Zijn de handgebaren van chimps ‘cultuur’?

14 september 2012 door TV

Sommige chimpansees geven mekaar een lange high five als ze mekaar vlooien. Niet alle chimps doen dat op dezelfde manier. Is hier sprake van sociaal leren en van ‘cultuur’?

Sommige chimpansees geven mekaar een lange high five als ze mekaar vlooien. Niet alle chimps doen dat op dezelfde manier. Is hier sprake van sociaal leren en van ‘cultuur’?

'Is dat ook al cultuur, ja!?', is een eeuwig weerkerende opmerking van meerwaardezoekers die iets voor de neus krijgen dat niet aan hun hoogdravende definitie van cultuur beantwoordt. De discussie over wat cultuur is, is intussen wat achterhaald, althans bij de mens. Over cultuur bij dieren, en in de eerste plaats bij mensapen, is het dispuut de afgelopen tien jaar alleen maar heviger geworden.

In 1999 pakten negen vooraanstaande primatologen met veldervaring uit met een artikel in het vakblad Nature, met de zelfverzekerde titel ‘Cultures in chimpanzees’. Ze toonden aan dat de chimpanseepopulaties die ze al jaren zorgvuldig in het oog hielden, tientallen alledaagse handelingen steevast verschillend aanpakten. Ze vermoedden daarbij een belangrijke rol voor 'sociaal leren', waarbij chimps technieken van elkaar afkijken. Sinds dat artikel is de discussie over de culturele aard van de chimp, en de mate waarin die vergelijkbaar is met de onze, niet meer gaan liggen.

Geen goeie na-apers
Individuele variatie in gedrag is op zich natuurlijk geen cultuur, betogen de wetenschappers, maar de verschillen waarvan sprake zijn dat wel, omdat chimps in dezelfde groep meer geneigd bleken om dingen op dezelfde manier te doen, en dat valt enkel te verklaren door na-aperij. Daar was niet iedereen het mee eens. Misschien waren er wel verschillen in de leefomgeving van de dieren die konden verklaren waarom ze een andere werkwijze verkozen? ‘Een mooi voorbeeld is dat van het hengelen naar mieren’, vertelt primatoloog Claudio Tennie van de University of Birmingham.

‘Chimps in het Tai-woud in Tanzania gebruiken daarvoor korte stokjes en stoppen de beestjes daarna rechtstreeks in hun mond, terwijl ze in Gombe langere stokjes gebruiken en de insecten gewoonlijk met de hand naar hun mond brengen. Dat was lange tijd het favoriete voorbeeld van veel cultuuronderzoekers, tot bleek dat chimps in Bossou in Guinea beide technieken gebruiken: korte stokjes voor eenzame exemplaren, langere wanneer ze in nesten gaan boren of het op meer agressieve soorten gemunt hebben. Niet alle verschillen zijn dus puur culturele eigenaardigheden.’

Er is overigens nog een probleem met werktuiggebruik als cultuuruiting. ‘Uit onderzoek blijkt dat chimpansees helemaal niet zo goed zijn in het na-apen van anderen, maar ze zijn wel vindingrijk. Als één chimp ontdekt hoe hij met stokjes naar mieren kan vissen, of met een steen noten kan kraken, dan verhoogt natuurlijk de kans dat andere chimps in de buurt van een mierennest geschikte takjes aantreffen, of onder een notenboom een bruikbare steen vinden. Dat is nog wat anders dan sociaal leren.’ Om dergelijke kritiek te vermijden kijken wetenschappers nu ook naar ander gedrag.

Handshake
Eén van de meest fascinerende is de zogenaamde vlooihandgreep (‘grooming handclasp’), voor het eerst beschreven door de befaamde primatoloog Bill McGrew. ‘Chimpansees in het Mahalegebergte in Tanzania steken bij het vlooien allebei hun arm in de lucht, en houden daarbij elkaars hand vast’, legt vergelijkend antropoloog Edwin van Leeuwen van het Max Planckinstituut voor Psycholinguïstiek in Nijmegen uit. ‘Chimps in Gombe deden dat niet.’ Sterker nog: verschillende groepen in Mahale bleken verschillende grepen te hanteren.



