Zetmeel maakte van een wilde wolf een trouwe hond

23 januari 2013 door Eos-redactie

Genetische aanpassingen die ervoor zorgden dat honden ook zetmeel konden verteren, waren van cruciaal belang in het domesticatieproces van de hond.

Genetische aanpassingen die ervoor zorgden dat honden ook zetmeel konden verteren, waren van cruciaal belang in het domesticatieproces van de hond.

Honden stammen af van wolven, pure vleeseters dus. Rond de periode dat onze menselijke voorouders landbouwers werden, leerden de rechtstreekse voorouders van de moderne hond ook plantaardig voedsel verteren. Reden daarvoor was een nieuwe voedselbron, zetmeel, dat rijkelijk te vinden was op stortplaatsen met landbouwafval. De voorouders van de moderne hond gingen steeds vaker rondsnuffelen op deze stortplaatsen, waardoor ze vertrouwd raakten met mensen, en uiteindelijk trouwe viervoeters werden. Dat schrijven Zweedse onderzoekers deze week in Nature. Om tot die conclusie te komen, vergeleken ze genetisch materiaal van gedomesticeerde honden met dat van wolven. Zo konden ze achterhalen dat de genetische aanpassingen die ervoor zorgden dat honden ook zetmeel konden verteren van cruciaal belang waren in het domesticatieproces van de hond.