de informatie die ze bevatten, blijft steken in interne databanken. We moeten deze gegevens ook online ontsluiten zodat externe onderzoekers en andere geïnteresseerden deze kunnen inkijken en er vervolgens zelf mee aan de slag kunnen gaan.
Enter DiSSCo (https://www.dissco.eu/), een Europees project dat de natuurwetenschappelijke collecties van meer dan 300 instellingen uit 23 landen in één gezamenlijke online kennisbank wil bijeenbrengen en ontsluiten. Op dit moment is het portaal nog in opbouw, maar eens het in werking treedt, zal het gevoed worden met records en informatie uit de databanken van deze 300+ instellingen. Bovendien worden de gegevens verder verrijkt door verwijzingen toe te voegen naar data die afkomstig is van of gekoppeld is aan deze collectiestukken. Zo zal je vanuit het record van een opgezette vogel eenvoudigweg kunnen doorklikken naar de DNA-sequentie die verkregen werd door een staal van deze vogel te onderzoeken. Door met deze gelinkte gegevens aan de slag te gaan, ligt niet enkel de weg naar ‘big data’ open. Ook heel wat nieuwe onderzoeksvragen worden mogelijk!
Onder deze Europese paraplu zijn de Vlaamse instellingen met natuurwetenschappelijke collecties sinds 2021 bezig aan een inhaalbeweging (https://dissco-flanders.be/). We proberen de digitalisatieachterstand te verkleinen en onze collecties klaar te maken om mee te stappen in dit Europese avontuur!
En die kikker op sterkwater? Na even zoeken bleken er uiteindelijk een aantal te zitten in het deel van onze collecties dat nog niet gedigitaliseerd werd. Binnenkort staat er hopelijk niet enkel eentje hiervan te pronken op een tentoonstelling, maar kunnen we haar digitale tweelingszusje eveneens online raadplegen.
Wil je meer weten over de wetenschappelijke en kunstcollecties van KU Leuven? Neem dan een kijkje op https://blendeff.be. In Vlaanderen wordt de DiSSCo kennisbank uitgebouwd met steun van het FWO (projecten I001721N en I001625N).