Column

De to-dolijst van een filosoof

Filosoof Sylvia Wenmackers kijkt naar haar takenlijst voor de komende week en zucht. Hoe komt ze als filosoof toch aan al dat werk, terwijl haar vakgebied al zo vaak is doodverklaard? 

Beeld: Griekse natuurfilosofen vroegen zich af waaruit alles ontstaan is. Hun vragen hebben na vele eeuwen ontwikkeling geleid tot hedendaagse takken van de wetenschap, zoals de deeltjesfysica die gebruik maakt van de Large Hadron Collider deeltjesversneller.

Een voorbeeld van iemand die de filosofie doodverklaarde, is fysicus Stephen Hawking. Hij schreef in 2010 dat de filosofie traditioneel wel grote vragen heeft gesteld, maar intussen achtergebleven is bij de natuurwetenschappen. Die zouden daadwerkelijk antwoorden hebben.

Wat moet een filosoof dan nog doen? In zijn handboek voor studenten beschrijft de hedendaagse filosoof Clark Glymour drie taken. Om te beginnen is de filosofie een katalysator voor ‘protowetenschappen’: een ideeëncluster die nog geen wetenschap is maar het wel kan worden. Dat is in het verre verleden gebeurd, toen de Griekse natuurfilosofen zich afvroegen waaruit alles ontstaan is en wat de oerstof is. Hun vragen en speculaties hebben na vele eeuwen ontwikkeling geleid tot hedendaagse takken van de wetenschap, zoals de deeltjesfysica.

Recente voorbeelden tonen aan dat de filosofie deze uiterst creatieve functie nog steeds vervult. Filosofen waren bijvoorbeeld de eersten die zich afvroegen wanneer een bepaalde claim ooit definitief bewezen kan worden of juist afdoend weerlegd. Met andere woorden: wanneer de waarheid of onwaarheid van een claim beslist kan worden. Dat soort vragen ligt aan de basis van de theoretische informatica.

Filosofen zijn uniek geplaatst om de tunnelvisie van specialisatie tegen te gaan

Een belangrijk resultaat uit dat vakgebied is de onvolledigheidsstelling. Vorige eeuw werd ze bewezen door Kurt Gödel, die zowel filosoof als wiskundige was. De onvolledigheidsstelling is van toepassing op ieder wiskundig systeem met axioma’s die alle basiseigenschappen van de natuurlijke getallen kunnen bewijzen. 

Gödel bewees dat er twee mogelijkheden zijn voor zo’n systeem. Ofwel is het systeem inconsistent, zodat er onterecht onware conclusies mee bewezen kunnen worden. Ofwel is het consistent, maar onvolledig. In dat tweede geval bestaan er uitspraken die waar zijn, maar die binnen het systeem niet te bewijzen zijn. Het is Gödel dus gelukt om aan te tonen dat er ware uitspraken bestaan waarvan je niet kunt bewijzen dat ze waar zijn.

Filosofie is niet enkel in een roemrijk verleden belangrijk geweest als oermoeder van andere wetenschappen. Ook vandaag vervult ze die scheppende taak. En dan heeft ze er nog twee andere, volgens Glymour. De tweede taak is nadenken over alle wetenschappen: wat zijn hun methodes, hoe hangen ze samen en hoe verschillen ze? Deze taak behoort tot de metawetenschap, een systematische manier van onderzoek doen over wetenschap. De derde taak van filosofen is het complexer maken van discussies. Veronderstellingen die alle wetenschappers in een domein zonder veel discussie aanvaarden stellen zij in vraag. 

Om dat beter te begrijpen kunnen we te rade gaan bij een andere filosoof. Ongeveer een eeuw geleden maakte C.D. Broad een onderscheid tussen de kritische en de speculatieve filosofie. Die eerste houdt zich bezig met conceptuele verwarring ophelderen door begrippen te analyseren en te definiëren. Ze maakt ook fundamentele overtuigingen expliciet en bekritiseert ze. 

Volgens Broad was de slechte naam van filosofie trouwens niet helemaal onterecht. Volgens hem vervullen veel filosofen hun kritische taak onvoldoende en willen ze te snel overgaan naar de speculatieve fase. De speculatieve filosofie tracht de manier te onderzoeken waarop onderdelen van onze kennis samenpassen en wil diverse wetenschappelijke domeinen synthetiseren, eventueel ook samen met religie en ethiek. 

Hawking is dood, leve de filosofie

Filosofen zijn uniek geplaatst om de tunnelvisie van specialisatie tegen te gaan. Maar om waardevolle resultaten te bekomen met speculatieve filosofie moet er een grondig kritisch onderzoek aan voorafgaan. Bovendien moeten de speculatieve hypotheses met het grootste voorbehoud geformuleerd worden. In plaats van dogmatisme af te wijzen, zag Broad te veel filosofen dat net omarmen.

Als je van een afstand naar mijn werkweek kijkt, dan lijkt het of ik weinig meer doe dan e-mails beantwoorden en vergaderingen bijwonen, afgewisseld met colleges geven. Maar ondertussen werk ik de driedelige to-dolijst van Glymour af, terwijl ik de valkuil waarop Broad wees probeer te ontwijken. Hawking is dood, leve de filosofie.