Concentratiespelletjes voorkomen ADHD

06 juni 2014 door Eos-redactie

Drukke kleuters die de eerste tekenen van ADHD vertonen, kunnen worden geholpen met een nieuwe therapie, waar geen medicatie aan te pas komt.

Drukke kleuters die de eerste tekenen van ADHD vertonen, kunnen worden geholpen met een nieuwe therapie, waar geen medicatie aan te pas komt.

De diagnose van ADHD wordt normaal gezien pas gesteld op de leeftijd van zeven of acht jaar, wanneer duidelijk wordt dat de kinderen zich niet kunnen concentreren in de klas. De kinderen krijgen dan vaak medicatie, zoals Rilatine, voorgeschreven.

Maar ook vier- of vijfjarigen kunnen al tekenen van ADHD vertonen. Een nieuwe behandelmethode richt zich op die kleuters, omdat er steeds meer aanwijzingen zijn dat er in de hersenen van heel jonge kinderen in hoog tempo nieuwe verbindingen worden gemaakt, zodat ze op die leeftijd heel goed kunnen leren. Na het vijfde levensjaar neemt dat leervermogen af. Therapeuten hopen daarom het brein van kleuters zo te veranderen dat ze helemaal geen ADHD krijgen, of althans in een minder ernstige vorm.

In de VS worden momenteel twee van dit soort nieuwe behandelprogramma’s ontwikkeld: één aan Queens College in New York en één aan het Medisch Centrum van het kinderziekenhuis in Cincinnati. Een vergelijkbare methode, het New Forest Parenting Program, wordt al toegepast in het Verenigd Koninkrijk.

De therapie houdt in dat het kind een vijftal weken lang een aantal spelletjes speelt die bedoeld zijn om het concentratievermogen te versterken, net als het vermogen om te plannen, het geheugen en de impulsbeheersing. Het gaat bijvoorbeeld om variaties op bekende spelletjes als ‘commando pinkelen’, ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ of ‘Freeze dance’, een soort stoelendans zonder stoelen. Instructies krijgen de kinderen en hun ouders van de therapeut, maar de spelletjes spelen ze thuis, het liefst dagelijks.

De resultaten van recente kleinschalige proefprojecten zijn zo veelbelovend dat het Amerikaanse National Institute of Mental Health (NIMH) geld beschikbaar heeft gesteld voor de opzet van uitgebreidere experimenten. ‘Het idee dat vroegtijdig ingripen zinvol is, wint terrein’, zegt Jeffrey Halperin, de psycholoog die de leiding heeft over het onderzoek aan Queens College, in het blad Psyche&Brein. ‘Onze hoop is dat we het verloop van de stoornis op lange termijn kunnen beïnvloeden.’

Lees het volledige artikel over de nieuwe therapie in Psyche&Brein, dat een dossier presenteert over ADHD, angststoornissen en agressie bij kinderen.