Eiwit beschermt tegen alzheimer

08 juli 2015 door Eos-redactie

Kennis over lichaamseigen eiwitten biedt mogelijkheden voor therapie tegen alzheimer.

Het eiwit Reelin beschermt hersencellen tegen de schadelijke effecten van plaques die gevormd worden bij de ziekte van Alzheimer. Dat blijkt uit een studie bij muizen. De bevindingen suggereren dat een activering van Reelin een mogelijke strategie biedt om de hersenaandoening te voorkomen of te behandelen.

De ziekte van Alzheimer wordt gekenmerkt door de opstapeling van slecht afgebroken eiwitten (bèta amyloïd), die klonters – of plaques – vormen in het brein. Die plaques zorgen ervoor dat hersencellen afsterven en dat patiënten uiteindelijk dement worden.

Eerder onderzoek wees al uit dat Reelin er in het jonge, zich ontwikkelende brein voor zorgt dat nieuwe hersencellen op de juiste plaats in het brein terechtkomen. In het volwassen brein zorgt het eiwit voor een versterking van de verbindingen tussen hersencellen – de synapsen.

Nu hebben Courtney Lane-Donovan (University of Texas) en haar collega’s bij volwassen muizen Reelin uitgeschakeld. De dieren gedroegen zich normaal. Totdat er zich in hun brein bèta amyloïd ging opstapelen. Zelfs als dat nog kleine hoeveelheden waren, was het effect op hun geheugen en hun leervermogen al enorm. ‘Reelin versterkt de synapsen en beschermt het brein op die manier tegen schade, totdat de plaques zo groot zijn dat de balans doorslaat’, leggen de onderzoekers uit in een podcast van het vakblad Science Signaling. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of een boost aan Reelin alzheimer kan voorkomen of behandelen.

Net deze week verschijnt nog soortgelijke studie, in het vakblad Nature Medicine. Een ander eiwit, β2 microglobuline (B2M), verergert net geheugenproblemen bij ouderen. Wetenschappers van de University of California in Los Angeles hebben bloed van jonge en oude muizen en mensen geanalyseerd. Hoe ouder de proefpersonen en –dieren, hoe meer van het eiwit B2M er in hun bloed bleek te zitten.

Vervolgens zochten ze uit wat er gebeurt als muizen dat eiwit niet hebben. De dieren bleken geen geheugenverlies te ontwikkelen als ze ouder werden. Kregen de diertjes op jonge leeftijd een spuitje met B2M, dan kregen ze al snel wél leer- geheugenproblemen, en werd de groei van nieuwe hersencellen onderdrukt. En, belangrijk: dertig dagen na de injectie kregen de muisjes hun ‘volle verstand’ weer terug. Dat zou kunnen betekenen dat de effecten van B2M omkeerbaar zijn. Het biedt mogelijkheden voor de behandeling van geheugenverlies. (lg)