Vissen 'domesticeren' garnalen om hen te helpen bij het kweken van algen

De uitwerpselen van de garnalen bevorderen de groei van algen op het rif, algen waarmee de vissen zich voeden. De verstrengeling tussen beide soorten is dermate hecht dat het aan domesticatie doet denken.

Per toeval ontdekte een Australisch onderzoeksteam een wel heel bijzondere relatie tussen langvinnige koraaljuffers (Stegastes diencaeus) en aasgarnalen (Mysidium integrum), twee soorten die zich ophouden in de koraalriffen van de Caraïben. De juffers houden een soort van kudde aasgarnalen binnen hun territorium. De uitwerpselen van de garnalen bevorderen de groei van algen op het rif, algen waarmee de vissen zich voeden. De verstrengeling tussen beide soorten is dermate hecht dat het aan domesticatie doet denken.

Rohan Booker, maritiem bioloog verbonden aan Deakin University, en zijn team bevonden zich in Belize in het kader van een ander onderzoek toen hij de garnalen in de ondiepe riffen opmerkte. 'Koraaljuffers zijn erg territoriale dieren, ze bewaken hun stukje van het rif nauwgezet tegen indringers. Daarom dat de aanwezigheid van de garnalen opviel. Het deed ons vermoeden dat er een relatie tussen de twee soorten moest zijn, maar in de literatuur was daarover weinig te vinden.

Het territorium van koraaljuffers vormt een beschermend toevluchtsoord voor de garnalen, die op hun beurt algengroei bevorderen.

De interactie tussen beide soorten bleek erg ver te gaan, aldus Booker. 'De juffers beschermen de aasgarnalenbinnen hun territorium. Zonder de juffer maken de garnalen weinig kans om te overleven tussen de riffen, want er zwemmen bijzonder veel roofvissen rond. In ruil voor beschermingen profiteert de juffers van het feit dat de uitwerpselen van de algen op het rif bemest. De koraaljuffers voeden zich met die algen en we stelden vast dat de algen binnen het territorium van juffers die garnalen houden veel beter groeien. Beide partijen hebben dus een duidelijk voordeel van deze relatie.'

Onbewuste domesticatie

Symbiose, het samenleven van soorten waarbij minstens een ervan er een voordeel uithaalt, komt erg vaak voor in de natuur. Dergelijke relaties gaan van parasitisme over commensalisme waarbij een van de partners een voordeel heeft en de andere er geen last van ondervindt, tot mutualisme, een situatie die beide partners goed uitkomt. Wat er zich tussen de koraaljuffers en aasgarnalen afspeelt is echter nog specifieker, verduidelijkt Booker. 'Hoewel de term verschillende ladingen dekt, zou ik durven zegen dat het om een vorm van domesticatie gaat. Ik zie het als een specifieke vorm van mutualisme, waarbij een soort een vorm van controle heeft over de andere.'

Toch is het wat kort door de bocht om parallellen te trekken met domesticatie door de mens. 'Wij hebben de meeste soorten bewust gedomesticeerd in een selectieproces dat erg snel is gegaan. Maar het komt wel in de buurt van wat we een commensaal pad naar domesticatie noemen. Dat gaat over soorten die initieel een niche vonden in de nabijheid van mensen, zoals wolven en kippen. Het kan een evolutionair proces in gang zetten dat zich verstrekt omwille van de voordelen voor beide partijen.'