Moederzorg verandert DNA

22 maart 2018 door DDC

Muizenmoeders veranderen het DNA in het brein van hun jongen.

Het DNA in de hersenen van muizenjongen met zorgende moeders ziet er anders uit dan dat van soortgenoten die minder gekoesterd worden. Dat melden Amerikaanse wetenschappers in Science.

De wetenschappers onderzochten de hersencellen van muizenjongen van toegewijde moeders, die hun jongen vaak koesteren en likken, en vergeleken die met de breincellen van soortgenoten met minder zorgende moeders. Het DNA in de neuronen van muizenjongen die minder moederzorg kregen, bleek meer zogenoemde springende genen te bevatten, stukjes DNA die in het genoom van plaats kunnen veranderen. Dat bleek met name het geval in de hippocampus, onder meer betrokken bij emoties en geheugen. Muisjes met minder toegewijde moeders hadden meer kopieën van het springende gen L1 in de hippocampusneuronen.

In een tweede stap keken de wetenschappers naar het DNA in het brein van de oudermuizen, om zeker te zijn dat de verschillen niet gewoon waren overgeërfd. Dat bleek niet het geval. Vervolgens haalden ze muizennesten door elkaar: jongen van zorgzame moeders werden aan een minder toegewijde muis toegewezen en vice versa. Het verband tussen moederzorg en het aantal springende genen bleef overeind.

Psychische aandoeningen

Hoe dat in zijn werk gaat, is minder duidelijk. De wetenschappers stelden een verschil vast in de methylatie van de L1-genen, een proces waarbij zogenoemde methylgroepen binden op het DNA. Methylatie speelt onder meer een rol bij het aan- en uitschakelen en kopiëren van genen. De onderzoekers vermoeden dat het verschil in methylatie verantwoordelijk is voor het grotere aantal springende genen bij verwaarloosde muizenjongen.

Wat de impact van de veranderingen in het DNA is, is nog onbekend. De studie illustreert hoe omgevingsfactoren de hersenontwikkeling beïnvloeden. De wetenschappers hopen zo beter te begrijpen hoe psychische aandoeningen zoals depressie en schizofrenie ontstaan.