Vrouwelijke graafwespen (Ammophila pubescens) kunnen de locatie en leeftijd van wel negen groeiende larven onthouden. Dat is opmerkelijk voor een insect met een minibrein.
Beeld: Bigstock
Graafwespen graven voor elk individueel jong een nestholte in de grond, verspreid over een zandvlakte. In elke ondergrondse gang legt een vrouwtje een ei op een prooi, meestal een verlamde rups. Het vrouwtje sluit de gang tijdelijk af met wat grond of een klein steentje. Na een viertal dagen keert ze terug om na te gaan of haar nakomeling gezond is. Als dat zo is, dan zal ze de volgende zeven dagen regelmatig nieuwe prooien aanvoeren. Na elk bezoek verwijdert en vervangt ze de afsluitprop, zodat de ingang onzichtbaar blijft. En als de tijd rijp is, sluit ze de gang permanent af, waarna de larve het resterende voedsel opeet, verpopt en de nestgang verlaat. De moeders onderhouden meerdere nesten tegelijk. Ze onthouden de precieze locatie van wel negen nesten, ook al bevinden die zich op een kale zandvlakte tussen honderden nestholtes van andere soortgenoten. Dat is al bijzonder, maar het wordt nog straffer.
Planning
Zonder de inhoud van elk nest te inspecteren, voeden de moeders hun larven op basis van hun leeftijd: eerst de oudste, daarna de jongste. Deze strategie beperkt het risico op verhongering bij de oudste larven. Wanneer een jong sterft en vervangen wordt, passen de moeders flexibel hun volgorde van voeden aan. De graafwespen kunnen ook inschatten hoeveel voedsel een larve al heeft gekregen. Als een moeder haar ei op een grote prooi heeft gelegd, wacht ze langer met de volgende bevoorrading. Zo kan ze sneller een extra nest graven.
Wetenschappers van de University of Exeter, Cornwall, Verenigd Koninkrijk, observeerden het bijzondere gedrag. Ze beschrijven het in het vakblad Current Biology. De onderzoekers benadrukken dat ze de graafwespen in het wild bestudeerden, en niet in een lab, wat het gedrag nog fascinerender maakt. De studie toont aan dat insecten met zeer kleine hersenen complexe en flexibele beslissingen nemen die sterk afhankelijk zijn van hun omgeving. De graafwespen hebben niet alleen geheugen, maar kunnen ook een planning maken. De auteurs suggereren zelfs dat deze vermogens evolutionaire bouwstenen kunnen zijn geweest voor het ontstaan van sociale gedragspatronen, zoals samenwerking en zorg binnen insectenkolonies.