Hebben primatologen hiermee eindelijk een onbetwistbaar cultureel verschijnsel gevonden, naar analogie met de zogenoemde ‘homie handshakes’, de ingewikkelde wijze waarop hippe jonge kerels elkaar de hand geven om te laten zien dat ze dikke vrienden zijn – of de verder volstrekt betekenisloze verschillen tussen het aantal kussen dat mensen elkaar geven in verschillende Europese hoofdsteden? Dat was, het zal u inmiddels niet meer verbazen, niet onomstreden.

In de genen?
‘Critici vroegen zich zo onder meer af of de observaties geen momentopname waren, of de grepen wel echt werden aangeleerd, of toch ergens in de genen zaten, en of ze onafhankelijk waren van de omgevingsomstandigheden’, weet Van Leeuwen. Om op die vragen een antwoord te geven, observeerde hij samen met enkele collega's jarenlang vier halfwilde groepen chimpansees in het opvangcentrum van de Chimfunshi Wildlife Orphanage Trust in Zambia, die in hetzelfde bos leefden, maar niet met elkaar in contact kwamen. ‘Aangezien het centrum jonge chimps uit heel Afrika opneemt, waren er ook geen systematische genetische gelijkenissen tussen de groepen’, aldus de onderzoeker.

Uit het onderzoek, dat eind augustus gepubliceerd werd in Proceedings of the Royal Society B, bleek dat ook deze chimps, ondanks het feit dat ze in een heel vergelijkbare omgeving opgroeiden, er duidelijk verschillende handgrepen op nahielden, en dat het gedrag zich na verloop van tijd over de groep verspreidde. ‘We hebben bovendien ook aangetoond dat de verschillende grepen, waarbij de chimps handpalm, pols of voorarm vasthouden of in elkaar haken, niet het gevolg zijn van verschillen in armlengte: het is dus niet zo dat kleine chimps altijd de arm pakken, en grote altijd de hand’, glimlacht Van Leeuwen.

De meeste primatologen die we contacteerden hadden voornamelijk lof voor de studie. ‘Door naburige groepen te vergelijken en in detail te beschrijven hoe hun vlooihandgrepen van elkaar verschillen, biedt deze studie een extra argument voor het belang van sociaal leren bij het ontstaan van dergelijke tendensen’, laat Frans de Waal (Emory University, USA) weten. ‘Deze studie vervoegt een groeiende groep studies die aantonen dat gedragspatronen als deze niet simpelweg het gevolg zijn van genetische verschillen’, bevestigt Stephen Lycett (University of Kent, UK).

Zijn collega Kevin Langergraber (Boston University, USA) heeft daar echter toch vragen bij: hoe weten we zeker dat de ene leefgroep niet toevallig meer chimps uit één bepaalde regio heeft dan de andere? En volstaan dergelijke kleine verschillen wel om van ‘cultuur’ te kunnen spreken? ‘Helemaal zeker zijn we niet over de genetische samenstelling van de groepen’, geeft Van Leeuwen toe. ‘Maar dat is het punt ook eigenlijk niet: we zien alle grepen bij beide groepen, alleen niet even vaak, wat het mijns inziens minder waarschijnlijk maakt dat de voorkeur in de genen zit.’

‘Bovendien zie ik ook niet goed in waarom natuurlijke selectie een bepaalde greep zou bevoordelen, en zo in de genen vastleggen. De functie van de verschillende types van vlooihandgrepen lijkt uitsluitend sociaal te zijn, de overlevingskansen of het voortplantingssucces beïnvloeden ze vermoedelijk niet.’ Of dit gedrag ook echt ‘cultuur’ mag heten, daar spreekt Van Leeuwen zich niet over uit. ‘Dat is natuurlijk grotendeels een semantische discussie. Misschien is ‘traditie’ een beter woord. Hoe dan ook is hiermee wel aangetoond dat er stabiele verschillen zijn tussen groepen, en dat die vermoedelijk van aap tot aap worden doorgegeven. Nu nog uitvissen hoe dat precies in zijn werk gaat, en waar de vlooihandgreep precies voor dient.’


Dit artikel verscheen ook in Eos Weekblad op iPad
Elke vrijdag bieden we u een nieuwsgedreven weekblad, gelardeerd met beeld en geluid. De Eos-app kunt u gratis downloaden in de App-store van iTunes. Met die app haalt u de wekelijkse uitgaven (gratis sinds 13/07/2012) binnen.