Wespen zijn slimmer dan je denkt

Wespen zijn in staat om logische verbanden te leggen. Ze gebruiken deze vaardigheid om hogerop te komen in de sociale hiërarchie binnen hun kolonie. In tegenstelling tot wespen hebben bijen dat vermogen niet.

Als A groter is dan B, en B is groter dan C, dan is A groter dan C. Millennia lang dacht men dat de mens het enige wezen was dat zo’n verbanden kon leggen, ook wel transitieve inferentie genoemd. Uit eerder onderzoek bleek dat apen, vogels en vissen deze vaardigheid in zich hebben. Recent onderzoek aan de Universiteit van Michigan stelt dat veldwespen ook aan transitieve inferentie kunnen doen.

De methode van het onderzoek verliep als volgt: wespen werden getraind om onderscheid te maken tussen kleurenparen gelabeld van A tot en met E. De wespen kregen een milde elektrische schok als ze op een bepaalde kleur landden. Bij het kleurenpaar A en B, kreeg de wesp een shock als ze op de kleur B landde. Bij B en C, gaf C een schok. Bij C en D, gaf D een schok en bij D en E, gaf E een schok.

Later moesten de wespen kiezen tussen onbekende kleurenparen, zoals B en D of A en E. Hieruit bleek dat de wespen wisten dat een bepaalde kleur veilig was in sommige situaties, maar onveilig was in andere situaties. Bijvoorbeeld: D is veilig bij de combinatie D en E, maar D is onveilig bij C en D.

Sociaal gedrag

Het zenuwstelsel van bijen is grofweg even groot als dat van wespen en bevat ongeveer een miljoen neuronen. Maar in tegenstelling tot wespen hebben honingbijen dit redeneervermogen niet. Hoe kunnen we dit dan verklaren?

Wespen vertonen een complex sociaal gedrag dat niet voorkomt bij kolonies van honingbijen. Een kolonie honingbijen heeft een koningin en meerdere gelijk gerankte werkers. Ze strijden onderling niet voor een hogere plaats in de hiërarchie. Dit staat in contrast met een kolonie wespen. Ze hebben meerdere vrouwtjes als stichters. Deze vrouwtjes concurreren met hun rivalen en vormen dominantiehiërarchieën, ofwel rangordes.

De rangschikking van een wesp in een hiërarchie is bepaald door het aandeel van reproductie, werk en eten. Het logisch redeneervermogen kan wespen mogelijk maken om snel conclusies te vormen over nieuwe sociale relaties. De wespen die het meeste werk leveren, zullen hoger geplaatst worden in de hiërarchie.