Vlinder valt op andere soorten

18 mei 2012 door Eos-redactie

Seks met andere soorten helpt de postbodevlinder te overleven.

Voor de postbodevlinder (Heliconius melpomene) zijn zijn opvallend gevlekte vleugels van levensbelang. Net als veel andere dagvlinders trekken ze er partners mee aan en houden ze er vijanden mee op afstand. Een internationaal team wetenschappers ontdekte dat de vlinder de genen die aan de basis liggen van zijn vleugelkleur ook bij verwante soorten gaat halen.

De wetenschappers brachten het genoom van vlinder in kaart. Toen ze ook het DNA van twee verwante soorten met een soortgelijk kleurenpatroon onderzochten - Heliconius timareta en Heliconius elevatus – stelden ze vast dat de soorten onderling kleurgenen uitwisselen.

Hoewel hybridisatie – het paren met andere soorten – doorgaans als een doodlopend straatje in de evolutie wordt gezien, vermoeden de wetenschappers dat het de vlinders in dit geval heeft geholpen zich aan te passen aan hun omgeving. Het is nu eenmaal makkelijker om beschermende genen kant en klaar over te nemen van een andere soort, dan zelf vertrekkend van niets je eigen kleurenpatroon te moeten ontwikkelen.

Uit het onderzoek bleek ook dat de vlinder over een groot aantal genen beschikt  die betrokken zijn bij reuk en smaak. Dat verraste de onderzoekers, aangezien vaak wordt aangenomen dat dagvlinders, die sterk visueel zijn ingesteld, niet goed kunnen ruiken en proeven.